5.3

114 9 1
                                        

"Hansel!" roep ik blij uit, en ik vlieg mijn oude en totaal ver bijster de vriend om de hals.
"Creave?" roept hij overdonderd.
"Waar is de Spider?" vraag ik hem. "Hoe is het met jou? En hoe gaat jet met Marleen? Zie jij Brinn nog wel eens? Maar waar heb je dan de Alfa gelaten?"
Hansel bestookt mij met net zoveel vragen als ik hem.
"Wat doe jij hier? Lag je niet in coma? Sinds wanneer ben je wakker? Hoe gaat het? Wie is de snotneus daar?"
We kijken elkaar zwijgend aan, wachtend op elkaars antwoord en schieten dan samen in de lach.
Zijn lach klinkt niet zo gemakkelijk en uitbundig als ik gewend ben. Hij klinkt roestig, alsof dit de eerste keer in een lange tijd is dat hij gelachen heeft.
"Jij eerste, Creave," zegt Hansel. "Wanneer ben je wakker geworden?"
"Ongeveer een half jaar geleden. Het spijt me dat ik je niet eerde ben komen opzoeken, maar alles was een beetje overwelmend." Hansel lach. Weer valt het me op he leeg zijn lach eigenlijk is.
"En wie moet dat voorstellen?" vraagt hij er een blik op Pascal. "Was heb je die Marter gelaten?"
"Dit is Pascal. Brinn is bezig marinier te worden, wist je dat niet?"
Hansel en ik verplaatsten ons naar een stapel auto banden die Hansel altijd om onduidelijke reden verzamelde.
"Jawel maar ik verwacht hem altijd bij jou juffrouw Creave," spreekt hij luid terwijl hij mij de door gezakte bureau stoel aam bied en zelf op de banden gaat zitten.
"Jullie waren altijd erg onafscheidelijk."
Ik glimlach en denk terug aan de basisschool. Voor al dit gedoe.
Ik weet dat Hansel er geen gedoe van zal maken, dat is één van de mooie dingen aan hem; hij wilt altijd alleen het goede nieuws horen, dus naar het slechts vraagt hij simpelweg niet.
Als hij geklaag aan ziet komen, begint hij altijd gauw over iets anders.
"Je hebt mijn vragen nog niet beantwoordt," help ik hem herinneren. "Waar heb je de Spider gelaten? Hoe is het met Marleen?"
"Weet jij wat die Marter studeert op die hoge kakschool van hem?" kletst Hansel er doorheen. "Vast één of andere duren studie of niet?"
Er is iets mis. Als Hansel zijn concentratie verliest doordat hij boos of enthousiast wordt of omdat hij van slag raakt, dan ,merk je pas he geprononceerd zijn Haagse accent is. Eigenlijk verliest hij het accent en gaat hij gewoon Haags praten.
"Wat is er mis, Hansel?"
"Mis? Sinds wanneer is er iets mis? Hé jij daar! Zet dat ding eens aan!"
Pascal drukt op de knop van de bijna antieke radio van Hansel. Kamermuziek klinkt door de ruimte.
Vragend lijkt Pascal mij aan. Ik lach alleen maar. Ik weet ook niet alle verklaringen voor de dingen die Hansel doe en laat.
Mijn oude vriend staat op van zijn auto banden en neuried opgelaten met de muziek mee terwijl hij het gammellende koffiezetapparaat voorbereid.
"Wanneer was dit?"
Ik kijkt weg van Hansel, naar de foto die Pascal me laat zien.
Hansel en ik staan erop, samen met Brinn en Collin en Rhyddian.
Ik lach.
"Ik herinner me dat nog, ik was toen veertien. Collin en Marleen hadden elkaar ontmoet via werk en ze nodigde hem wel een uit voor de koffie. Zo ontmoette ik Hansel. Dit was de dag de we de Alfa Romeo kochten."

~*†*~

2013

Zowel Hansel als ik stonden galanzend te kijken naar de nieuwe oude auto. De rode lak was hier en daar beschadigd, net als de bekleding, maar ze was prachtig.
"I think that even though she will need some love and attention, she is going to be wonderful."
"She already is, Rhyddian."
"What she zei."
Hansel trok een raar gezicht en ik moest lachen.
"Het is 'said'," zei Brinn.
"Uiteraard Marter," bulderde Hansel afwezig.
Wazig kijkt Rhyddian ons aan en Collin vertaalt het vluchtig voor hem in het Engels.
"Wat is er nu eigenlijk zo speciaal aan deze auto?" vraagt Brinn. "Ik bedoel, je is een auto. Collin heeft een auto. Rhyddian heeft een auto, Hansel en Marleen hebben een auto.... auto auto auto, toch?"
Ik wilde protesteren, maar jet was al niet meer nodig.
Hansel begon een preek over de nieuwe Alfa Romeo Spider S3 die nu net in de gehuurde ruimte staat vooral.
Bovendien kreeg hij bijval van Rhyddian nadat Collin het weer voor hem vertaald had
Het gesprek ging verder met Rhyddians fenomenale, Hansels gebrekkige en Brinns redelijk goede Engels.
Het klonk hilarisch en ik kon er als gauw geen touw meer aan vast knopen.
"Snap jij het nog?" vroeg ik aan Collin en hij schudde zijn hoofd.
"Ik dacht dat ze het over auto's hadden, maar nu hoor ik eens iets over... kamermuziek? De radio moet kamermuziek spelen?"
Mijn lach trok de aandacht van Brinn, die probeerde iets logisch op te maken uit het vage Engelse verhaal van de andere twee.
Collins lach voegde zich bij de mijne. Ik had zijn lach, dat zeiden de mensen om ons hen in elk geval altijd.
Persoonlijk vond ik zijn lach mooier.
"Ik ga hem redden."
Collin liep naar Brinn toe en riep iets Engels naar Rhyddian, waardoor het zijn beurt was om in de lach te schieten.
Ik keek naar het tafereel voor me. Brinn kon zich moeiteloos in het gesprek mengen. Ik kon dat nooit. Ik had altijd het gevoel dat ik buiten het gesprek stond en ik wist nooit wat ik moest zeggen.
"Wil jij een beetje op hem letten, Amara?" vraagt Marleen ineens naast me.
Verrast kijk ik om hoog.
"Op wie?"
"Hansel. Hij is altijd zo druk bezig, met werk en met die auto... Nu dat hij hem eindelijk heeft ben ik bang dat ik hem nooit meer zal zien."
"Maar..." Ik kijk van Marleen naar Hansel weer terug naar Marleen. Die blik in haar ogen... die kende ik. Het was lang geleden, maar ik kende hem nog. Ik hield van die blik. Het was dezelfde blik waarmee Elza vroeger naar Collin keek, bijna dezelfde blik waarmee Collin nu naar mij keek.
Ze hield van hem. Natuurlijk hield ze van hem, ze waren samen. Ik had het gewoon nog nooit eerder gezien. Niet bij Marleen. Meestal mopperde ze op hem dat hij een zooitje maakte, teveel met andere dingen bezig was, niets in het huis houden deed, enzovoorts.
Door al dat gezeur en dat bazige gedoe moest ik altijd terug denken aan de ruzies tussen Collin en Elza, waardoor ik haar nooit echt had gemogen. Maar nu was ze anders.
"Ja," zei ik, "natuurlijk."
Dankbaar kijkt ze me aan.
"Dank je."
Ik keek waar naar de anderen en ineens realiseerde ik me iets: die liefdevolle blik was bij Collin nooit verdwenen. Alleen bij Elza.
Mijn mond viel open van ontzetting en ik rende die paar meter naar Collin toe.
"Papa," zei ik. Stomverbaasd dat ik hem zo noemde draaide hij zich om. Ik vloog hem om de hals. Hij moest een stap achteruit doen om de kunnen blijven staan.
"Het spijt me," zei ik. "Het spijt me."
Een beetje beduusd sloeg hij zijn armen om mij heen.
"Maartje, waar heb je het over?" vroeg hij en ik schudde mijn hoofd.
"Ik begreep het nooit," stamelde ik. "Jij en Elza, ik begreep nooit waarom je wegging. Nu wel."
Ik bewoog mijn hoofd naar achteren om hem aan te kunnen kijken.
"Je houdt nog steeds van haar," zei ik, "maar zij niet meer van jou. En het spijt me."
Collin keek me ineens vermoeid aan.
"Amara," zuchtte hij, maar hij kon zijn woorden niet vinden. Dus trok hij me weer naar zich toe, terug in onze omhelzing.
"Ik zal altijd van Elza houden, maar niet om dezelfde reden als eerst. Alleen omdat je jou moeder is. Ik zal van haar houden omdat zij het is mij jou heeft geven."
Brinn, Rhyddian, Hansel en Marleen waren stil en keken naar ons. Hansel hing half uit het raampje van de Spider en wendde zijn blik af naar Marleen.
Ik keek naar Brinn en zag hem jaloers naar mij en Collin kijken. Nee, niet jaloers, eerder verlangend. Hij had dit niet. Ik stak mijn hand uit en wenkte hem. Een beetje aarzeld pakte hij hem vast.
Collin pakte hem bij zin schouder den trok hem lachend naar hem toe.
"Kom hier jij," zei hij vrolijk en omhelsde hem ook.
"Grouphug!" riep Rhyddian, die misschien niets van het gesprek begreep, maar we van lichaamstaal.
Ik lachte en sloeg een arm om hem heen. Ik ging met twee armen om zijn nek hangen en gierde het uit toen hij me begon te kietelen.
"Stop!" riep ik terwijl ik mijn benen om zijn middel sloeg.
"Help!" riep Rhyddian naar Collin, maar Brinn was bij hem op zijn rug geklommen en hield zijn armen vast gepint.
"I can't!" riep Collin terug en hij grinnikte.
In de auto gin Hansel stuk van het lachen.
Rhyddian zette me op de motorkap, net op het moment dat Marleen vijf meter verderop "lachen" riep.
Ik keek haar kant op.
"Say 'cheese'!"
Ik lachte. De camera flitste.

~*†*~

2019

Ik kijk de garage rond voor nog meer foto's, maar ik zie ze niet.
"Wie is dit eigenlijk?" vraagt Pascal en hij wijst naar Brinn.
"Dat is Brinn. Je hebt hem toch el eens gezien?"
Pascal draait zijn hoofd.
"Hij is heel erg verandert."
"Ja," lach ik, "van buiten wel. Maar er zijn dingen aan Brinn die nooit veranderen."
Hansel buldert.
"Die Marter is nog steeds een broekie," roept hij, terwijl hij zijn vers gezette koffie drinkt. "Maar jij ziet er verandert uit juffrouw Creave."
"Dat kan. Ik drinkt koffie tegenwoordig."
Stomverbaasd kijkt de kale man me aan. Hij draait zich m en loopt terug.
"Dat moet ik zien. Waarom vertel je ondertussen niet hoe een coma slaapt?"
Pascal zucht.
"Dat kunt u beter niet doen. Ze is ervan overtuigd dat ze in een boek geleefd heeft."
"Klinkt geinig. Vertel."
"Kun je niet verder gaan waar je net gebleven bent?"
Ik knik.
"Best, maar ik wil eerst de koffie, daar heb ik inmiddels wel behoefte aan."

~*†*~

Hoofdstuk 5

"'Willen jullie iets drinken?' vroeg Duncan toen iedereen zat. 'Bier? Of een wijntje allicht?'
Dit aanbod op alcolhol werd door iedereen afgeslagen.
'Kopje koffie?' vroeg Gilan met een gemeen lachje.
Tijdens onze toch naar Socorro hadden de Skandiërs zijn voorraad verse koffiebonen er achter elkaar doorheen gejaagd. De reactie was dan ook enthousiast.
'Ik drink geen koffie,' weigerde ik beleeft.
Gilan snoof.
'Slechte gewoonte,' zei hij. 'Isis wilt ook koffie.'
Duncan rinkelde met een zilveren belletje fat op tafel stond. De deur naar de gang ging vrij wel onmiddellijk open en een bediende in uniform betrad de kamer. De koning bestelde voor iedereen koffie, waarop de bediende weer verdween.
'Misschien wilt u uitleggen welke missie u voor Hal en zijn bemanning in gedachten heeft, heer,' zei Crowley.
Duncan keek zijn commandant even aan en knikte.
'Een aantal jaar geleden heeft mijn dochter Cassandra jullie oberjarl Erak geholpen om aan een losgeslagen stam in de Arrida te ontsnappen. Tijdens die reddingsoperatie zag Cassandra zich genoodzaakt haar slinger te gebruiken tegen de
Leider van de opstandige stam, ene Yusal. De steen uit haar slinger trof hem vol op zijn hoofd. Hij overleefde het, maar misschien was het beter geweest als dat niet was gebeurd. Hij raakte zwaar gewond, was zijn geheugen kwijt en kan sindsdien niet meer praten of denken. Hij kon Daan eigenlijk weinig anders dan een beetje doelloos en kwijlend rondhobbelen, en intussen wat onzin uitkramen.'
Hij zweeg even en voegde er toen nog een kleinigheid aan toe.
'Ik heb begrepen dat dat ook zo moeder he lot was dat hij verdiende.'
Hal keek verbaasd op en keek even naar mij, alsof hij wilde controleren dat ik oké was.
Ik reageerde verder niet op de opmerking van de koning.
'Helaas bleek die Yusal een broer te hebben, Iqbal. Die broer werd de nieuwe leider van de stam. Hoe heten ze ook alweer?'
'De Tualaghi, heer,' zei Gilan. 'Het zijn rovers en moordenaars.'
Jezus, Maria en Josef.
Waarom begonnen de interessante gesprekken daar om de een of andere reden wel vaker mee?"

Zuster van de BroederbandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu