Hoofdstuk 30

75 8 0
                                    

POV Tony
Ik maak me zorgen. Om Tigerai, Goldur en hun ouders. Will en Jenny. Om Auron. Om de Emaraanse soldaten die buiten tegen de bende van de Opaal aan het vechten zijn. Maar nog het meest van om Silferina, die als enige lid van de koninklijke familie aan de dans ontsprongen is doordat ze niet van het dienblad van Ruby gegeten had en nu de Emaraanse soldaten in een gevecht tegen de Opalen moet leiden. Ik zei misschien wel dat ze het aankan - en dat kan ze ook, het is Sil - maar ik ben bang dat ze zich laat leiden door haar emoties en in situaties terecht komt waar leven en dood de hoofdrol spelen. En ik kan haar niet beschermen. Het enige wat ik kan doen is in bed liggen en hopen dat ze het redt. Helaas is hoop een teer ding en wordt die zo de grond in geboord. Ik zucht en kijk naar het plafond van het bed. Succes Sil, ik geloof in je. Ik sluit mijn ogen. Je kan het.

POV Silferina
Een heleboel ogen zijn op mij gericht in de troonzaal. Ik sta voor de tronen, maar ga niet zitten. Dian had me een kroon gegeven, maar die houd ik alleen maar onzeker in mijn hand. Kan ik dit wel? Ik kijk weer naar de hoopvolle ogen die naar me kijken. Het lot van Emara ligt in mijn handen. Ik haal diep adem. "Soldaten van Emara." De soldaten kijken me allemaal hoopvol aan. Ik ben hun vonkje hoop, hun touw dat hen uit het ravijn kan trekken. Ik ben hoop, net als ik de Rode Vrouwe was. Alle onzekerheid verdween en maakte plaats voor vastberadenheid. Ik kan dit. Tony gelooft in me, de soldaten hier geloven in me. "Helaas is er een verrader in deze muren, iemand die de koninklijke familie heeft vergiftigd. Ik werd op tijd gewaarschuwd door Tony, anders was ik ook gevallen." Ik probeer daar maar niet aan te denken. "Maar het maakt niet uit wat er is gebeurd. Wat gebeurd is, is gebeurd. We moeten ons richten op de komende strijd tegen de bende van de Opaal en de rebellen die dit paleis omver willen werpen. Wij zijn de enigen die dat kunnen voorkomen, maar het zal niet makkelijk zijn." Ik grijns. "Ik geef toe dat ik niet veel ervaring heb met dit soort zaken, meestal ben ik een van de mensen die geleid wordt door iemand anders, maar ik zal mijn best doen." Een aantal soldaten grinniken zenuwachtig. "Ik vraag enkel jullie steun en hulp, omdat zelfs een goede leider het niet alleen kan. Samen staan we sterker dan alleen. Een muur kan enkel gebouwd worden met meerdere stenen. Een vlam is niet genoeg om het bos in de fik te zetten. Regendruppels helpen elkaar om regen te vormen." Wauw, ik ben opeens wel erg goed in goede vergelijkingen bedenken. "En wij zijn Emaranen! Weras nirras bromenom. We zijn niet te breken." Ik stoot de vuist met de kroon die Dian me gaf in de lucht. "Er is niks wat we niet aankunnen, zolang we maar in onszelf geloven en ons niet overgeven aan angst en onzekerheid. Hoop is wat we vast moeten houden, en wij staan voor die hoop. Wij beschermen de Emaranen, de mensen die zichzelf niet kunnen verdedigen en de troon. Wij zijn de verdedigers van het land, en we laten ons niet omver werpen door een paar rebellen die denken dat we omver te werpen zijn." De soldaten juichen. "Weras nirras bromenom!" roepen ze. "En dat laten we ze zien ook!" roep ik terug, waarna ik de kroon op mijn hoofd plaats. Het voelde raar, dat extra gewicht, maar ik zag in de ogen van de soldaten dat dit gebaar alles was wat ze nodig hadden. De soldaten beginnen nog harder te juichen dan ze eerst al deden. Ik kijk goedkeurend de zaal rond. Ze hebben een leider, iemand die hen door de strijd heen zal leiden. En die leider ben ik. In een hoekje van de zaal zie ik Dian staan, met een trotse blik in zijn ogen. Hij steekt en duim naar me op. Ik glimlach vastberaden en kijk weer naar de soldaten. "Goed, nu valt er nog maar een ding te doen." Het valt weer stil. "We moeten wel een wel een verdedigingsplan hebben. Hierbij vraag ik al jullie hulp. Zet je hersens even aan het werk en steek je hand op als je wat weet." Er vlogen meteen een aantal handen de lucht in. "Ja?" Ik wijs naar een grijsharige man met bruine ogen. "Naam en plan graag." "Mijn naam is Saffre prinses. En mijn plan is dat we de muren verdedigen met kokend hete olie die we over de rebellen heen gieten." "Goed plan Saffre. Welke muur zullen ze het eerst aanvallen?" "Die naar de stad, want daar komen ze vandaan." "Goed, jij en tien andere mensen gaan olie koken en potten op de muur zetten. Let er wel op dat je de andere muren niet vergeet, want die kunnen net zo goed aangevallen worden." Saffre knikt en hij en een aantal anderen lopen de zaal uit. "Naam en plan graag." zeg ik tegen een kleine soldaat met bruin, piekend haar. "Adam prinses. Ik vraag me af of er niet al mensen van de bende binnen zijn, in het paleis. Als er een verrader in het paleis is kan het best zijn dat er al mensen binnen zijn." Ik bijt op mijn lip. "Dat is een goede. Het enige probleem is, welke verrader zou nou zeggen dat hij een verrader is? Dan kunnen we net zo goed niemand vertrouwen, wat weer slecht voor onze samenwerking is. We hebben dus niet alleen een plan A nodig, maar ook een plan B. Kokende olie over hen heen gieten en ze van de muren verdrijven is plan A, maar wat is dan plan B?" "Infiltreren!" roept een stem. "Wie zei dat?" vraag ik, terwijl er een ideetje in mijn hoofd ontspringt. Een jonge vrouw stapt naar voren. "Amber is de naam. En ik zei dat we een paar mensen moeten laten infiltreren in de bende." Het plan in mijn hoofd krijgt vorm. Als er inderdaad al soldaten in dit leger zijn geïnfiltreerd, zullen die aan de bende van de Opaal zeggen dat er mensen bij hen komen infiltreren, dus is het een zelfmoordactie voor de soldaten die deze taak aannemen. "Het is wel een riskante zelfmoordactie. Zijn er mensen bereid dit te doen?" vraag ik. "Tuurlijk wel!" roept Amber trots. "Wij zijn Emaraanse soldaten, en zoals u ook al in uw speech zei: wij vechten voor dit land. Ik ben bereid alles op te geven om het land te beschermen tegen weet ik veel wat voor een slecht iets." Een paar andere soldaten mompelen instemmend. Ik glimlach. "Goed." zeg ik dan. "Ik heb nog wel een ideetje wat betreft die operatie. Maar dan moeten jullie nu wel heel goed luisteren."

De Grijze Jaagster, deel 4, VerraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu