Hoofdstuk 3

108 9 0
                                    

POV Tony
Ik loop tussen de kooien op zoek naar Will. Silferina gaat ondertussen duifjes kijken, alsof ze geïnteresseerd is in de duiven. Maar eigenlijk houdt ze wacht bij de kooi, zodat ik de kooi vlug herken en niemand iets met de kooi kan doen. Will was nergens te bekennen, maar Tigerai zag ik wel. Hij was in gesprek met Auron en Dain, en zo te zien zag het er formeel uit. Pech voor hem. "Tigerai!" roep ik. Tigerai zucht en draait zich een beetje geïrriteerd om. "Tony, niet nu. Ik ben bezig met een belangrijk overleg en-" "Ik en Silferina hebben iets ontdekt! We kunnen deze gast helemaal niet vertrouwen! Kom nou, Sil is nog bij de kooi met het briefje..." onderbrak ik hem, waarna ik hem smekend aankeek. Tigerai zag er verward uit. "Kooi? Briefje? Waar héb je het over?" Dain en Auron keken me nieuwsgierig aan. "Je moet het gewoon zien. Als onze vermoedens juist zijn spant de duivenhouder misschien wel samen met de vijand die ons heeft proberen te vermoorden." zeg ik, zachter dit keer. De duivenhouder kwam er weer aan. "Ik heb de duiven hoor! Waar gaat al deze heisa over? En waarom struint een groot deel van de soldaten over het terrein heen? Ik wil niet dat mijn duiffies daarvan schrikken." zegt hij tegen ons. Op zijn arm had hij drie duiven zitten. Ik kijk Tigerai smekend aan. "Auron, ga met hem mee. Ik handel dit verder wel af, dan kom ik ook zo." beveelt die. De duivenhouder kijkt ons verbaasd aan. "Tony is zijn messen verloren en hij vroeg ons of we wilden helpen." grijpt Auron snel in. Hoe raar hij ook mag zijn, hij snapte in ieder geval wel de ernst van de situatie en wist dat hij een smoesje moest verzinnen. De duivenhouder grijnst. "Ik wil ook wel helpen zoeken hoor!" "Nee dank u, ik denk dat ik het met vier paar ogen wel redt om ze te vinden." mompel ik verlegen. "Kom Tony. Waar heb je ze voor het laatst gezien?" vraagt Auron, terwijl hij me van de duivenhouder, Dain en Tigerai wegduwde. Ik snapte meteen wat hij bedoelde. Waar is die kooi? Ik zette er een flinke pas in, met Auron achter me aan. "Dat zal ik je laten zien. Maar daar hebben ik en Sil al wel gekeken hoor!" "Dat maakt niet uit, we moeten bij een begin beginnen."

POV Silferina
Na een paar minuten was Tony nog steeds niet terug. Ik werd een beetje zenuwachtig van de duiven, die niks anders deden dan roekoe-en, in hun kooien rondfladderen en mij aankijken met die kleine kraaloogjes van ze. Ik begon te ijsberen, maar verliet mijn post niet. Ik moet hier blijven voor Toto, anders vindt hij mij en de kooi niet meer terug. Denk ik. Laat ik maar het zekere voor het onzekere nemen dan. Ik was net bezig met een staarwedstrijd met een van die duiven toen ik een geluid achter de kooi hoorde. Tony? Toen ik de zak zag die over mijn hoofd getrokken werd wist ik een ding zeker; dat is níét Tony. Ik trok onmiddellijk mijn mes, maar iemand hield mijn armen in een of andere houdgreep. Ik raakte om eerlijk te zijn een beetje in paniek. Wat nouals Tony te laat aankomt, en ik allang weg ben? Ik denk niet dat hij daar blij mee zou zijn. Mijn belager probeerde me mee te sleuren, en hoe hard ik ook trapte, ik wist dat ik meegesleurd zou worden, want die man is sterker dan ik dat ben. Ik zette het op een gillen, wat misschien niet zo slim is als die duivenhouder in de buurt is, maar ik kon niet anders. Tony moet me kunnen horen.

POV Tony
Ik en Auron liepen langs de kooien. Tigerai houdt de duivenhouder daar nog wel een tijdje bezig, zodat wij de kooi kunnen laten zien. Maar eerst moet ik de kooien even zien te vinden. "Wat stond er op dat briefje?" vraagt Auron, terwijl hij om zich heen speurt, op zoek naar een teken van de kooien. Tigerai stond net op een veld, maar ik heb geen idee welke kanten ik allemaal op rende terwijl ik naar Will zocht. Toch ziet dit er bekend uit, dus ik denk dat ik in de goede richting zit. "De Baas." antwoord ik. Auron fronsde zijn wenkbrauwen. "De Baas? Zou hij daar niet koning Smarago mee bedoelen?" Ik schud mijn hoofd. "Er was al een kooi met een papiertje waarop 'paleis' stond, dus waarom zou je dan nog een extra duivenkooi voor koning Smarago hebben?" "Kweenie." zegt Auron schouderophalend. Achter een van de bomen doemde een kooi op. "Gevonden!" roept Auron blij. Die blijdschap werd de grond in geboord toen we Sil hoorden gillen. Ik en Auron zetten het meteen op een rennen, om bij de kooi Silferina met haar belager te zien worstelen. Sil had een zak over haar hoofd, en haar belager hield haar armen vast. Ze probeerde hem weg te trappen en uit zijn greep te komen, maar dat lukte niet. Volgens mij is haar belager zelfs sterker. Ik en Auron zouden nooit op tijd aan kunnen komen, dus hield ik stil. "Hé!" roep ik, terwijl Auron naast me gaat staan en zijn zwaard trekt. De man kijkt om, waardoor hij afgeleid was van de nog steeds worstelende Sil. Die gaf hem een keiharde trap in zijn scheen, en met een luide kreet liet de man haar los. De zak viel van haar hoofd terwijl Silferina op de grond belandde. De man probeerde haar weer vast te grijpen, maar dit keer had Sil haar mes getrokken en stak de man in zijn zij. Met een tweede luide kreet zakte de man in elkaar, naast Silferina en de zak. Sil krabbelde overeind, half-bevend. Ik rende naar haar toe en nam haar in mijn armen. Auron liep naar de man, met getrokken zwaard voor het geval dat. Trillend drukt Silferina zich tegen me aan. "Even was ik bang dat jullie te laat zouden komen." fluisterde ze. Ik glimlach. "Maar we kwamen helemaal niet te laat." Silferina lacht. "Nee, gelukkig niet."

De Grijze Jaagster, deel 4, VerraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu