Hoofdstuk 19.

477 19 1
                                    

Bols kijk nog een keer naar de twee mannen in de boot. Is dat echt Wolfs? Weet hij van Eva? Snel start hij de motor van zijn boot en vaart zo onopvallend mogelijk de zee op. Eva's einde zal nog sneller komen dan ze dacht. Midden op het water ziet hij dat er een boot achter hem aankomt, die ook in de richting van het eiland vaart.

Eva is zwak. Nooit zou ze dat willen toegeven, het kon altijd erger. Nu kan het niet meer erger. Haar buik doet veel pijn, net als de wonden op haar rug. Stil ligt ze uren op het bed, tot haar enige vriend komt aanvliegen. Hij kruipt naar binnen en gaat tegen haar aan zitten. Ineens merkt Eva op dat hij nog maar één ring om zijn poot heeft. Waar is die andere? In de zee gevallen? Ze sleept zichzelf iets meer rechtop. Gefascineerd kijkt de de meeuw aan, die kijkt terug en knikt. Het is alsof hij haar verstaat. Dan springt hij in het raam en vliegt richting het land. Ze gaat verder rechtop zitten en ziet in de verte twee boten op haar afkomen. De ene is al bijna bij het land, de andere moet nog een groot stuk. Ze schrikt; de dichtstbijzijnde boot is die van Bols.

Hij rent het eiland op en trekt met een ruk de deur open. Verschrikt kijkt Eva hem aan. Ze kan door amper beseffen wat er gebeurt. Ze kan nog steeds niks zeggen, maar Bols beantwoord haar vragende blik. "We gaan." Zegt hij kortaf. Dan tilt hij haar zonder moeite op en rent richting de kleine vissersboot. De andere boot begint snel dichterbij te komen. Er staat iemand op het dek. Is het echt? Wolfs?!? Maar hoe... Gekraai uit de snavel van Meeus haalt haar uit weer uit haar gedagdroom. Nu moet ze vechten voor wat ze waard is. Ze zegt niks, maar begint plotseling wild om zich heen te slaan. De verrassing heeft effect; Bols laat haar vallen. Even is ze blij en probeert ze weg te kruipen, maar al snel word ze tegen gehouden door een harde ruk aan de halsband. "Je gaat eraan!" Hoort ze Bols zeggen, vlak voordat hij een zakmes diep in haar bovenbeen plant. Ze maakt geen geluid meer. Het bloed stroomt uit de wond. De andere boot moet nog zo'n vijftig meter tot de kust. Het is echt Wolfs. Hij staat op het dek en laat de verrekijker in zijn handen langzaam zakken. Hij staart haar met opengesperde ogen aan. Ze kijkt terug. Is dit dan het afscheid wat ze zo graag wilde? Dit mag geen afscheid zijn. Het kan niet. Met alle kracht die ze nog heeft probeert ze zichzelf af te remmen, het heeft weinig resultaat. De pijn in haar been laat haar acties niet toe. Bols sleept haar op haar rug verder door de branding en dan de boot in. Hij start de motor en vaart zo snel mogelijk de open zee op. De andere boot komt steeds dichterbij, ziet ze. Wolfs blijft haar kant op kijken. Ze beweegt met haar armen om te zorgen dat hij weet waar ze precies is. Zo graag zou ze zijn naam roepen, om hulp schreeuwen. Het kan niet. Als ze dat doet, is de dood. Bewusteloos zou ze niks meer kunnen doen, ze moet er nu bij blijven. Nog héél eventjes en hij is bij haar. Bols vind de afstand tot het land inmiddels groot genoeg en trekt haar naar de rand. Met haar bovenlichaam hangt ze boven het water, haar rug zit ongeveer een meter boven de kleine golven. Bols houdt haar vast aan de halsband. Ze probeert zijn handen te pakken, maar het mislukt. Met doodsangst in haar ogen smeekt ze hem door met haar hoofd te schudden om genade. Hij kijkt haar aan. "Ik heb gewonnen." Zegt hij kort. Dan laat hij haar achterover vallen. Eva neemt een grote hap lucht om te blijven drijven, maar het lukt niet. Met haar armen probeert ze naar de oppervlakte te zwemmen, maar ze zinkt steeds dieper. Bols start de motor en vaart weg. Golven spoelen over Eva heen. Ze houdt al een tijdje haar adem in en door het vele bewegen en de paniek kan ze al snel niet meer. Was dit het dan? Wolfs zal haar gaan vinden. Dood. Dat mag ze niet laten gebeuren, dat kan niet. Ze sluit haar ogen en bijt door zoals ze dat nog nooit gedaan heeft. Opgeven mocht ze nooit doen. Hier op het eiland niet, vroeger niet, dus nu niet. Dit is waar ze al die tijd voor is blijven vechten. Een kans op leven. Het begint echt te lang te duren.

--

Slaap lekker!

Ik maak je kapot - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu