Hoofdstuk 8

364 32 5
                                    

29 augustus, mijn verjaardag, een dag als iedere andere dag. Ik opende mijn ogen en stond op. Het waren de laatste dagen van de zomervakantie en dat was maar goed zo. Ik kon het niet langer aan om niets te doen, ik had school nodig. Toen ik in de eetruimte aankwam lag er een briefje op tafel. Sorry, ik moest weg voor werk. Ik ben er overmorgen weer, beloofd. XXX mam
Mam had een baan waarvoor ze veel naar het buitenland moest reizen. Daardoor was ik vaak alleen thuis, maar het was niet erg, ik was er al aan gewent. En ik was nu 16, ik kon het wel aan alleen te zijn, ik vond het ook leuker om alleen te zijn. Mam zaagde toch alleen maar op me als ze thuis was. Ik deed mijn kleren aan en at een boterham. Daarna pakte ik mijn fiets om een stukje te gaan rijden. Dat deed ik vaak om mijn hoofd leeg te maken.

Ik was al even aan het fietsen toen het gebeurde. Ik stond aan het kruispunt voor het rood en keek om me heen. Ik was al naar de bakker geweest voor vanmiddag en had al enkele rondjes rond de kerk gereden. Toen ik daar stond op het kruispunt gebeurde het. Ik keek om me heen en alles vervaagde. Er kwamen beelden van vroeger, van hoe het der had uitgezien jaren geleden. Het leek wel of ik in het verleden keek. Plots sprong het licht weer op groen en werd ik uit mijn dagdroom gehaald. Ik reed meteen weer naar huis, legde het brood in de kast en de taart in de ijskast. Verder dacht ik niet echt meer na over wat er op het kruispunt gebeurt was. Ik kon me wel vaker in dagdromen verliezen dus hechte ik er niet echt belang aan.

Na mijn middageten ging ik opnieuw fietsen. Deze keer bleef ik op het bankje bij de kerk zitten tot het 4 uur door was. Daarna ging ik naar de winkel om nieuwe Fanta te kopen. Ik had die middag de laatste fles leeg gedronken. 'Ah, August' lachte Mark. Hij zat altijd achter de kassa in de supermarkt. 'Hallo Mark' zei ik en zette het six-pack Fanta op de lopende band. Ik keek hem aan en er verscheen weer een beeld voor mijn ogen. Het was Mark bij een dierenarts. Voor hen lag een grote hond met veel haar, ik wist niet meteen welk ras het was.'Het is echt beter voor de hond zo' hoorde ik de dokter zeggen. 'Dat weet ik' antwoordde Mark daarop. Daarna liet de dokter de hond inslapen.'Hey August' zei Mark luid en knipte in zijn vingers. Het beeld verdween en ik zag Mark verbaasd naar me kijken.'Gaat het wel? Je was even weg daar' zei hij.'Ja het gaat wel' zei ik en pakte mijn geld om te betalen. 'Ik wist niet dat je een hond had'.'Ja, een golden retriever' zei Mark.'Maar ze was erg ziek dus ik heb haar een jaar geleden moeten laten inslapen'.'Wat jammer' zei ik en pakte het pak Fanta. 'Ze was een mooie hond'. Ik wandelde de winkel uit let het gevoel dat Mark me nastaarde. Toen ik weer op mijn fiets stapte wist ik het. Hoe kon ik weten van die hond? Hoe wist ik dat het een mooie hond zou geweest zijn? Het beeld dat ik had gezien had me verteld wat er in het verleden gebeurt was. Op dat moment besefte ik dat ik iets had wat me anders maakte, alweer. Ik was altijd al anders geweest als de rest. Een abnormale gave om in het verleden te kijken kon er ook nog wel bij.

Toen ik die avond naar de kaarsjes zocht vond ik maar 1 kaarsje. Ik zuchte. Beter 1 dan geen. Ik stak het aan en zette het in de taart die ik gekocht had. Ik sloot mijn ogen en blies de kaars uit. Op dat moment voelde het alsof er iets veranderde. Maar dat was die dag al gebeurt...

De 12 kinderen(#1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu