Hoofdstuk 2

54 9 7
                                    

Het gouden balletje vloog door de lucht, recht op de Zoeker af die zich achter me had gepositioneerd. Mijn snelle worp had de Zoekers achteruit laten deinzen, duidelijk bewust van het gevaar die iemand als ik kon vormen. Het balletje kwam tegen de schouder van de Zoeker aan en het goud trok door zijn schouder naar zijn arm tot hij zich amper meer kon bewegen en de pijn op zijn gezicht te lezen stond.

Mijn verrassingselement en wapen waren hiermee beiden verdwenen, maar ik had tenminste één van hen al uit kunnen schakelen. De man kreunde van pijn en zakte op de grond, terwijl het goud langs zijn arm richting zijn vingers uitspreidde. Het zou hem niet doden, maar het zou hem niet helpen in een gevecht.

De onderbevelhebber wist zichzelf snel uit zijn schok te bevrijden en kwam al op me af. De gouden handboeien glinsterden gevaarlijk in zijn handen. Dezelfde soort handboeien hadden littekens achtergelaten op mijn moeder's polsen, waar ze soms overheen wreef terwijl ze naar het lege bos staarde met een gepijnigde blik.

Ik sprong van de bank af en snelde me richting het gat in hun aanval die was ontstaan door het wegvallen van de eerste Zoeker. De twee overgebleven Zoekers trokken hun wapens.

'Je kunt nergens heen,' snauwde de onderbevelhebber, duidelijk woedend om wat ik had gedaan. 'Maak het jezelf makkelijk en kom met ons mee, voordat je iets doet waar je spijt van krijgt.'

Ik grijnsde. 'Er is niets wat ik kan doen waar ik spijt van zal krijgen,' zei ik. Ik trok een klein gouden mes tevoorschijn die ik altijd bij me droeg, verstopt onder mijn kleding. Het zou niets uithalen tegen de zwaarden waar de Zoekers mee uitgerust waren, maar daar was het ook niet voor bedoeld.

Mijn moeder had me ooit een volledige dag messen laten gooien, tot ik tien messen achter elkaar in het doelwit wist te krijgen. Ik had daar uren gestaan, voor die boom met het doelwit erop gemarkeerd. Zonder pauze, zonder eten of drinken. Uren waarin ik uitputte, waarin de dag veranderde in de nacht. Uren, tot ik het uiteindelijk voor elkaar kreeg.

Ik wierp het mes richting de onderbevelhebber. Met een flinke snelheid raasde het mes op de man af, richting zijn schouder zoals ik ook het balletje had geworpen. Ik had het mes een tollende beweging meegegeven, zodat het moeilijker was voor de onderbevelhebber om het te volgen of tegen te houden. De man focuste zich op het mes die op hem af kwam en hield zijn zwaard voor zich.

Met een bijna nonchalante slag van het zwaard haalde hij mijn mes uit de lucht.

Ik kon het bijna niet geloven terwijl ik toekeek hoe mijn mes met een doffe bons op de grond terecht kwam, voor de voeten van de onderbevelhebber. Snel probeerde ik mijn concentratie te herpakken en ik reikte naar mijn tweede mes. Deze zou ik niet werpen, niet nogmaals.

'We kennen de vechttechnieken die jij gebruikt meisje,' lachte de onderbevelhebber geamuseerd. 'Hoe naïef om te denken dat je ons kan verslaan met de technieken van iemand die ooit onze troepen aanstuurde.'

Aanstuurde? De verwarring moest op mijn gezicht te lezen zijn, want de onderbevelhebber kreeg een gemene grijns op zijn gezicht.

'Al die technieken die jij hebt geleerd van je moeder, zijn afkomstig van onze voormalige generaal.' Hij hief zijn zwaard weer, klaar voor de aanval. Nu pas herkende ik de houding en de techniek die hij gebruikte. Het was mijn techniek, exact zoals mijn moeder me had geleerd. 'Een meisje zoals jij is niet opgewassen tegen getrainde soldaten.'

Ik klemde het heft van mijn mes wat steviger vast. Ik durfde me bijna niet te bewegen onder de blik van deze twee soldaten, bang dat ik een aanval zou laten starten. Had hij gelijk? Kon ik soldaten verslaan die dezelfde training hadden gehad als ik, misschien zelfs betere training?

Mijn handen trilden, maar ik focuste me. Misschien kon ik dit niet, maar ik zou het proberen.

De soldaten kwamen dichterbij. Achter me bevond zich het bos. Het bos die ik perfect kende, maar die niet dichtbegroeid genoeg was om in te verstoppen. Als ik zou rennen, betekende dat dat ik mijn rug naar de soldaten toe moest keren. Dat was geen mogelijkheid.

Golden TouchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu