Hoofdstuk 30.

475 27 5
                                    

Steeds als Eva een nachtmerrie heeft, weet Wolfs dat pas als ze begint te gillen. Deze keer is dat anders. Hij loopt naar de WC,
maar uit Eva's kamer komt geluid.
Ze ademt diep, zweet en beweegt onrustig. Haar ogen nog steeds dicht. "Los." Zegt ze zacht, bijna onverstaanbaar. Wolfs knielt neer en praat op haar in dat het goedkomt, maar er komt geen reactie. "Niet... Doen..." Zegt ze dan. Plotseling stopt ze met bewegen en haar adem stokt. Ze schrikt wakker en kijkt hem recht aan. "Je bent veilig, Eef. Je ligt in je eigen bed, er is niks aan de hand. Niemand kan je iets doen." Ze oogt klaarwakker en hij veegt liefdevol de kleine druppeltjes zweet van haar voorhoofd. Ze kan nergens heen met haar ogen en besluit dat ze geen zin heeft langer in deze ongemakkelijke situatie te blijven. "Ik ga even naar de wc." Lacht ze zacht. Wolfs wil haar nog helpen met opstaan maar ze slaat het af. Hinkelen kan ze, als haar goeie knie maar meewerkt. Ze heeft geen geluk. Na twee keer hinkelen houdt haar been er mee op. Hard valt ze met haar rug tegen de deurpost aan, maar haar handen grijpen naar haar knie.

Overbelast is de conclusie van de arts. Logisch. In een rolstoel gaat Wolfs met Eva weer naar huis waar hij haar de trap af moet dragen. De eerste keren is het ongemakkelijk, later kunnen ze er wel om lachen. De Ponti vol klunzigheid, problemen, maar ook vriendschap. Liefde. Ze groeien naar elkaar toe. Toch kan Eva de onvrede niet onderdrukken. Zo had ze haar leven na het eiland niet voorgesteld. Niet eens in staat zelf naar haar kamer te gaan.

"Ik wil naar het strand." Wolfs kijkt op. "Ik wil de zee zien." Hij lacht begripvol naar haar. Begrijpen kan hij het niet, maar dat is zijn doel ook niet. Het is niet mogelijk. "De Waddenzee?" Ze knikt en kijkt naar het eten voor haar neus. Het is weer stil, een antwoord heeft Wolfs niet. Ineens ziet hij dat Eva zich aanspant. Haar mes tikt tegen de rand van het bord en zo onopvallend mogelijk grijpt ze naar haar rechterbeen. "Gaat het?" Ze knikt maar maakt geen geluid. Zo normaal mogelijk pakt ze haar bestek weer op en neemt een hap. Na tien seconden schiet er weer een pijnscheut door haar been. Deze keer verder dan de beklemde zenuw, tot haar scheenbeen. Ze schrikt en laat haar been los, alsof ze niet gelooft wat ze voelt. In maanden heeft ze op die plek geen pijn meer gehad.

Voorzichtig aait ze over haar knie. "Gaat het?" Ze hoort het niet. Dan bukt ze en veegt over haar voet. Haar mond valt open. "Eva?" Het duurt even tot ze zachtjes op hem reageert. "Ik voel het." Wolfs schuift zijn bord van zich af en loopt om de tafel heen. Eva grijpt naar haar gezicht. "Ik voel mijn been weer." Nu harder. Wolfs pakt haar vast. Ze is er blij mee, zo kan hij haar tranen ook niet zien. Na een paar seconden laat hij los. "Kan je het bewegen?" Ze doet haar best en haar voet gaat een klein stukje heen en weer. Ze kan het bijna niet geloven. Langzaam tilt ze zichzelf omhoog en leunt op de tafel. Wolfs hand wuift ze weg. Links naar voren gaat goed, maar dan staat ze zo ver van de tafel dat ze geen steun meer heeft. Rechts lukt niet en ze valt om. Wolfs is op tijd en houdt haar van de grond. "Doe nou rustig, je hebt een jaar niet gelopen gek." Hij lacht. Zij lacht. Dicht tegen elkaar aan. Het is stil. 10 centimeter tussen hun gezichten. "Ik vang je op, hè." Hij verplaatst zijn arm een stukje naar beneden om haar in de lucht te kunnen houden, maar raakt daardoor haar billen aan. Ze duwt hem als een reflex van zich af en valt op de bank. "Sorry, ik..." Ze knikt. "Wil je je eten nog?" Ze schudt haar hoofd en probeert nog zeker een half uur om zelf te lopen. Elke keer valt ze om en vangt de bank haar op. Na een tijdje stopt ze en wrijft over haar rug. "Laat mij eens." Hoort ze achter zich en schrikt als ze een hand over haar onderrug voelt gaan. "Ik ben het maar." Ze wil antwoorden dat het niet aan hem ligt, maar hij is haar voor. "Vertrouw je me?" Ze knikt langzaam. "Blind?" Het is stil en Eva fluistert: "Ja."

--

2000 reads! Weet je hoe veel dat is! Dank jullie wel allemaal. Hopelijk heb je een leuke dag. Tot morgen!

Ik maak je kapot - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu