Ze moet warm en wakker worden, nu meteen. Hij maakt zijn kogelvrije vest los, trekt zijn shirt uit en drukt haar tegen zich aan. Haar hardloopkleding is ijskoud, het moet uit. Hij slikt. Dit zou hij normaal nooit mogen doen, maar hopelijk begrijpt ze het. "Sorry" fluistert hij in haar oor en trekt met moeite haar shirt over haar hoofd. Haar bh laat hij toch maar aan. Hij blijft excuses maken, alhoewel hij weet dat ze niet gehoord gaan worden. Haar pijn doen heeft hij nooit gewild, maar zonder dit te doen gaat ze sowieso dood. Hij sluit haar ijskoude neus en blaast warme lucht tussen haar bevroren lippen. Hij ligt nu met een naakt bovenlichaam helemaal bovenop haar. Opeens ontsnapt een kreun uit Eva's mond. "Eef? Eef! Wordt wakker nu. Alsjeblieft." Fluistert hij. Voorzichtig neemt hij haar hoofd tussen zijn handen en tikt zachtjes tegen haar wangen. "Kom op nou..." Ze kucht harder en langzaam gaan haar ogen een stukje open. Aan de blik in haar ogen is te zien hoe weinig ze van de situatie begrijpt. Ze rilt hevig en haar ogen rollen heen en weer in haar oogkassen. "Eef, kijk me eens aan... Eva!" Het duurt even, maar na een tijdje kijkt ze dan toch de goede kant op.Dan beseft ze ook dat hij bovenop haar ligt en probeert hem uit alle macht van zich af te duwen. Haar koude vingers duwen tegen zijn borst, hals en uiteindelijk zijn gezicht. "Nee..." Ze heeft de energie om kracht te zetten niet, maar gaat uit alle macht door. Ze ademt sneller en hij ziet de paniek. Wolfs probeert haar rustig te krijgen, maar ze reageert niet. "Eva? Eva! Kijk me aan!" Weer pakt hij haar hoofd tussen zijn handen. Haar handen klemt hij met zijn ellebogen op de achterbank. "Rustig nou! Ik probeer je weer warm te maken, je lag in een vriescel. Ik doe je niks! Echt niet!" Ze wordt niet rustig, maar schermt haar hoofd af. "Laat me los, alsjeblieft..." Zegt ze, naar adem happend. Ze wil meer zeggen, maar wordt ingehaald door de angst. "Alsjeblieft..." Ze begint zachtjes te huilen en verbergt haar hoofd. Wolfs wordt gek. Hij twijfelt of het niet beter is om afstand van haar te nemen, maar zet door. Ze is nog te koud, dit loopt fout af als hij niet doorgaat. Haar rustig krijgen lukt zo niet, dus hij probeert het op een andere manier. Met moeite vangt hij haar aandacht. "Weet je nog, Eef? Wat ik zou doen als je zou vallen? Als je zou loslaten? Weet je het nog?" Ze knikt langzaam. "Luister naar me nu. Eva, kijk me aan. Ik. Doe. Je. Niks." Eva knikt, maat Wolfs ziet het wantrouwende gezicht. "Wat... Waarom..." Ze schokt van de kou en met haar hand gaat ze naar de band om haar nek en probeert het met twee vingers van haar hals te trekken. Het leer zit net te strak, ademhalen is zwaar. "Laat mij eens?" Wolfs maakt genoeg ruimte om normaal te ademen. Er is minder paniek dan eerst. "Zal ik het losmaken?" Ze knikt. Hij gaat voorzichtig van haar af en grijpt naar het handschoenenvakje van de auto. Eva schrikt als ze ziet dat hij een stanleymes in zijn hand heeft. Met moeite schuift ze een stukje naar achteren, maar laat zich na een paar centimeter alweer vallen. "Rustig maar. Wil je dat ik het losmaak? Ik zal heel goed uitkijken." Ze twijfelt en pakt zijn pols. "Zi... zichtt..." Hij knikt en gaat zachtjes met zijn duim over haar trillende wang. "Kijk maar naar boven, oké?" Ze knikt en draait haar hoofd weg. Het kost hem minuten om door het leer te komen, maar het lukt. Eva sluit haar ogen. "Zo..... K... kou... ddd.." Wolfs bekijkt haar. Haar tanden tikken luidruchtig tegen elkaar aan, haar huid lijkt van marmer en haar lippen hebben de kleur van blauwe bessen. Om haar nek zitten rode striemen. Ze schokt hevig, maar de adrenaline maakt na een half uur plaats voor uitputting. Haar lichaam kan niet meer. Ze moet zo snel mogelijk weg van dit gure industrieterrein, naar het ziekenhuis.
JE LEEST
Ik maak je kapot - Flikken Maastricht
Fiksi PenggemarBols heeft Eva ontvoerd met maar één doel: Haar helemaal kapot maken. Eva is sterk, maar tot hoe lang kan ze deze hel volhouden? Wordt ze op tijd gevonden, of is Wolfs te laat? "Je bent al begonnen met sterven, Eva. Ik ga door tot er niks meer van j...