Hoofdstuk 24

163 6 1
                                        

Het was allang donker en mijn vrolijke alcohol roes was ook weg. Het regende en ik was enorm verdwaald. Ik liep ergens door een buitenwijk maar ik herkende niks. Mijn mascara liep in twee stroompjes van mijn gezicht en maakte een mooi kunstwerkje van mijn wangen. Er liep verder niemand op straat. 

Na een tijdje merkte ik dat de huizen minder mooi werden en ik merkte een paar dichtgetimmerde ramen op. Deze buurt werd duidelijk niet onderhouden. Een onveilig gevoel daalde over me neer. Ik voelde me niet echt op mijn gemak. Ik had echt geen idee waar ik heen moest, ik had geen mobiel en ik was absoluut niet van plan om iemand aan te gaan spreken.  Zuchtend liep ik verder. Ineens hoorde ik voetstappen sneller dichterbij komen. Toen ik me omdraaide liep diegene vol tegen me aan. We vielen beide op de grond. ''Jezus kijk uit waar je loopt achterlijk gladiool. Nooit gehoord van niet tegen vreemden aanrennen?!'' riep ik boos naar mijn belager. Diegene die mij had omver gelopen had een hoodie over zijn gezicht. Haastig krabbelde de persoon op. ''Hallo?!'' schreeuwde ik boos ''Ga je nog sorry zeggen?'' Toen ik besefte dat het een jongen was, rende de jongen zonder iets te zeggen weer door.

En ik zou ABSOLUUT Avril Jones niet zijn als ik niet achter hem aan gerend was. De jongen zou hoe dan ook sorry gaan zeggen! (plus ik had toch nergens om heen te gaan). Op de hoek van de straat haalde ik hem in. Ik trok hem aan zijn arm een steegje in. ''Laat me los'' zei de jongen een tikje buiten adem. ''Niet totdat je sorry zegt''. ''Sorry'' mompelde de jongen verbaasd. Ik liet zijn arm los maar bleef wel voor hem staan. ''Waarom rende je?'' Ik zag nog steeds alleen zijn lippen en neus. Zijn lippen stonden in een aandoenlijke grijns. Hij zuchtte ''Ik ben op de vlucht''. ''Waar vlucht je van?'' vroeg ik nieuwsgierig. ''Niet jou zaken'' grijnsde hij. ''Als jij mij omver loopt omdat je rent wil ik wel weten wat zo belangrijk is''. ''En ik wil graag een zomerhuis op Ibiza maar dat krijg ik ook niet'' grapte hij. 

ik keek hem beledigd aan. ''Goed, dit was heel gezellig maar ik moet weer gaan voordat ze me vinden'' zei de jongen. ''Wie je vinden?'' vroeg ik nu echt geïnteresseerd. ''Adjeu cheri'' zei hij galant. Hij liep verder de steeg in. Ik kon deze jongen absoluut niet laten gaan al had ik geen reden om hem tegen te houden. Ik was geïnteresseerd geraakt naar hoe zijn ogen eruit zagen. Hij straalde wat uit. Dus ik liep hem achterna. Ik bleef tien meter achter hem en achtervolgde hem. Hij bleef in de schaduwen en ik bleef in de zijne. Opeens ging hij een hoek om en was ik hem kwijt. Ik stond voor een appartement met drie verdiepingen. Langs het appartement liep een metalen brandtrap omhoog. Ik liep naar de brandtrap en klom op de trede. ''Mensen volgen is niet echt netjes he'' hoorde ik een stem zeggen. Ik draaide me om maar ik zag nog steeds niks. ''Kijk ik weet dat ik leuk ben en zo maar..'' ik hoorde hem lachen. Weer keek ik om me heen. Hij floot ''Hier zo'' zijn hand kwam van op het dak naar beneden. Ik keek hem grijnzend aan ''Gevonden''. Zijn lippen glimlachten naar mij. Hij stak zijn hand naar me uit en liet zijn benen over de dakrand bungelen. ''Enchanté ik ben Luke. ''Avril'' zei ik kort. Ik boog me langzaam naar hem toe. Er heerste een soort van spanning tussen ons. Ik kwam dichterbij en hief mijn hand voorzichtig naar zijn capuchon op. Hij bleef heel geduldig zitten zonder te bewegen. Ik haalde langzaam zijn capuchon van zijn hoofd. 

De meest knappe jongen ooit. Mijn hart stond een moment stil toen ik hem in zijn ogen keek. Hij leek ook vastgezogen te zitten aan mijn ogen. Het voelde alsof de hemel open gingen en er dansende eenhoorn hun magische krachten over ons heen wierpen. Nee oké hij was knap maar gewoon normaal knap. Ik schudde mijn hoofd even om mijn fantasiebeeld weg te jagen. Hij leek ook uit het moment te ontwaken en keek me aan. ''En? Wat doet zo'n mooi schattig meisje als jij hier midden in de nacht?'' vroeg hij. ''Dat kan ik net zo goed aan jou vragen'' zei ik. ''Klopt, maar ik ben geen meisje, wel mooi en schattig. ''Ik lachte kort. Er spookte duizend en een vragen door mijn hoofd maar geen een wilde de weg naar mijn tong vinden. Luke leek hetzelfde te hebben. Daarom bleven we in een fijn stilzwijgen naast elkaar zitten. 

De stilte werd verbroken door gierende banden van een auto. De auto kwam tot stilstand voor het steegje waarboven we zaten. Ashton stapte uit. Meteen deed Luke zijn capuchon weer op en maakte aanstalten om weg te gaan. ''Waar ga je heen fluisterde ik naar hem?''Hij keek me spijtig aan en wees met zijn duim naar Ashton. ''Avril lieveling? Ik weet dat je hier zit snoepje!'' schreeuwde Ashton. Met een ruk keek ik naar beneden naar het steegje. Toen ik me omdraaide was Luke weg. Ashton had zijn mobiel in zijn hand. ''Avril, liefje! Het is geen tijd om verstoppertje te spelen schat.'' ''Of je komt nu of ik kom je zoeken en dat zal heel wat minder plezierig zijn.'' schreeuwde hij weer luid. Ik zat in de val. 

*****************************************************************************************************spannund ;)








Badass rulesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu