Daarna was er namelijk alleen nog maar de kou."
~*†*~
2019
Brinn en ik blijven zitten, ook na ik uitgepraat ben. Hij heeft me niet één keer onderbroken toen ik mijn verhaal deed. Ik heb het nog nooit in zoveel details beschreven, maar nog steeds dekte het de lading niet. Alle verschillende emoties, en pijnlijke kou, Collin die probeerde mij te redden, wetend dat hij het daardoor zelf niet zou halen... Ik heb er nooit over kunnen praten. Ook niet met Lydia, die het meer dan de andere Reigers zou begrijpen vanwege haar opa.
Maar het was niet alleen vanwege het verlies. Het was omdat mijn liefde voor de zee me had verblind en dat had Collin zijn leen gekost. De storm had geprobeerd hem bij me we te nemen, en nog steeds was i dolgelukkig geweest, want ik was op zee.
Maar Brinn zou het snappen. Hij kende Collin met zo goed als ik. Hij hielp hem bij het koken elke vrijdagavond. Hij speelde samen met hem gitaar. Hij deed zoveel dingen met Collin die een vader met zijn zoon doet.
"Ik dacht dat je dood was," fluistert hij ineens.
Ik kijk omhoog naar zijn gezicht.
"Toen ik je zag. Na de.. val.. in het ziekenhuis. Ik dacht dat je dood was. Maar opa Bade zei dat ik je pols moest pakken en daar was je hartslag. Kalm en zeker en constant. En ik snapte het niet. Collin en jij... jullie zijn zeilers. Het had nooit kunnen gebeuren. Ik was.. ongelukkig. Samen met opa Bade was ik weer net zo hopeloos als ik was voor ik je ontmoette. Dus besloot ik er alles aan te doen om dat gevoel voor andere mensen te voorkomen. Als marinier had ik de zee, had ik jou bij me, op een manier." Hij fronst. "Ik wilde inderdaad sterker zijn. Niet alleen voor mij, maar ook voor anderen. En voor jou. Vooral voor jou. Zodat jij, als je wakker werd, je niet een puinhoop zou aantreffen. Zonder Collin, en een broer en een moeder en tante waar je bijna een relatie mee hebt. Ik wilde voor jou zijn wat jij voor mij was. Maar toen werd je wakker. En je was niet... sneu of verward f verdrietig. Je was blij. Je was net zo gelukkig als altijd, en dat zonder mij en zonder Collin. Hoe kon je gelukkig zijn zonder je familie? Het maakte me kwaad. Dat doet het nog steeds."
Hij eindigt bijna fluisterend, maar ik versta hem prima.
"Ik miste je elke dag, Brinn," vertel ik hem. 'Jou en Collin en opa Bade en Hansel. Maar we kunnen niet stoppen met leven na de dood. Dat zou Collin ook nooit van me gewild hebben."
Brinns arm om mijn schouders beweegt.
"Wil je je opdrogen?" vraagt hij. Ik knik.Een handdoek en schone kleren van Brinn verder zitten we samen op de gigantische bank.
"Wat heb je allemaal geleerd?" vraagt Brinn. Ergens halverwege het thee zetten heeft hij blijkbaar besloten om de professor uit te gaan hangen.
Een paar seconden kijk ik hem aan. Dan schiet ik in de lach.
Dit is de Brinn die ik al jaren ken. Die me verbeterd op mijn grammatica, mijn wiskunde nakijkt en mijn vocabulaire uitbreidt totdat ook Collin het niet meer begrijpt.
"Eigenlijk heb ik wel wat over geneeskunde geleerd," zeg ik.
Brinn trekt zijn wenkbrauwen op. "Van Edvin?"
Ik schudt mijn hoofd. "Nee. Iets.. dramatischer dan dat. Het was in Tabork."
De professor gaat er goed voor zitten. Het zou kunnen dat hij beter weet dan ik wanneer dat was. "Vertel."~*†*~
Hoofdstuk 26
"'Eropaf!' riep Thorn, en hij stormde zelf als eerste van boord, op de halve kring Tualaghi af. De razendsnelle formatie van de Reigers trof de vijand n het hart. De zes middelste Tualaghi die werden achteruit gedwongen en vier van hen lagen bij de eerste botsing al uitgeteld op de stenen kade.
Vanaf de Reiger keken Edvin en ik toe hoe de Reigers zich onder leiding. An de oude zeewolf voortbewogen. Nog voordat ze uit ons zicht waren verdwenen richtten wij ons op onze eigen taken. Zwijgend meerden we de Reiger naast de Istfana aan en bonden ze samen.
We stonden net aan boord bij de Istfana toen Lydia aan kwam rennen. Edvin en ik zwaaiden naar haar. Ik had de neiging om aam hem te vragen waarom ze hier was, maar ik wist dat hij het zelf ook niet zou weten.
Kloef ging nieuwsgierig op haar achterpoten staan, zodat ze over de boeg kon kijken wie het was. Ze blafte vrolijk kwistelend naar Lydia.
Kloef!
Lachend keek ik naar haar.
Lydia klom haastig aan boord en aai de Kloef in het voorbijgaan afwezig over haar nek.
'Waarom heb je zo'n haast?' vroeg Edvin. 'Zijn er problemen?'
'Reken maar dat er problemen zijn,' antwoordde ze.
Kloef duwde haar lichaam tegen mijn benen aan en keek omhoog. Ze leek me te vragen wat er aan de hand was.
'Er zijn veel meer manschappen om de stad te verdedigen dan ze ons verteld hebben,' legde Lydia uit. 'De Reigers en de Arridiërs zitten klem bij een steegje, aar een stuk of zestig vijanden ze tegen houden. Als daar niet snel wat aan veranderd, worden Selethen en zijn mannen afgeslacht.'
Dolletjes.
Edvin ad zijn zwaard en schild ge pak nog voor at ze was uitgesproken en ik keek naar de bijl van de man die me had aangevallen die op het dek lag, maar anderhalve man en een hond zouden niet veel helpen.
'Je wilt de roeiers om hulp vragen,' stelde ik vast.
Lydia knikte. 'Ze zijn met meer dan dertig man en een vlak aantal van die gas en zou behoorlijk helpen. Zijn ze nog aan boord?'
Edvin knikte.
'Jawel,' antwoordde ik, 'maar dit verzoek gaan ze niet leuk vinden.'
Lydia holde naar het Luik dat naar beneden leidde. 'Dat hoeft ook niet. Als ze weigeren, zorg ik er hoogstpersoonlijk voor dat ze over een uur weer slaaf zijn.' Ze verdween uit zicht.
Met Kloef naast me liep ik over het dek en pakte de bijl op. Ik keek naar mijn Saksische mes in de schede. Het was alles dat ik had. Ik had geen flauw benul van hoe ik ze moest gebruiken en het leek zelfmoord om te hopen op instinct, want ik wist dat ik het niet had. Maar ik herinnerde me wat ik tegen Hal had gezegd. Ik ben niet bang. Ik ben niet bang. Ik probeerde te bedenken hou waar het was. Ik wilde niet sterven. Maar ik had geen angst voor de dood.
'Ik wist wel dat we jullie niet hadden moeten helpen,' hoorde ik één van de slaven zeggen toen ik me bij Lydia en Edvin voegde.
'Dat heb je niet gedaan,' zei ik omverwachts. 'Wij hebben jullie geholpen. Toen, en nu weer. Jullie hoeven ons niet te helpen. Maar jullie kunnen jezelf helpen.'
Lydia leek zich naast mij heel hard af te vragen wat ik aan het doen was.
'Wij bieden jullie een hand aan,' ging ik verder. Maar jullie zijn degenen die hem moeten aannemen, en de je op moeten trekken. Jullie zijn degenen die moeten vechten.'
De stilte gonsde in mijn oren. 'Jullie kunnen vechten voor jullie vrijheid!' riep ik hen toe, kwaad dat ze niet reageerden. 'Jullie kunnen vechten voor jullie recht om te overleven! En die kans krijg je nooit meer! Waarom zou je hem niet nemen? Waarom zou je jezelf weg laten rotten als je de kans hebt om te zijn wie je bent?'
Ze schreeuwden. Ze schreeuwden mij toe, en elkaar, en ze geloofden. Ze geloofden dat ze het beter konden hebben dan dit. Ze geloofden in iets om voor te vechten.
Faith can move mountains. Dus dat is wat ik hen gegeven heb.
En ik weet niet hoe, maar door hun gejoel heen wist ik dat ze mij, Isis van Adalaine, zouden volgen.
Waarom zouden ze in Godsnaam iemand zoals ik volgen?
![](https://img.wattpad.com/cover/131049724-288-k985147.jpg)
JE LEEST
Zuster van de Broederband
Hayran KurguWat ik nog weet. Ze vraagt me wat ik nog weet. Wat het laatste is dat ik me nog kan herinneren van deze wereld. Ik weet nog dat ik viel. Ik had kunnen vallen voor een oneindigheid, maar dat zou ik niet meer gemerkt hebben. Daarna was er namelijk al...