De 12 kinderen(#1)

Hoofdstuk 27

Mia zat te huilen aan de grote ronde tafel en André probeerde haar te troosten, maar zonder succes.'Het komt wel goed Mia' zuchte André en legde zijn hand op haar been.'We vinden ze wel, dat beloof ik'. André keek haar in de ogen en ze lachte.'Dankje André' lachte ze.'Heb je nu serieus je gave op haar gebruikt?' vroeg Oc.'Problemen mee?' vroeg hij en stond op.'Nee hoor' zuchte Oc.

'Wat gaan we nu in godsnaam doen?' vroeg Julie aan June. 'Laat me even doen' zuchte ze en sloot haar ogen. June zat in kleermakerszit in de tuin aan de vijver. In de vijver zwommen 2 vissen, een zwarte en een witte. De zwarte had een witte stip en de witte een zwarte. Ze cirkelde altijd om elkaar heen, als jing en yang.'Wat ben je aan het doen?' vroeg Julie verward.'Ik probeer een visioen op te roepen' zei June.'Zodat ik weet wat te doen'.'Denk je dat het gaat werken?' vroeg Julie. June opende haar ogen en keek Julie smerig aan.'Laat me gewoon even alleen oké' zuchte ze.'Oké, ik ga al' zuchte Julie en ging weer naar de grote hal.'En, wat zei ze? vroeg Maarten. Iedereen keek vol verwachting naar Julie.'Ze is er nog over aan het denken' zuchte ze en ging aan de tafel zitten.'Ze probeert een visioen op te roepen'. 'Een visioen oproepen?' vroeg August verbaasd.'Is dat mogelijk dan?' vroeg Jana verward.'Ik dacht dat ze spontaan kwamen'.'Doen ze ook' zuchte August. 'Ik weet niet of het haar lukt er eentje op te roepen'. Niels zuchte.'Wat moeten we doen dan? Ik kan niet hier zitten nietsen wanneer deze gekken Neal hebben!'.'We hebben allemaal familie en vrienden die we graag willen redden Niels' zei Febe streng.'Maar we wat we ook doen, we doen het samen'. 'Febe heeft gelijk' zei Sam.'We mogen ons nu niet roekeloos gaan gedragen, ook niet wanneer een gek onze families heeft'. June kwam wat later zuchtend de kamer binnen en zonder een woord te zeggen ging ze op haar plaats zitten. 'Is het je niet gelukt?' vroeg Demi sip. June keek op en lachte.'Ik weet wat we moeten doen'.

'Wat? Echt?!' vroeg Maarten verbaasd. 'Dacht je dat het me niet zou lukken dan?' vroeg ze.'Niemand dacht dat het ging lukken June' zei Oc.'Lekker veel vertrouwen in jullie leider zeg' zuchte June en stond op.'Sam, ga je mee naar de bib? Ik moet wat dingen opzoeken'. 'Ja, ik kom eraan' zei hij en keek even naar August om zijn reactie te kunnen zien. Daarna volgende hij June en Mist naar de bib en ging naast haar aan het tafeltje zitten.'Wat heb je gezien?' vroeg Sam.'Een edelsteen' zei June en keek zoekend naar de boeken op de planken.'Een diep donker blauwe edelsteen die zich bevind in een grot met roze achting water'. Ze zuchte.'Ik heb geen idee waar dat is, maar ik hoopte dat jij het wel wist'. Sam dacht even na en wandelde toen naar de boekenkasten. Hij wreef met zijn hand langs de boeken en pakte er toen 1 uit. 'De blauwe smaracht van de magie bronnen in het Noorden' las hij luidop. 'Ik denk dat dit het is'. Hij legde het boek op tafel en bladerde wat verder. 'Is dit wat je gezien hebt?'. Op de pagina stond een tekening van een glimmende blauwe steen met daar rond kleine roze watervalletjes.'Dat is het' zei June.'Daar moeten we heen'.