4.16

96 10 1
                                        

'Nee, ik heb geen idee wat ik ga doen.'"
"Het andere meisje kwam naast me staan. We staarden naar de weerspiegeling van de maan in het water.
'Weet je,' begon Lydia,' ik wilde nog... je wilde je nog  bedanken.'
'Bedanken?' herhaalde ik verbaasd. 'Waarvoor?'
'Die top die je mij gaf, over het dak. Dat Gilan en ik het dak in de gaten moesten houden. Het was een goede tip. En ook bedankt omdat je... nu ja, Hal vertelde hoe je Thorn hebt gered. Ik had eerlijk gezegd niet gedacht dat je dat kon.'
'Ik ook niet.'
We keerden weer terug naar de stilte.
'Ik jullie niet zonder Thorn verder laten gaan, of wel?' vroeg ik haar toen. 'Ik bedoel, hij is een Reiger.'
Lydia knikte.
'Ik wil dat je weet dat ik niet ga proberen om me de andere boeken te herinneren,' zei ik toen. 'Het zijn jullie levens, en die van jullie alleen. Daar heb ik niets mee te maken, dus ga ik ook niet doen alsof.'
'Dat kan zo zijn,' begon Lydia voorzichtig,'maar je hoort nog steeds niet in deze wereld thuis. Zelfs als je ons vergeet en je richt op een leven hier, zal het nooit jouw leven zijn. Het zal nooit het leven zijn dat jij kiest. Wat ik probeer te zeggen is, als je de keuze had, wat zou je dan doen? Zou je terug gaan? Naar jouw wereld?'
Ik schudde mijn hoofd.
'Zelfs als ik terug zou gaan, Collin is er niet meer. Natuurlijk heb ik dan nog Brinn en opa Bade, maar ik zal waarschijnlijk bij Elza moeten gaan wonen. Dus Brinn en opa Bade verlies ik toch. Het klink misschien raar, maar hier kan ik opnieuw beginnen. Misschien kan ik hier goed zijn in dingen die ik nooit kunt heb.
Dus als ik zou mogen kiezen, dan zou ik met jullie meegaan. Omdat ik in de afgelopen tijd heb gemerkt wie jullie zijn en omdat ik jullie vertrouw.'
'Waarom doe je dat dan niet?' Lydia's stem was zacht, maar bijna dwingend.
'Omdat jij dat niet wil,' antwoordde ik simpel. Lydia draaide zich naar mij toe. Haar ogen waren rustig en zacht, een blik die ik niet meer gewend was omdat ze me de laatste tijd alleen maar fel had aangekeken.
'Amara, ik zou het niet erg vinden als je blijft,' zei ze toen.
Ik knipperde met mijn ogen.
'Als ik... wat?'
'Als je... nou...'
Met een moeilijk gezicht draaide Lydia weer naar het water.
'Ik zou het niet erg vinden als je bleef. Niet zoals eerst, in elk geval.'
Ik begreep haar niet.
'Waarom?' vroeg ik.
'Omdat... omdat ik je niet niet aardig kan vinden. Omdat je dapperder bent dan je denkt. Omdat ik je niet zou moeten afwijzen af basis van wat je weet. Omdat de anderen je mogen. Omdat ik ook graag een keer een vriendin zou willen hebben.'
Stomverbaasd keek ik het meisje aan.
Toen nam Lydia een dapper besluit en keek me weer aan.
'Kom met ons mee, Amara,' zei ze.
Ik wilde wel iets moois terug zeggen, maar het enige, onelegante antwoord dat ik kon bedenken was: 'Oké.'"

~*†*~

2006

Furieus keek ik Collin en Elza strak aan.
"Nee!" riep ik en ik stapte met mijn voet op de vloer.
"Ik wil het niet!"
"Maartje," begin Collin en hij pakte mijn hand. Ruw trok ik me los.
"Laat!" schreeuwde ik. Wanhopig draaide ik naar Pascal, op zoek naar steun. Hij draaide zijn hoofd weg maar ik zag de blik in zijn ogen. Ik was niet dom.
"Je wist het!" riep ik beschuldigent tegen hem.
Pascal zuchtte.
"Amara, het...."
Hij kwam niet uit zijn woorden. Ik ook niet.
Uit pure frustratie schreeuwde ik het uit. Ik stampte de kamer door, de trap op, en smeet de deur zo hard mogelijk achter me dicht.
Zodra de deur dicht was zakte ik er tegenaan en barstte in huilen uit.
"Ik heb haar nog nooit zo mee gemaakt," hoorde ik Collin zeggen.
"Dat is Amara niet," antwoordde Elza. "Dat was Isis."
"Isis?" ik herkende verbazing in Pascals stem.
"Ja."
Ik kon Elza bijna voelen zuchtten.
"Alle meisjes uit de Van Adalaine familie hebben Isis. De... personificatie van onze woedde. De donkere kant, zeg maar. Logisch dat Isis er nu bij komt kijken. Een scheiding is nu niet echt iets waarmee ik dacht dat Amara om zou kunnen gaan."
"Maar ik had ook niet verwacht dat ze zó zou reageren," zei Collin.
"Pap, je kunt niet van haar verwachten dat ze het begrijpt. Ze ziet wel dat jullie ruzie maken en ze kan er niet tegen, maar ze begrijpt niet wat het betekend."
"Dat weet ik, Pascal, ze is mijn dochter."
"Ja."
"Ze draait wel bij," zei Elza.
Ik luisterde niet naar de rest. Een zoutige smaak vulde mijn mond en ik zocht naar adem. Ik leek niet genoeg te kunnen vinden.
Achter me ging de deur open. Collin tilde me op en droeg me naar het bed.
Ik klauw de mijn vingers in zijn overhemd.
"Doe het niet," huilde ik. "Ik wil het niet."
Collin zuchtte. Hij vouwde zijn armen om mij heen en trok me stevig tegen zich aan.
"Ik ook niet, Maartje," fluisterde hij. "Maar nog minder wil ik dat het zo blijft. Elza en ik... het gaat gewoon niet. Niet voor ons, en ook niet voor jou en Pascal."
Lange tijd bleek en we zo zitten. Hij ging niet weg toen ik tegen hem aan in slaap viel en hij was nog steeds bij me toen ik de volgende echter wakker werd.
Ik was er heilig van overtuigd dat hij mij nooit zou verlaten. Mijn Collin. Mijn papa.

~*†*~

Hoofdstuk 56

"'Maar niet als Amara,' zei ik. 'Dat gaat me nooit lukken, zo sterk ben ik niet.'
Lydia trok één wenkbrauw op.
'En iemand anders wel?' vroeg ze.
Ik knikte.
'Isis,' zei ik. 'Ik heb Isis nodig.'
'Wie is Isis?' vroeg Lydia stomverbaasd.
Ik haalde diep adem, zoekend naar een manier om het goed uit te leggen.
Isis van Adalaine van was Elza's oma's tante. De eerste Isis. Ze zou een scherp en verdedigend karakter gehad hebben. Een beetje opvliegend. Sinds haar zeiden ze dat elk Van Adalaine meisje in elk geval een deel van haar sterke karakter zou hebben, en werd ook elk eerst geboren meisje naar haar vernoemd.
'Isis is mij, op een bepaalde manier,' antwoordde ik. 'Een deel, in elk geval. Het sterkere deel.'
Lydia deed aanzienlijk haar best het te begrijpen.
'Juist.'
Ik grinnikte.
'Isis is de naam die mijn familie geeft aan de woedde. Je hebt aar gezien, toen ik boos was op jou en Stig met die wedstrijd met de Morzel. Het was Isis die dapper genoeg was om Thorn te redden.'
Ze glimlachte.
'Oké dan,' zei ze.  Dus... Isis?'
Ik lachte on haar toon en stak mijn hand uit.
'Isis,' stelde ik me voor.
'Lydia.'
Ze schudde mijn hand. Een tel later lagen we allebei in een deuk. Het was een raar idee, maar het voelde goed.
Toen we uit gelachen waren keek Lyfia me weer wat serieuzer aan.
'Dus wat betekend dit precies?' vroeg ze.
'Dit beteken dat ui niet ga zoeken naar een weg naar de andere wereld. Het betekend dat als jij zeker weet dat je me wilt hebben, ik bij jullie blijf.'
Lydia lachte.
'Ik weet het zeker.'

Zuster van de BroederbandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu