H6 werkdag op steroïden

75 3 0
                                    

Kwart voor tien kom ik aan bij het Amstelhotel. Kai staat buiten om gasten op te wachten.

'Verslapen?' vraagt hij met dichtgeknepen ogen om mijn reactie te peilen.

'Nope, ik mocht later beginnen.' Deel ik hem mee en glip langs hem heen op weg naar de personeelsingang.

Eenmaal in de personeelsruimte zit Chantal druk met Sander te praten, maar de deur van hun kantoortje zit dicht. Met handgebaren deelt zij hem iets mee. Sander is nu aan het woord en gebaard nog erger met zijn handen. Zweet drupt van zijn hoofd.

Voordat ze mij in de gaten krijgen kleed ik mij om en richt me op de planning voor vandaag.

Mijn naam staat er niet op. Hoe kan dat nu weer?

Sander ziet mij turen naar het bord en klopt op de raam van het kantoortje en wenkt dat ik naar binnen moet komen.

Ik probeer vriendelijk te kijken, maar ik voel de bui al hangen. Met lood in mijn schoen loop ik naar binnen. De zorgelijke blik van Sander zegt genoeg, er is een probleem die hij niet kan oplossen.

'Aafke, jij was gisteren bij Joe,' constateert hij en ik knik. Dat was zo. Hij heeft mij er zelf heen gestuurd.

Met zijn handen in het haar probeert hij na te denken. 'Heb je daar ook iemand anders gezien, of heeft hij over iemand anders gehad?' Zijn paniek is te horen in zijn stem.

Ik kijk hem fronsend aan. Hij wist toch dat ik er nog geen kwartier was geweest? Niemand weet toch dat hij er is behalve hijzelf en Chantal?

Ik schut mijn hoofd.

'Ik begrijp er helemaal niets van!' roept Sander uit en ik begin ongeduldig te worden.

'Wat is er aan de hand?' vraag ik aan Chantal hopend dat ik van haar wel antwoorden zal krijgen.

'Joe geeft aan dat hij graag ''Roos'' wil zien,' zegt ze en mijn hoofd wordt rood, 'we hebben geen idee wie Roos is. Geen kamermeisje geen enkele medewerker werkt hier met die naam. We zijn bang dat iemand naar binnen is geslopen. Dat zijn verblijf is uitgelekt. We gaan de beveiliging verhogen.'

Wil Joe mij nog een keer zien nadat ik mij zo lomp had gedragen? Ik had er gisteren goed over nagedacht en ik kwam tot de conclusie dat ik door mijn gebrek aan eten me als een kreng had gedragen. Maar hij was ook niet een echte heer te noemen.

'Ik ben Roos,' zeg ik zacht. Sander en Chantal kijken mijn verward aan. 'Mijn tweede naam is Roos, hij kon Aafke niet uitspreken dus bood ik aan dat hij mij Roos mocht noemen.'

Terwijl ik de laatste woorden sprak, zag ik Sander ontspannen en zuchten. Hij zat zich echt op te eten over dit mysterie.

'Ah, wat fijn dat we nu weten wat er aan de hand is. Ik was zo bang dat er iemand naar binnen geglipt was.' Sander masseert zijn knieën.

'Ik ga niet naar hem toe.' Deel ik hun mee en zie de paniek weer in Sanders ogen.

'Ik ga liever met koffers sjouwen dan bij hem op de kamer zitten.' Geen idee waar mijn sterke woorden vandaan kwam, maar ik zei ze met volle overtuiging.

Chantal gaat achter het bureautje zitten en buigt zich naar mij toe. 'Is er iets gebeurd wat niet door de beugel kon?' vraagt ze terwijl ze een hand op mijn hand legt.

Ik frons en denk na over haar woorden. Opeens schieten mijn ogen wijd open en snap waar zij op doelt. 'Wat, nee!' roep ik, 'er is niets gebeurt. Maak jullie je maar geen zorgen. Echt, niets aan de hand.' Mijn hoofd is rood en ik voel me een beetje voor het blok gezet. Dachten ze echt dat ik aangerand was of zoiets?

'Waarom wil je niet naar hem toe?' vraagt Sander mij indringend.

'Hij zat me te beledigen.'

'Echt?' vraagt Chantal.

'Nou ja, ik voelde mij beledigd. Achteraf viel het misschien wel mee.' Moest ik bekennen.

'Laten we dan onderhandelen.' Zegt Sander kordaat en ik ben verbaasd over zijn woorden.

'Over wat?' vraag ik hem.

'Over wat je ervoor terug wilt krijgen als je weer naar hem toe gaat.' Wil hij mij nou omkopen? Hij is wel echt wanhopig. En ben ik zo goedkoop om daar op in te gaan?

Ik kijk in zijn ogen en zie dat hij echt radeloos is. Zuchtend leun ik tegen de deurpost aan.

'Het is al goed, ik ga wel,' zeg ik met tegenzin.

'Nee, het is niet goed, we willen graag iets terug doen voor je,' Chantal bemoeid zich er mee.

'Ik weet het nog niet oké? Ik kom er later wel op terug,' zeg ik en sjok de kamer uit op weg naar de president suite.

'Bedankt, we vergeten dit niet!' Roept Chantal terwijl ik het pad kruis met Kai. Hij ziet de ongelukkige blik in mijn ogen en geeft mij een bemoedigend schouderklopje zonder te weten wat ik ga doen. Ik waardeer zijn gebaar en ik trek voor hem mijn mondhoeken iets om hoog.

Ik klop aan en maak zelf de deur niet open. Snel wordt de deur open gemaakt en ik kijk in de bruine ogen van Joe.

'Kom binnen,' zegt hij en maakt een gebaar met zijn hand.

Met weinig energie loop ik naar het midden van de kamer. Ik draai mij om en kijk hem aan, wat wil hij toch van me?

'Ik bedoelde het niet zo gisteren,' begint hij, 'ik dacht dat je..'

Voordat hij zijn zin kon afmaken was ik hem voor. 'Je zou wel vroeg wakker zijn geworden met al die gillende fans onder je ''balkon''' zeg ik en maakte haakjes met mijn vingers in de lucht.

'Het spijt me,' zegt hij en kijkt naar zijn voeten die heen en weer schuifelen, 'normaal zou het al lang uitgelekt zijn. Ik had niet zo stug moeten reageren.'

Verbaasd door zijn spijtbetuiging kantel ik mijn hoofd. Ik zie dat hij het meent. Misschien is hij niet een verwend nest die alles maar in zijn schoot geworpen krijgt. Misschien kan ik wel langer blijven om even te praten.

'Het is al goed,' zeg ik en in gedachten kan ik wel schreeuwen dat ik zo gemakkelijk over stag ga.

'Ik was niet helemaal op mijn best gisteren, ik had al een hele werkdag gehad.' Bekende ik hem.

'Zullen we overnieuw beginnen?' vraagt hij met een klein lachje.

'Ja dat is goed,' knik ik en ik steek mijn hand uit om mij opnieuw voor te stellen. Hoe ontzettend stijlloos van mij en ik had gelijk spijt. Joe leek het niet te merken en schut mijn hand.

'Noem mij maar Joey,' zegt hij en zijn lach wordt breder. Waarom is het mij nooit eerder opgevallen dat hij kuiltjes in zijn wangen krijgt als hij lacht?

'Ik ben Aafke,' zeg ik. 'Aafke?' weer spreekt hij mijn naam helemaal verkeerd uit. 'Noem mij maar Roos,' zeg ik met een knipoog.

Samen gaan we zitten in de zithoek bij een tafeltje voor de dichte gordijnen die okergeel zijn. 

Hotel de BotelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu