Hoofdstuk 17

94 8 2
                                    

POV Silferina
Ik werd wakker tegen de borst van Tony, die zelf in een zittende houding in slaap was gevallen. Mijn hoofd deed geen pijn meer, wat een goed teken was. Kreunend bevrijd ik me uit de omhelzing van Tony en sta ik op. Na even duizelig stil te hebben gestaan voelde ik me goed genoeg om een stap te zetten, iets wat verrassend genoeg geen duizelingen opleverde. Half slaapdronken dwaal ik door het kamp rond, waar iedereen in een diepe slaap is gevallen, op de wachten die het kamp bewaken na. Bij de plek van de lawine blijf ik even staan. Hier gebeurde het, hier pakte de oude man me vast en verwondde Auron. Hoe zou het met hem zijn?- vraag ik me fronsend af. Ik kijk even het kamp rond of ik Auron ergen zie. Auron stond met Will te praten, bij de ziekentent waar Dain zijn wonden probeerde te verzorgen. Ik glimlach. Blij te zien dat hij het goed maakt. Achter me rommelden de rotsen zachtjes, alsof iets of iemand eronderuit probeerde te klimmen. Ik draai me om en trek mijn Saksische mes. Na een tijdje was er nog steeds niks uit gekomen. Ik frons mijn wenkbrauwen. Begin ik dingen te horen? Met een diepe zucht draai ik me om en stop ik mijn Saksische mes weer in zijn schede. Na nog even een keer voor de zekerheid omgekeken te hebben loop ik naar Auron en Will toe. "Silferina! Wat heb jij nou weer op je hoofd?" vraag Auron met gefronste wenkbrauwen. "Rotsblok." antwoord ik. "Waar hebben jullie het over?" "Over een dorpje niet ver hiervandaan, die op de weg naar de hoofdstad ligt. Ik heb liever niet dat we daar doorheen gaan omdat het nog best wel eens kan dat de bende van de Opaal daar zit, maar Auron vindt dat blijkbaar onzin." antwoordt Will met een schuine blik op Auron. Auron rolt met zijn ogen. "Het valt nog meer op als we om het dorp heen lopen, en het kost ons nog meer dagen ook. Als we zo snel mogelijk doorgaan is de kans groter dat de bende van de Opaal niks op heeft weten te zetten en we gewoon door kunnen lopen, misschien krijgen we wel een voorsprong. Ik wil zo snel mogelijk bij het kasteel aankomen, want daar zijn we veiliger dan hier en volgens mij is er iets gaande hier, dus kan het zijn dat je ouders ons nodig hebben." Daar had Auron een punt. "Maar wat is er gaande dan?" vraagt Will met gefronste wenkbrauwen. "Sowieso iets van een verraad." antwoord ik somber, denkend aan wat Robert en Barn ons vertelden. "Ja." zegt Auron zacht. "Dus is het zaak dat we zo snel mogelijk het paleis bereiken." Ik en Will knikken. Ik richt mijn ogen op de hemel, die de eerste kleuren van de dag begon te vertonen. "Zullen we gaan dan?"

POV Tony
Nog gapend zit ik op Bellado's rug. Nadat Sil me gewekt had waren we al snel weer onderweg. De driehonderd Emaraanse soldaten waren verspreid over de groep, met Silferina, Goldur, Tigerai, Auron, Will, Jenny, mij en de gewonden in het midden. Zo hoopten ze dat we veiliger reizen konden. Dat weet ik nog niet zo zeker. Als ze van bovenaf aanvallen is het midden meestal het makkelijkst om te raken. Maar om dan ook nog soldaten langs de bovenwegen te laten gaan... Misschien is dat iets te veel. Silferina en Jenny waren in een gesprek verwikkeld waar ze mij en Goldur niet in toelieten, Tigerai discussieerde iets met Auron en Will reed fluitend voor ons uit. "Waar zouden ze het over hebben?" vraagt Goldur. Hij knikt naar de meisjes, die in lachen uit waren gebarsten. "Meisjesdingen denk ik. Iets waar ze ons niet in kunnen gebruiken, en dat is meestal iets van alleen meisjes." antwoord ik. "Daar raak ik juist nieuwsgieriger van." "Hou je maar in." zeg ik glimlachend. "Ik denk niet dat je het te weten gaat komen." Goldur trekt een pruillipje. "Jij bent ook niet echt behulpzaam." "Nope." Ik grijns. "Maar ik dacht dat je dat al wist." "Grijze Jagers." zegt Goldur met rollende ogen. Ik gniffel even voor ik me weer op de omgeving richt. Je ziet het landschap veranderen. De kale grond maakte plaats voor gras en struiken en de naaldbomen maakten plaats voor loofbomen. Het was best mooi om te zien, maar dat kan ook gewoon zijn omdat ik het bergachtige iets vind hebben. Het is best mooi. In de verte zie ik een oud fort in de bergen zitten. "Wat is dat voor een fort?" vraag ik Goldur. "Dat?" vraag Goldur, wijzend naar het fort dat ik bedoelde. Ik knik. "Het heette het Edelstenenfort, omdat het vlak bij de mijnen was. Toen de mijnen uitgeput waren verlieten de Emaranen het en vestigden ze zich meer landinwaarts, waar ze uiteindelijk aan de kust een kasteel bouwden. Het werd later weer gebruikt toen we nog in oorlog waren met Faralla, maar dat is ook alweer een hele tijd geleden." legt Goldur. "Sindsdien staat het leeg. Hoezo wilde je dat weten?" "Nieuwsgierig. Ik vroeg me af wat een fort in de bergen deed." "Aha. Zullen we de meiden dan nu vragen waar ze het over hebben?" Ik barst in lachen uit. "Jij snapt echt niet wat geheimhouding betekent, of wel soms?" zeg ik als ik uitgelachen ben. "Wij jongens hebben toch ook geheimen die we wel eens onder elkaar bespreken? Meisjes hebben zo ongeveer hetzelfde, denk ik." Goldur kijkt me een beetje beteuterd aan. "Het was niet de bedoeling dat je zo hard zou lachen." Dan tovert hij een grijns op zijn gezicht. "Maar ik snap nu wel waarom je denkt dat ik niet moet vragen waar ze het over hebben. Heb jij nog iets wat je met een vriend als mij moet delen? Dan kunnen wij het ook over iets leuks hebben." Ik grijns. "Ik heb niks nee, jij?" "Nope." Goldur grinnikt. "Wij zijn echt saai zeg." Ik haal mijn schouders op. "Misschien is dat ook een jongensding." "Saai zijn?" vraagt Goldur met opgetrokken wenkbrauw. Ik schud glimlachend mijn hoofd. "Dat we geen geheimen hebben die we willen delen." "O." Goldur kijkt me zogenaamd-boos aan. "Zeg dat dan eerder." Ik glimlach. "Sorry hoor." "Excuses geaccepteerd." zegt Goldur op een deftige toon. Dan fronst hij zijn wenkbrauwen weer. "Wat zullen we zometeen gaan eten? Toch niet weer vlees, aardappelen en bonen? Ik heb echt even zin in iets anders." Ik glimlach opnieuw. Zolang Goldur zijn eetlust niet verliest zal alles goed komen. Denk ik.

De Grijze Jaagster, deel 4, VerraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu