Hoofdstuk 29

80 8 7
                                    

POV Tony
Als ik weer wakker word merk ik dat Silferina niet meer in mijn armen lag. Slaperig kijk ik naar de stoel, waar Silferina in zit, met een dampende beker melk in haar handen. "Hoi Toto." zegt ze glimlachend. "Wil je ook wat melk?" Voor haar staat een bruinharig meisje met blauwe ogen die aandachtig naar de beker melk staart. Dan lijkt ze zichzelf weer te herpakken en kucht ze. "Ik laat jullie wel weer alleen. Tot ziens prinses." En ze beent de kamer uit. "Wie was dat?" vraag ik, terwijl Silferina haar beker melk neerzet en een bord eten pakt. "Ruby, een dienstmeisje van het kasteel. Ze was heel aardig en bracht me wat eten voor ons allebei. Wil je melk?" vraagt ze opnieuw. Ruby... De tandwieltjes in mijn hersens knarsten even, tot ik het opeens weer had. "Sil..." zeg ik waarschuwend, terwijl Silferina net een hap vlees in haar mond wil stoppen. Ze legt het weer op het bord en kijkt me bezorgd aan. "Wat is er Tony? Moet je weer overgeven?" "Je hebt toch niet van de melk gedronken?" Silferina fronst haar wenkbrauwen. "Nee." zegt ze aarzelend. "Hoezo vraag je dat?" "Wil je alles wat op het dienblad ligt alsjeblieft weggooien?" smeek ik. "Vertrouw me." "Oké... Maar waarom?" Ik haal diep adem. "Ruby is niet te vertrouwen. Weet je nog dat jij verdwenen was, bij dat uitgemoorde dorp?" Silferina knikt, maar ze had een wenkbrauw opgetrokken terwijl ze het bord weer op het dienblad neerlegde. "Ik wilde je gaan zoeken in het bos, maar in plaats van jou vond ik de mensen van de bende van de Opaal. Zij hadden het over die 'baas', weet je wel?" Silferina knikt opnieuw. "De baas werd ongeduldig volgens iemand in het paleis, iemand die als een soort spion werkte daar. Ze noemden de naam 'Ruby', iets wat meteen weer af werd gestraft door Marijn. Ik weet niet hoeveel mensen er Ruby heten in dit paleis, maar wil je me alsjeblieft beloven dat je geen van allen vertrouwt tot we zeker weten wie die verrader is?" Silferina kijkt me geschokt aan. "Een verrader? Hier in het paleis?" fluistert ze ongelovig. Ik knik triest, terwijl ik niet probeer te bedenken wat er gebeurd zou zijn als ik niet wakker was geworden en Silferina het eten dat Ruby haar had gebracht - als dit de verrader-Ruby was dan - had opgegeten. Ik denk niet dat ze dan nog geleefd had. "Ik beloof het." zegt Silferina zacht, waarna ze mijn hand vastpakt en er een kneepje in geeft. Ik glimlach opgelucht. "Dankjewel." Voor ik iets anders kon zeggen stormde Dian de kamer binnen. "Majesteit!" Hij pakt Silferina bij de schouders en schudt haar door elkaar. "Heeft u iets van het eten of drinken genomen? Heeft u überhaupt iets gegeten van het dienblad? Voelt u zich nog lekker? Geen duizelingen of andere gezondheidsproblemen?" Silferina knippert een paar keer met haar ogen en schudt haar hoofd. "Tony zei dat ik dat niet moest doen, omdat er een verrader in het paleis zit die de naam 'Ruby' draagt en het eten door een dienstmeisje genaamd Ruby is gebracht. Wat is er dan?" Opgelucht heeft Dian haar een knuffel, waarbij hij dingen in het Emaraans mompelde. Ik denk dat het bedankjes waren. Dan laat hij haar los en geeft hij mij een stevige knuffel. "Ik ben blij om te zien dat je weer beter aan het worden bent." Dian gaat op het bed zitten en zucht. Silferina zakt weer op de stoel en kijkt Dian een beetje bezorgd aan. "Wat is er dan Dian?" vraagt ze zacht. Dian haalt diep adem. "Je ouders, broer en vrienden zijn vergiftigd en zijn allemaal zo snel mogelijk naar bed gebracht, waar ze liggen te kermen en over liggen geven. We gingen meteen op zoek naar Izer, maar toen we hem vonden was hij dood. Zijn keel was doorgesneden." Silferina slaat een hand voor haar mond en er wellen tranen op in haar ogen. "De anderen doen wat ze kunnen, maar het ziet er niet naar uit dat ze nog iets kunnen doen. Normaal zou dat geen probleem zijn, maar nu staat de bende van de Opaal ook nog eens voor de poorten." Oké, dit is ernstig. Ernstiger dan dat zo'n beetje de hele koninklijke familie vergiftigd is, net als Will en Jenny. "De Emaraanse soldaten doen wat ze kunnen, maar we hebben geen leider. Auron is ook vergiftigd. Goldur kwam ermee dat jij er niet was, en we zijn meteen naar je op zoek gegaan. Gelukkig ben jij nog kerngezond, want we hebben een leider nodig." Silferina's ogen werden groot. "Wacht, bedoel je dat ik..." "Het leger aan moet voeren in een strijd tegen de Opalen ja." zegt Dian ernstig. "Een andere oplossing is er niet, want de rest is allemaal ziek en de soldaten hebben iemand nodig die hen aanvoert." Silferina staart stil voor zich uit. Ik pak haar hand en knijp erin. "Je kan het wel." zeg ik zacht. "Nee Tony." antwoordt ze. "Ik kan het niet. Ik ben zo groen als gras wat legers aanvoeren betreft." Ik glimlach naar haar. "Weet je nog wat je in Faralla deed? Toen ik aan de galg bungelde?" Silferina kijkt me met tranen in haar ogen aan. "Je sneed het touw door en sprak de bevolking toe. Meer hoefde ook niet, want je was de Rode Vrouwe. Herinner je dat nog?" Ze knikt. Ik knijp weer in haar hand. "Toen heb je ook een soort van 'de baas' gespeeld, al deed je het samen met Amira. Een legertje aanvoeren is niet makkelijk, maar je kan het wel. Ik help je wel." Silferina glimlacht. "Bedankt Toto, maar jij moet even goed genezen." Ze laat mijn hand los en draait zich naar Dian om. "Laten we even een bende neer gaan halen."

POV Silferina
Ik vond het niet leuk om Tony helemaal alleen achter te laten, maar ik heb nu eenmaal een plicht die ik moet voltooien. Ik moet een aantal mensen gaan helpen een opstand tegen te houden. Ik trek een grimas. Of ik het leuk vind is een ander verhaal, maar Marijn en de Opalen moeten nu eenmaal even tegen worden gehouden. Het lot van Emara ligt op mijn schouders.

De Grijze Jaagster, deel 4, VerraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu