Hoofdstuk 31.

459 20 3
                                    

Langzaam bewegen zijn handen over haar rug. Ze ligt op haar buik en geeft geen antwoord meer op vragen. In slaap gevallen. Meer vertrouwen is er niet van haar niet te krijgen. Hij had het langzaam verkregen en hij zou haar nooit aan haar lot overlaten. Hij pakt een dekentje en legt het over haar heen. Als hij voorzichtig over haar wang veegt, voelt hij een lach ontstaan. "Dankjewel voor alles." "Slaap lekker."

Eva slaapt tot laat. Wolfs is vrij en besluit haar rond een uur of 11 toch maar eens wakker te maken. Hij knielt voor haar neer en fluistert haar naam. Geen reactie. Hij haalt een pluk haar uit haar gezicht en ze schikt wakker. Meteen beschermt ze haar hoofd. "Ik ben het, kijk maar." Haar slaperige ogen kijken om zich heen. "Waarom lig ik hier..." Stamelt ze. "Je was zo moe gisteren." "Oh ja." Ze lacht en moet veel moeite doen om haar rechterbeen op de grond te zetten. "Wil jij eerst douchen?" Ze schudt haar hoofd. "Ik ga zo wel." Als Wolfs weg is, tilt ze zichzelf van de bank af en houdt zich vast terwijl ze 'loopt'. Telkens heeft haar rechterbeen niet genoeg kracht om zelf te staan. Het frustreert haar enorm. Na de zoveelste poging valt ze op de grond, net op het moment dat Wolfs weer beneden komt. "Ja, ik weet het. Heel onverantwoord dat ik dit doe." Ze is boos. Hij zucht en loopt naar haar toe. "Kom eens hier." Ze trekt zich op aan de bank, maar halverwege wordt ze onder haar oksels opgetild. "Laat me maar gewoon los, goed? Ik kan dit zelf." "Nee." Is het antwoord wat ze krijgt. "Je kan het even niet meer alleen en daarom hou ik je wel in de lucht terwijl je het probeert." Ze kijkt boos over haar schouder. "Laat me nú los." Ze zou moeten bekennen dat ze het niet zelf kan maar dat is voor Eva geen mogelijkheid. Ondertussen stresst ze ook steeds meer over de controle die ze niet heeft. Hij zou kunnen doen wat hij wil, ze kan niet weg. Daarbij is hij ook nog veel sterker. "Laat me los." Haar ademhaling versneld en ze klinkt bang. Hij heeft het door en laat haar rustig zakken. Het is stil. "Eef, wil je me even aankijken." Ze zit op de leuning van de bank en draait zich langzaam om. "Ik. Doe. Je. Niks." Hij is geïrriteerd. Het voedt Eva's frustraties. "Zeg, denk je dat ik hier van geniet? Je begrijpt er niets van." "Wat ik begrijp is dat jij dit nu niet alleen kan. Dat je hulp nodig hebt. Zet je trots opzij en laat me je nou helpen om weer te leren lopen!" Het maakt indruk en Eva draait zich weer weg. Ze zucht. "Je hebt gelijk. Het is maanden geleden nu dus ik ga er verdomme vanaf komen. Je mag me helpen, maar je moet wel luisteren als ik iets zeg. Ik trap je meteen de deur uit als je dat niet doet. "Is goed, ik zal luisteren." Hij loopt naar haar toe. "Zeg jij het maar." Ze staat op en zet een stap richting de keuken. Zoals verwacht zakt ze erdoor en Wolfs is op tijd. Als hij haar weer op de goede hoogte heeft, 'loopt' ze meteen verder. Dat hij haar vasthoudt geeft haar een veilig gevoel. 5 stappen. Het voelt alsof ze zweeft. "Ik kan het wel." Fluistert ze. Na een half uur is ze buiten adem van de inspanning. "Één stapje maar." Ze probeert het nog eens en het lukt. Een hele stap, zonder op Wolfs te leunen. De blijdschap is intens en ze laat zich in zijn armen vallen. Hij draait rondjes om zijn as en Eva vliegt door de lucht. Ze lachen hard. Na een tijdje wordt het stil. Langzaam komt Eva tot stilstand en staat op de grond. Een stukje hoger dan het hare is zijn gezicht nu. En wat is ze mooi. Hij bukt een stukje en zij wil op haar tenen gaan staan om zijn lippen te bereiken, maar raakt uit evenwicht en valt om. Hij houdt haar val tegen en trekt haar voorzichtig tegen zich aan. "Je moet nog wel uitkijken, hoor." Ze lacht ongemakkelijk. "Ik ga maar eens slapen."

--

Fijne avond!

Ik maak je kapot - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu