1

98 5 1
                                    

Pov Maxim

Met de witte kraag die boven zijn donkergroene effen trui uitkwam zag hij er onwijs aantrekkelijk uit. Voorzichtig keek ik zijn kant uit en ik moest moeite doen om geen gat in zijn hoofd te staren. Hoe kon een mens zo ontzettend knap zijn zonder er ook maar iets voor te hoeven doen? Althans, dat dacht ik. Misschien stond hij elke ochtend wel urenlang voor de spiegel om ervoor te zorgen dat hij er overdag op zijn best uitzag. Ik keek naar hem terwijl hij met een vriend aan het praten was. Hij lachte om iets wat de vriend zei en zijn witte rechte tanden werden zichtbaar. Alleen al zijn tanden waren perfect. Om nog maar niet over zijn haar, ogen, mond, neus en lichaam te beginnen.

Zijn hoofd draaide en zijn ogen kruisten die van mij. Ik verstijfde en richtte mijn blik zo snel mogelijk naar mijn schoenen. Shit, straks zag hij dat ik naar hem staarde. In mijn ooghoeken was een beweging waarneembaar. Mijn hart begon sneller te kloppen toen ik zag dat hij mijn kant op liep. Hij kwam steeds dichterbij en het was maar al te duidelijk dat hij echt naar mij toe kwam. Het zweet brak me uit en ik vreesde voor hetgeen wat hij zou gaan zeggen.

'Waarom kom je niet bij ons zitten?' Vroeg hij me enkel. Ik verstomde. Vond hij het niet raar dat ik hem zo nadrukkelijk had bekeken? Aarzelend keek ik hem aan. Met een doordringende blik keek hij recht in mijn ogen. 'Je weet dat het nog lang kan duren voor Oscar er is,' zei hij tegen me. Ik slikte en keek naar de deur waarvan ik wenste dat Oscar er snel doorheen zou komen. De deur bleef dicht. 'Kom nou maar, je weet hoe Oscar is,' vervolgde hij zichzelf en legde zijn hand op mijn schouder. Voorzichtig dwong hij me door middel van zijn hand om met hem mee te lopen. Bij onze vriend, Sol, bleven we staan.

Sol zuchtte. 'Oscar neemt z'n tijd.' Ik keek nog een keer naar de deur. Zou hij nog wel komen? 'Zeg, Viktor, heb jij nog wat sigaretten over?' Sol keek vragend naar de man die nog altijd zijn hand op mijn schouder had liggen. Verbaasd keek ik op na het horen van deze vraag. 'Sinds wanneer roken jullie?' Vroeg ik nog voor Viktor iets kon zeggen. Zowel Viktor als Sol keken me aan. Viktor glimlachte triest naar me. 'Sinds dingen,' antwoordde hij ontwijkend. Ik blies geërgerd wat lucht uit. Zijn uiterlijk mocht dan wel adembenemend zijn, zijn innerlijk was dat absoluut niet. Waarom waren we vrienden als hij van alles voor me verzweeg? Sol wist er blijkbaar wél alles van. 'Je ziet eruit alsof je ook wel een sigaret kan gebruiken,' grinnikte Sol. Hij gaf me een stevige klap op mijn schouder en ik keek hem geïrriteerd aan. Hij lachte er alleen maar om. Viktor rommelde in de zak van zijn jas en haalde een pakje sigaretten tevoorschijn. Hij liet Sol er één uitpakken en stak vervolgens het pakje uitnodigend in mijn richting.

Ik twijfelde. Roken had ik nog nooit eerder gedaan. Het stond er wel om bekend stress te verminderen. Ik verlangde ernaar om minder stress te hebben, al was het maar tijdelijk. Aarzelend pakte ik een sigaret uit het pakje. Ik draaide het rolletje tussen mijn vingers en keek er aandachtig naar. Ging ik dit echt doen? Wilde ik dit? Met zijn aansteker stak Viktor zijn eigen sigaret aan. Hij keek me voor een paar seconden aan, waarna hij ook Sol van vuur voorzag. Ik zag hoe Sol een diepe trek van de sigaret nam. Na een paar seconden blies hij langzaam uit en een kring van rook stroomde uit zijn mond. Gefascineerd keek ik ernaar. Sol nam een tweede trek terwijl ook Viktor de tabak inhaleerde. Viktor maakte een vlammetje met zijn aansteker en ik keek er een tijdje naar. Het vlammetje danste licht heen en weer. In een stap stond Sol dicht voor me, hij blies de rook uit in mijn gezicht. Haastig zette ik een stap achteruit. Ik botste ergens tegenaan en geschrokken draaide ik me om.

Oscar keek me met een geamuseerde glimlach aan. 'Rustig aan, vriend,' zei hij. Oscar liet zijn blik op de sigaret tussen mijn vingers vallen. Langzaam trok hij zijn wenkbrauwen op. 'Sinds wanneer heb jíj besloten te roken?' Vroeg hij. Ik haalde mijn schouders op. In feite was ik nog niet begonnen, want de sigaret was nog niet verder dan mijn hand gekomen. Of Oscar rookte wist ik niet. Wat wist ik eigenlijk wel van mijn vrienden? Waren het mijn vrienden wel? Ik wist dingen van ze, maar hoe wist ik of het de waarheid was? Misschien waren het wel allemaal leugens. Ze vertelden elkaar dingen, maar hielden mij erbuiten. Waarom ging ik ook eigenlijk nog met ze om?

Maxim (manxman)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu