Hoofdstuk 22

272 26 1
                                        

Ik werd langzaam wakker op een koude vloer. Ik veegde verward door mijn ogen en keek om me heen. Ik zat in een ruimte waar geen licht te bekennen was. Verward voelde ik aan mijn rug, geen vleugels. Daarna voelde ik op mijn hoofd en slaakte een zucht van opluchting. Ik had hem nog. In mijn kroon bevond zich het kristal. Het kristal waarmee ik de magische bron die door de bergen in het Noorden liep stroomende hield. Ik pakte de kroon van mijn hoofd en raakte het roos paarse kristal aan zodat het een zacht licht afscheen. Toen het lichter werd zag ik dat er nog anderen in de donkere ruimte zaten. Allen staarden ze vol verbazing naar mij. Er zat wel logica achter als je bedacht dat ik de prinses was, nou eigenlijk zo goed als koningin. Ik zuchte. Een ontvoerde prinses...'Zitten er batterijen in ofzo?' vroeg een jonge vrouw en kwam dichterbij.'Batterijen?' vroeg ik verward.'Wat zijn dat?'.'Jij ziet er raar uit' zei een kleiner meisje in de hoek van de kamer. Ze zat naast een jongen van ongeveer mijn leeftijd.'Ssst Lies' zei hij met een zachte stem.'Ze is duidelijk nog wat in de war'.'Wie niet' zei een jongen aan de andere kant van de kamer.'Stop met dat geklaag Mathias' zuchte een andere jongen van mijn leeftijd die naast een meisje van ook ongeveer mijn leeftijd zat. Pas later zag ik dat achter het meisje nog een kleiner meisje verstopt zat. Verder zaten er nog 6 anderen dacht ik.'Waar ben ik hier?' vroeg ik verward.'Zeg jij het maar' zuchte de jongen die aangesproken werd als Mathias.'Wie ben jij eigenlijk?' vroeg de oudere vrouw.'Weet je dat niet dan?' vroeg ik verbaasd.'Zou het moeten dan?' vroeg ze. Ik staarde verbaasd voor me uit.'Jullie weten echt niet wie ik ben?'.'Nope' zuchte Mathias.'Vanwaar heb je die tiara? Het is een hele mooie' zei het klein meisje dat Lies heette.'Ik heb hem van mijn ouders gekregen voor mijn 11de verjaardag' zei ik.'Hij is op maat gemaakt'.'Verwend wicht' kuchte een jongen vanuit de hoek.'Je hebt nog altijd je naam niet gezegd, prinses' zei de vrouw.'Mijn naam is prinses Amelia van het magische rijk' zei ik en rechte mijn rug.'Hoe luid jou naam?'.'Die heeft duidelijk een grote klap op haar kop gehad' zei Mathias.'Mijn naam is Maya' zei ze en stak haar hand uit.'Wat is de bedoeling van dit vreemd vertoon?' vroeg ik verward.'Die is niet van deze wereld' lachte een meisje die even oud was als mij.'Wat heeft die geslikt?'. Lies stond op en waagde het dichterbij te komen.'Ben jij een prinses?' vroeg ze met grote ogen.'Ja, kroonprinses' zei ik.'En bijna koningin'. 'Wauw...' zuchte ze.'Lies kom terug' zei de jongen streng.'Ze is een gek'.'Maar Erik...' zuchte ze.'Hier' zei hij. Het meisje zuchte en keek me aan.'Ik ben Lies'.'Dat had ik al gehoord' lachte ik. 'Ga maar gauw terug naar Erik, anders word hij nog kwaad'. Ze lachte en wandelde terug naar Erik.'Wat voor een wezens zijn jullie eigenlijk?' vroeg ik verward.'Jullie lijken wel op aardelfen, maar ook weer niet'.'Euh mensen' lachte Maya.'Mensen?!' riep ik en stond op.'B-ben ik op aarde?!'.'Waar anders?' zuchte een meisje.'Ik dacht dat het gewoon verhalen waren...maar er bestaan dus echt nog mensen!' riep ik verwondert. Ik werd duidelijk door iedereen gek verklaard en nu wist ik ook waarom. Op aarde was geen magie, natuurlijk wisten ze niets van de magische wereld! Ik zuchte en keek de kamer nog eens rond.'In dat geval beginnen we opnieuw' zei ik.'Mijn naam is Amelia, die van jullie?'. 'Mathias' riep de ene jongen.'Dat had ik nog niet door' lachte ik en keek naar het groepje van 3.'Mijn naam is Jake' zei de jongen.'En dit zijn Kelly en Nina, wij kennen Matty'.'Aangenaam' lachte ik en keek weer rond.'Ik ben Hanna' zei het eenzame meisje.'Mijn naam is Max' zei een andere jongen.'Ik heet Kevin' zei een jongen en keek naar het meisje naast hem.'En dit is Fleur'. Dan bleef alleen een groepje van 2 jongens over. 'Wij zijn Neal en Simon' zei 1 van de twee.'Maar zeg eens, weet iemand hoe we hier terecht zijn gekomen?'.'Ik ben ontvoerd' zei ik.'We zijn allemaal ontvoerd prinses' zei Maya. Het viel me op dat ze een andere tint van huidskleur had dan de anderen. Misschien was dat een teken van hoge rang, net zoals bij ons de eerste letter van de naam.'We komen hier samen uit' zei ik zelfzeker.'Waarom ben je daar zo zeker van?' vroeg Hanna verward. 'Ik heb vertrouwen in mijn volk' zei ik. 'Zij zullen ons vinden en bevrijden'. 'Die is echt op haar kop gevallen' zuchte Max.'We zitten hier dus nog wel even...'

De 12 kinderen(#1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu