Date

699 46 1
                                    

Mona:

Dylan had me naar een mooi restaurant genomen. Het was super mooi. Op de tafel stond een kaars met een flesje witte wijn. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Dylan nam mijn hand en trok me mee naar de tafel die al klaar stond. Hij trok de stoel naar achteren zodat hij me onder tafel kon duwen. Een echte jentle man. We bestelden beide wat te eten en we staarden gewoon in elkaars ogen. We vergaten onze woorden, die we wouden zeggen.

We kregen ons hoofdgerecht. Het voorgerecht was lekker maar wat er nu voor mijn neus lag, liet me watertanden. Ik hoorde Dylan grinniken waarschijnlijk zag hij het aan mijn gezicht dat het er lekker uit zag. Meteen daarna nam ik een hap en ik voelde vuurwerk. Het smaakte heerlijk. Ik zou er nooit genoeg van kunnen hebben.

Nadat we klaar waren met het eten sloegen we het dessert uit en ging Dylan betalen. We zouden ergens anders het dessert eten zei hij. Maar ik denk wel wat het gaat worden. we gaan denk ik jagen. Niet dat het niet erg is maar in deze mooie kleren wou ik niet vuil maken. Nadat Dylan terug naar mij kwam nam hij mijn hand en leidde me naar buiten daar ging we lopen. Ik deed de hakken uit die ik aan had zodat ik sneller kon gaan lopen. Daarna sprintte we naar het bos toe. Meteen vonden we al een hert en vloog ik erop, met Dylan op mijn hielen. Al snel had ik genoeg en Dylan ook. We liepen daarna naar het meertje waar ik transformeerde in een zeemeermin. En daar keken we naar de zonsopkomst. Dylan zat achter mij en ik op zijn schoot. Met mijn hoofd op zijn schouder. Nog enkele minuten en dan zou de zon moeten opkomen.

De zon zien opkomen is mooi maar er knaagde iets aan me dat er iets noet goed gaat. Maar ik negeerde het. Ik wou gewoon genieten van dit moment. De zon kwam op je zag eerst paars daarna ging het om naar oragne en daarna geel. Alles ging traag en het was wondermooi. Daarna stond ik op en hielp Dylan op. Ik gaf hem snel een zoen en zei: "Bedankt voor de toffe avond."

Daarna gingen we meteen naar huis. Daar zagen we Jason in de zetel slapen en het hele huis was overhoop gehaald. Ik liep snel naar Jason en maakte hem ruw wakker door hem te slaan in zijn gezicht. Hij werd abrupt wakker.

"Huh wat?"

"Wat is er gebeurd?"

"Weet ik niet Felicia was ....

Oh nee Felicia!"

Daarna rende hij meteen naar hun kamer en deed de deur open. Daar zagen we alles kapot en je zag alles op de grond liggen.

Maar geen Felicia.

Jason zakte door zijn knieën en begon te huilen. Zijn mate was weg, mijn beste vriendin was weg. Ik begon mee te snikken en Dylan drukte me tegen zich aan. Ik maakte zijn t-shirt nat door alle tranen. Nadat alle tranen weg waren ging ik naar Jason. Hij had zijn vuisten nu opgespannen. Daardoor liep ik terug naar Dylan. Zo kende ik Jason niet. Hij was geduldig en altijd kalm in alle momenten maar nu.

Hij was gebroken en wilde Felicia terug, even hard als ik haar terug wil. Ik snoof in de lucht en ik rook Felicia maar ook iets anders. Ik weet niet wat maar het was iets of iemand anders. Ik volgde de geur naar buiten. Daar werd de geur zachter. Maar ik kon het blijven volgen. Ik volgde meteen de geur. Ik walgde er wel van maar zo kon in wel misschien Felicia vinden. Ik zag Jason naast me lopen kn wolf vorm. Ik kon er nog steeds niet aan wennen dat zowel Jason als Felicia veranderd zijn in 2 grote wolven met hun eigen tatoe en Jason was zwart en Felicia was wit. Het was nog steeds moeilijk maar het viel mee. Dylan had wel moeite met ons bij te houden. We liepen beide op top snelheid. Ik weet niet hoe snel maar het was del snel de bomen zoefde voorbij ons. Ik vergat alles en consentreerde me op Felicia ze zal nu wel proberen te ontsnappen. Denk ik?

Felicia:

Ik zat in een kleine cel te klein om te veranderen. Maar wel genoeg om te sturen. Ik had vanalles geprobeerd. Tegen de deur smeken om me vrij te laten tot de deur inbeuken met alle kracht die ik had. Er zat nu een grote deuk in de deur maar dat maakte me niet uit. Ik was al blij dat de deur niet van zilver was. Want dan zou ik nu vreselijke brandwonden hebben. Ik hoorde iemand aankomen en ik gromde. Dat hield de persoon eventjes tegen maar liep daarna door. De deur ging open en ik werd meteen weer geblinddoekt en ze bonden me vast en zo gaven ze me eten en drinken.

Ze dachten waarschijnlijk dat ik vanalles zou uithalen. Ik zou hetzelfde denken. Ik zal en ik moet hieruit komen.

Ik liep naar het kleine bed dat er stond. Ik keek nog een beetje rond en ik zag een klein raampje in de hoogste hoek. Of was het nu een ventilatierooster? Ik wist niet wat het was maar dit was mijn weg hiernaar buiten. Ik liet meteen mijn vleugels komen en ik vloog naar de opening. Het was een klein raampje, net genoeg voor 1 persoon om door te kunnen gaan. Ik probeerde vanalles. Maar met lucht geraakte ik er niet door. Ik nam snel mijn hand en sloeg het glas er snel uit. Hopend dat mijn bewakers het niet hadden gehoord.

Ik deed snel alle glas scherven eruit en klom erdoor. Daarbuiten werd in verwolkomd door een stevige wind. Die ik al snel liet zakken. Ik liep meteen naar de bosrand en veranderde in mijn mooi witte met mijn zwart tatoe wolf. Ik liep meteen zo ver weg van dat gebouw. Ik bleef doorlopen.

Wolvamp academicWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu