Hoofdstuk 33

75 7 3
                                    

POV Silferina
"Waar is ze?" vraagt Marijn. Ruby knarst met haar tanden. "Als ik het wist zou ik het je wel verteld hebben!" Ze draait zich om naar Amber. "Waar is ze! Waar hebben jullie haar verstopt?" "Ergens." zegt Amber geheimzinnig, maar zelf weet ze het natuurlijk ook niet. Schaduw na schaduw sluip ik door, naar mijn doelwit. Marijn. Marijn was een beetje zenuwachtig de kamer aan het observeren. Als zijn ogen op mij vallen kijk ik naar de grond en hou me zo stil mogelijk. Na een tijdje kijk ik weer op. Marijn scant de rest van de ruimte. Hij zag me niet. Voorzichtig sluip ik naar de volgende schaduw, maar een kleine glimlach kan ik niet onderdrukken. Ik denk dat ik wel snap dat sommige mensen denken dat wij grijze jagers tovenaars zijn. Ik zou ook een hartaanval krijgen als er opeens iemand voor mijn neus verschijnt. "Geen grapjes, jullie zijn op ons terrein." zegt Marijn. Ik heb de neiging mijn Saksische mes al te pakken, maar allereerst zou dat mijn positie verraden en dan kan ik hem niet doden. Als je een slang wil doden hak je zijn kop eraf, niet zijn staart. Zo werkt het dus ook met de bende van de Opaal, dood de baas en je hebt de bende. Als het goed is. Ik heb geen tijd voor twijfels, daarvoor zit ik al veel te diep in het plan. "Wij zijn soldaten van de koning en koningin, dus blijven we trouw aan de koninklijke familie." zegt Amber resoluut, ook al zie ik in haar ogen de vervloeking van haar onoplettendheid. Waarom heb ik niet gezien dat prinses Silferina verdwenen is? En waar is ze?- lijkt ze te denken. "Ruby." Marijns stem klonk erg monotoom, alsof hij er geen zin meer in had. "Pak een mes en zet die op de keel van een van die soldaten." Ik glip snel naar de schaduwen achter Marijn, terwijl Ruby grijnzend een mes uit haar rokken. "Graag." De Emaraanse soldaten pakken allemaal hun eigen wapens en kijken Ruby vastberaden aan. Op datzelfde moment trek ik mijn eigen Saksische mes en zet die op de keel van Marijn. "Geen beweging Ruby, anders snijd ik zijn keel door." Marijn vloekt. Ruby grijnst enkel. "Wat maakt Marijn me nog uit, ik heb jou toch?" Met een snellere beweging dan ik kon voorzien gooit ze haar mes onderhands mijn richting uit. Ik duik opzij, maar kon niet voorkomen dat het mes een kleine snee in mijn arm maakte. Meteen daarna gooien de Emaraanse soldaten zich op Ruby en houden haar vast. "Doe met me wat je wil, maar je zal onze Baas nooit te pakken krijgen." sist ze. Marijn grijnst. "Als ik kon lopen en vechten had ik dat gedaan prinses, voor nu lijkt dit me wel genoeg." En er kwam een tweede mes op me af. Uch, wat hebben die mensen toch met messen? Ik gooi Marijn van zijn stoel af en ga bovenop hem zitten, met elk been op een arm. Dit mes miste me net, maar als die me wel geraakt had was een van mijn organen waarschijnlijk geraakt. "Wat hebben jullie toch met mij proberen te vermoorden? Ik ben maar een kleine, onschuldige prinses." zeg ik met een klein pruillipje. Marijn gromt. "Je bent wel een verdomd irritante prinses!" En met die kreet probeert hij mijn keel vast te grijpen, maar ik sla hem neer met de achterkant van mijn Saksische mes. Marijns ogen rollen in hun kassen. Ik had hem makkelijk kunnen vermoorden, maar om eerlijk te zijn denk ik niet dat dat veel had opgeleverd. Ik richt me op Ruby. "Hoelang heb je in het paleis gewerkt?" Ruby stopt met spartelen en kijkt me kwaad aan. "Waarom zou ik dat zeggen?" "Omdat ik wil weten hoelang je mijn familie hebt bedrogen." Ruby grijnst gemeen. "Een jaar lang heb ik ze bedrogen, maar ik werk al langer in het paleis dan dat!" Ik rol met mijn ogen. "Wat jij wil. Blijf hier, ik moet nog even wat regelen met de bende van de Opaal." zeg ik tegen de soldaten. "Ik ga wel met je mee." zegt Amber, maar ik schud mijn hoofd. "Ik kan beter alleen gaan, anders wordt het te verdacht en werkt mijn vermomming niet." Ik trek de kap weer over mijn hoofd en loop naar buiten, waar ik meteen de eerste beste die ik tegenkwam aanspreek. "We vertrekken. Marijn zei dat ik dat door moest geven aan iemand." De man kijkt me een beetje beduusd aan. "En de aanval dan? We zijn bijna over de muur heen." "Weet ik veel!" roep ik een beetje nors. "Het enige wat ik weet is dat we vertrekken, de bergen weer in. Waarom? Al sla je me dood." "Misschien doe ik dat ook wel." zegt de man boos. Ik reageer vlug en grijp hem bij zijn kraag. "Als je mij dood,  krijg je een veel ergere dood voorgeschoteld van Marijn. Blijf overigens niet op hem wachten, want ik moet nog een aantal dingen met hem bespreken." "En waarom zou ik jou geloven?" Ik rol met mijn ogen. "Ik heb de koninklijke familie een jaar lang bedrogen met mijn loyaliteit, en dat krijg ik dit? Echt waar, soms vraag ik me echt af waar dit allemaal goed voor is." De man slikt. "O, jij bent-" "Ruby, maar dat gaat jou verder niks aan." sneer ik. "Vertrek. Naar. De. Bergen. Nu." De man knikt en ik laat hem los, waarna hij door het hele kamp heen begint te schreeuwen dat ze vertrekken. Ik been de tent weer in en kijk naar de - nu vastgebonden - bewusteloze Marijn en nog steeds spartelende Ruby. "Gefeliciteerd, deze slag hebben jullie verloren." zeg ik zacht. Ruby kijkt me kwaad aan. "Deze slag misschien wel ja, maar de volgende slag ben jij degene die in het stof moet bijten prinses! Daar zorgt mijn baas wel voor, en die is niet zo aardig als jij dat bent door Marijn in leven te laten." Ik glimlach zacht. "Jouw baas komt straks wel. En over Marijn? Ik weet tenminste wanneer ik moet stoppen met moorden, in tegenstelling tot andere mensen." En daar had Ruby niks op te zeggen.

POV Tony
Ik word wakker door een discussie buiten de deur. "Ik wil eerst dat je je na laat kijken, dan mag je bij hem op bezoek." zegt een vrouwenstem. "Ik heb maar een schrammetje!" roept de stem van Silferina. Ik glimlach zacht. Ze leeft nog en is veilig in het kasteel. Of het plan heeft gewerkt weet ik niet, maar Sil leeft nog en dat is alles wat ik op dit moment wil. "In dat schrammetje kan gif zitten prinses, en ik eis dat je het na laat kijken." "Ik mag toch wel even hallo zeggen? En vertellen hoe de missie is verlopen? Of niet soms? Die dokters kunnen ook naar Tony's kamer komen, dan kunnen ze hem meteen ook even nakijken." "En wat als je voordat de dokters er zijn al dood bent gegaan door het gif dat mogelijk op die dolk zit? Wat dan?" vraagt de vrouwenstem boos. "Ik ben dan ook al dood voor we bij de dokters zijn. Het zou erg jammer zijn, maar ik heb ene leuk leven gehad. Alleen jammer dat ik de bruiloft dan niet meer meemaak. Wil je nu dan alsjeblieft even voor de deur weg?" "Nee, ik sleur je anders wel mee naar de dokters." Silferina kreunt. "Wat is dat toch met al die bezorgde mensen?" Voetstappen sterven weg, wat betekent dat Silferina zich in ieder geval over heeft gegeven en meegaat. Anders had ik wel gezegd dat ze dat moest doen. Dian kijkt me grijnzend aan. "Silferina is me er eentje, niet?" Ik glimlach. "Jupp."

De Grijze Jaagster, deel 4, VerraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu