Hoofdstuk 8

93 8 0
                                    

POV Silferina
Toen we Tony vonden was ik zo blij dat ik meteen zijn naam riep. Ik weet niet zeker of hij grijnsde, maar toen hij weer aan de kant was ging hij zich met een glimlach op zijn gezicht op de grond liggen. Even later was ik bij hem. "Tony!" roep ik blij. "Ik was zo bang..." Tony hijst zichzelf overeind en kijkt me met een scheve glimlach aan. "Ik ook. Ik was ook bang, maar kijk! Ik leef nog." Toen liet hij zich weer op de grond vallen, met de zon in zijn gezicht. "Nou Tony, je hebt ons allemaal laten schrikken." Will kwam bij ons zitten. Tony glimlacht. "Wat gebeurde er eigenlijk?" vraagt Will. "Geen idee. Ik stapte over de steen heen waarvan Sil zei dat hij los kon zitten en toen besloot mijn voet ervandoor te gaan. Ik gleed uit denk ik." Ik bijt op mijn lip. "Misschien hadden we elkaar vast moeten houden ofzo..." zeg ik, maar Tony wuift mijn gedachtegang weg. "Dan waren we allemaal gevallen. Het is niet erg Sil, het was mijn eigen stomme schuld." Ik glimlach zwakjes naar hem. "Ik haal wel even wat dekens voor je." zeg ik, waarna ik opsta en wegloop, naar de soldaten, die vast wel een deken voor me hebben.

POV Tony
Ik hijs mezelf weer overeind en kijk Silferina na, die dekens gaat halen. Voelt ze zich schuldig? Of was ze gewoon bang dat we elkaar kwijt zouden raken en is ze nu een beetje van slag omdat ze haar gevoelens niet heeft geuit? "Laat haar maar even." Will glimlacht naar me. "Ze is gewoon nog steeds een beetje van slag denk ik. Het ligt nog te vers dat jij aan dat touw bungelde, en dit herinnerde haar er misschien weer aan, aan hoe hulpeloos jij was en hoe ze je wilde helpen." "Alleen kon dat dit keer niet, niet zonder zelfs meegesleurd te worden." mompel ik, waarna Will knikt. Ik snap het wel. Als ik had geweten dat Kinrah Sil aan het wurgen was en niet een of ander random meisje was ik ook eerder in actie gegaan, ook al had ik door mijn emotie dan niet helemaal optimaal kunnen reageren als ik toen deed. Dan had ik Kinrah waarschijnlijk meteen de keel doorgesneden en zijn kameraad ook, zodat we geen gevangene hadden om te ondervragen en niet van die baas wisten. Will legt zijn hand op mijn schouder. "Ze trekt wel weer bij." Ik knik een paar keer.

POV Silferina
Dian is dekens gaan halen, waardoor ik moest wachten. Ik kijk naar de bergrivier, die zo-even Toto nog meevoerde, op weg naar een zekere dood. Als hij zich niet vast had kunnen houden... Ik knipper een paar keer met mijn ogen. Daar wil ik liever niet aan denken. Net zoals ik er niet aan wilde denken toen Tony aan de galg hing. Ik wist dat ik maar een kans had, eentje maar. Als ik die verprutste was alles anders gelopen en was ik van verdriet waarschijnlijk in elkaar gestort. En leefde ik waarschijnlijk niet meer. Iemand tikt me op mijn schouder. Ik draai me om en zie dat Dian achter me staat, met de dekens "Ik heb ze hoor." zegt hij. Ik glimlach en pak de dekens van hem aan. "Niet verdrietig zijn hoogheid. Het geluk is met ons. Uw geliefde leeft nog en ik denk niet dat dat snel veranderen gaat." gaat Dian verder. Ik zweeg. Ik wilde heel hard huilen om alle frustratie van daarnet kwijt te raken, maar tegelijkertijd wilde ik ook heel hard lachen. 'Uw geliefde', wat een humoristische benaming voor Tony. Dian spreid zijn armen uit, alsof hij me uitnodigt een knuffel te geven. Ik denk dat ik dat nu wel even nodig heb. Ik laat me in zijn armen vallen en begin zachtjes te snikken. Alle opgekropte bezorgdheid en angst om Tony stromen er in de vorm van tranen uit. Ze stromen langs mijn wangen omlaag en vallen op de grond, waar ze verdwijnen en opgenomen worden door de natuur. Dian klopt me sussend op mijn schouder, terwijl ik tegen zijn schouder aan uithuil. Als ik klaar ben laat ik hem los en veeg ik de laatste paar tranen weg. "Dankje." fluister ik met een schorre stem. Dian glimlacht. "U was gewoon even emotioneel. Het voelde goed u te helpen door u een troostende schouder aan te bieden." Ik glimlach terug. "Maar dat neemt niet weg dat ik je dankbaar ben Dian. Ik had het inderdaad even nodig denk ik." Dian knikt, nog steeds glimlachend. "Graag gedaan, uwe hoogheid." zegt hij zachtjes terug, terwijl hij de gevallen dekens voor me opraapt en ze weer aan me geeft. Ik pak ze aan, bedank hem nog een keer en loop weer naar Tony en Will, die zich ondertussen vast afvragen waar ik blijf.

POV Tony
Toen Silferina er eindelijk aan kwam zag ik dat ze gehuild had. Haar ogen waren rood en haar wangen nog nat, alsof ze zonet gehuild had. In haar handen had ze de dekens die ze zou halen. Ze slaat er een om mijn schouder en legt de ander over mijn benen heen. Dan gaat ze tegen me aan zitten. "Heb je gehuild?" vraag ik zacht. Ze knikt. Will staat op. "Ik ga even kijken waar Tigerai en Auron zijn." Hij loopt weg en laat ons twee alleen achter. Silferina staarde naar het water. Haar blauwe ogen kijken naar de bergrivier die me bijna mijn graf in had geholpen. "Huilde je omdat je je machteloos voelde?" vraag ik zacht. Silferina kijkt op en staart me een poosje aan. Dan haalt ze haar schouders op en staart ze weer naar het water. "Je mag het best zeggen hoor." probeer ik, maar ik besefte me dat ik op deze manier niet echt verder zou komen. Dus gooide ik het over een andere boeg. "Weet je, toen ik wist dat Kinrah jou aan het wurgen was, en me besefte dat je nog wel leefde, in tegenstelling tot wat die Isitope tegen me zei toen ze ons aanvielen, was ik zo blij dat ik wel kon huilen van blijdschap." Ik laat even een pauze vallen. "Maar later werd ik ook een beetje boos. Boos dat ik niet eerder handelde en jij bijna het leven liet daardoor." Silferina's ogen begonnen weer te tranen. Ik sla het deken dat ze over mijn schouders had geslagen open en neem haar in mijn armen. Daarna doe ik ook de andere deken over haar heen, en zo zaten we samen in de dekens, Silferina half-huilend en ik met mijn arm over haar schouders. Ik druk een kus op haar hoofd. "Maar weet je wat het ook is? Het hoort erbij. En we leven nog, iets waarvan ik van plan was dat vol te houden als je het niet erg vindt." Silferina begon te lachen. Haar ogen traanden nog steeds, maar die lach deed haar goed. Ik grijns, ook al had ik geen idee of ik nou een goede grap had gemaakt of dat Silferina gewoon moest lachen omdat ze zo blij was dat ik niet van plan was dood te gaan. Nouja, wat het ook is, ik ben blij dat ze weer kan lachen.

De Grijze Jaagster, deel 4, VerraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu