Mathias' p.o.v.
Ik hoor zacht geklop op de deur.
"Mathias?" klinkt er vanaf de andere kant.
De stem herken ik uit duizenden.
"Nick?" vraag ik.
"Ja, mag ik binnenkomen?" vraagt hij zacht.
Ik denk even na.
"Ja, kom maar."
De deur gaat open en de kleine jongen loopt naar binnen.
Ik trek mijn shirt over mijn hoofd en ga verder met omkleden."Het spijt me." begint hij.
Ik open mijn mond om iets te zeggen maar Nick is me voor.
"Ik had je niet zomaar weg mogen laten gaan."
Ik trek snel mijn shirt over mijn hoofd en kijk dan naar hem op.
"Heb.. heb je nog iets leuks gedaan nadat ik weg ging?" vraag ik dan omdat ik niks anders weet te zeggen.
"Finn bleef slapen." zegt hij heel zacht, zo zacht dat ik het bijna niet kan verstaan.
"Finn bleef slapen?" vraag ik dan iets te hard en trek mijn wenkbrauwen op.
"Het, het was zomaar uit het niets mijn moeder begon aan te dringen en-" ik onderbreek hem midden in zijn zin.
"Je blijft het maar doen hè? Steeds ga je weer naar Finn. Ik was toch verdomme je beste vriend." zeg ik nu boos.
"Mathias ik.."
"Wat?"
"Ik weet het niet." zegt hij zacht en laat zijn ogen naar de grond gaan.
Ik besluit om gewoon langs hem naar buiten te lopen maar word gestopt door een hand die mijn arm vastpakt.
"Alsjeblieft Matt, loop nou niet weg."
Ik draai me om en kijk hem aan in zijn blauwe ogen.
Zijn ogen gaan naar beneden en weer terug.
Snel trek ik mijn arm uit zijn grip.
"Rot op Nick." zeg ik boos.
"Nee, Mathias alsjeblieft."
Hij probeert mijn arm opnieuw vast te pakken om me tegen te houden maar het mislukt.
"Mathias het spijt me."
"Het spijt me zo erg." zegt hij zachter.
"Mathias?" roept hij me nog na maar ik ben al weg.
Ik ren naar het veld.
Tranen klimmen omhoog in mijn ogen maar ik knipper ze weg.«»
De wedstrijd is afgelopen.
De hele wedstrijd heb ik aan Nick gedacht.
Deed ik niet te boos?
Hij mag best meer vrienden hebben dan alleen ik.
Waarom maak ik overal zo'n groot drama van en waarom word ik altijd zo snel boos.Ik loop naar mijn tas die aan de zijkant van het veld ligt en pak er mijn telefoon uit.
Twee berichtjes van Nick.
Ik open het gesprek en lees de berichten.Nick: Als je ooit nog wil praten kan je altijd naar me toe komen.
Nick: Ik wil het goedmaken dus het is aan jou.Ik doe mijn telefoon terug in mijn tas en loop het veld over naar de kleedkamers.
Ik ga niet eens douchen, ik moet zo snel mogelijk naar Nick.Ik klim over het hek heen van het veld en word dan tegen gehouden door Finn.
Ik zag hem al de hele wedstrijd staan maar wist niet waarom.
"Wat moet je Finn?" vraag ik bot.
"Blijf bij Nick uit de buurt." zegt hij.
"Dat maak ik zelf wel uit." zeg ik en wil weglopen maar hij pakt mijn arm vast.
"Ik meen het Murphy, blijf bij hem vandaan." zegt hij nu boos.
"Oeh wat ben je gevaarlijk, me bij mijn achternaam noemen. Wat wil je gaan doen dan." zeg ik en trek mijn wenkbrauwen op.
Hij komt met zijn hoofd dichterbij de mijne.
"Dat zul je dan wel zien." zegt hij zacht in mijn oor.
Ik voel zijn adem over mijn nek strijken waardoor er kippenvel ontstaat.
Ik trek mijn arm los en kijk hem boos aan.
"Je bent echt gek geworden." zeg ik en loop dan weg.Snel loop ik door naar de kleedkamer.
Ik kijk nog even om naar Finn die het veld op loopt naar zijn team.
Die jongen is echt gek.
Ik glip de kleedkamer in en kleed me zo snel mogelijk om zonder iets te zeggen.
Mijn team kijkt me ondertussen raar aan.
"Ongesteld?" vraagt Ethen.
Ik rol met mijn ogen maar geef geen antwoord.
"Matt, alles oké?" vraagt Alex daarna.
Nee Alex niks is oké.
Nog steeds zeg ik niks en loop de kleedkamer daarna uit.Zal ik nog naar Nick gaan?
Dan moet ik wel snel zijn voordat Finn klaar is.
Waarschijnlijk gaat hij na zijn wedstrijd naar Nick.
Ik weet niet wat hij van plan is maar er deugt iets niet.
Er is iets goed mis met hem.Ik gooi mijn tas op de bagagedrager en spring op mijn fiets.
Zo snel als ik kan fiets ik naar Nick.
Na een kwartier ben ik er en kijk vanaf mijn fiets naar zijn huis.
Zijn bed staat naast zijn raam waardoor ik hem kan zien zitten.
Hij lijkt wel een standbeeld hoe hij naar zijn telefoon aan het staren is.
Nu moet ik het wel doen.
Ik stap van mijn fiets en zet hem neer op de oprit.
Normaal zou ik zo naar binnen mogen lopen maar toch bel ik aan.De deur gaat open en het hoofd van Max komt erachter vandaan.
"Hey Mathias, Nick zit boven." zegt hij en stapt aan de kant.
"Dank je." zeg ik en loop naar binnen.
Langzaam loop ik de trap op terwijl ik nadenk over wat ik ga zeggen.Al ik boven aankom gaat de bel.
Ik schrik en hoor dan de deur van Nick's kamer open gaan.
"Ik ga wel." roept hij naar beneden, waarschijnlijk naar Max.
Ik sta verstijft in de hal als Nick de hoek omloopt.
"Mathias, wat doe jij hier?" vraagt hij verbaasd.
"Je stuurde dat ik altijd naar je toe kan komen." zeg ik een beetje ongemakkelijk.
Hij knikt.
"Ga je nog open doen?" roept Max vanuit de woonkamer.
"Ja ik ga al." roept Nick terug.
"Finn staat buiten." zegt hij.
Even stopt mijn hart met slaan, dat moest nou juist niet gebeuren.
"Zeg niet dat ik hier ben." zeg ik half in paniek.
Ik weet waartoe hij in staat is.
Nick knikt en loopt dan langs me.
Heel even stopt hij en draait zijn hoofd om.
"We praten zo." en dan loopt hij naar beneden.Ik hoor beneden stemmen praten maar kan ze niet verstaan.
Het enige wat ik kan hopen is dat Nick Finn niet binnen laat.
Na nog een paar onverstaanbare woorden te horen komen er mensen de trap op.
De stem van Finn klinkt en ik weet niet hoe snel ik weg moet komen.
Alsof mijn leven er van af hangt glip ik de badkamer in.
Ik besluit om eruit te komen als Finn en Nick in zijn kamer zijn.
Maar natuurlijk moeten ze op de gang blijven hangen en gaan pas zijn kamer in na ongeveer tien minuten.
Zo stil mogelijk open ik de deur en ren de trap af zonder geluid te maken.
Als ik buiten sta kijk ik naar Nick's raam.
Finn en Nick zitten op zijn bed tegenover elkaar.
Een diepe zucht verlaat mijn mond.
Hij is me gewoon weer helemaal vergeten.Ik stap op mijn fiets en kijk nog is waardoor ik iets zie wat ik waarschijnlijk beter niet had kunnen zien.
Mijn hart stopt even met kloppen als ik zie dat Finn naar Nick toe leunt en hem kust.
Nick doet er niks aan.
Hij duwt hem niet weg, hij wordt niet boos maar kust hem juist terug.Met open mond sta ik ernaar te kijken en vergeet spontaan om weg te fietsen.
Ik wil zo graag weg maar het lukt niet.Ik sta verstijft naast mijn fiets.
Pas als ze de kus verbreken kom ik weer in de echte wereld en fiets zo snel als ik kan weg.
JE LEEST
It's just a Game ✔
Teen Fiction❝ But everything. Everything was just a game?! ❞ Wanneer er een nieuwe jongen in de klas komt, wordt Nicks leven helemaal omgegooid. Vriendschappen die breken, liefdes die er ontstaan en zeker ook liefdes die uit elkaar gaan... { Begonnen: 27/10/18...