Hoofdstuk 32

109 8 0
                                    

POV Silferina
Op weg naar de rebellen beginnen de zenuwen toch op te spelen. De elf uitgekozen soldaten houden zich stil en maken op geen enkele manier contact met Ruby, mij, Amber of elkaar, zodat we een zwijgende groep mensen zijn die naar het kamp van de Opalen lopen. Die zwijgende sfeer is bewust, en dat heb ik de uitgekozen soldaten ook op het hart gedrukt. Als niemand praat, zal Ruby het ook niet verdacht vinden en zal alles volgens plan verlopen. Ik haal weer even diep adem en concentreer me op het zetten van de ene voet voor de andere, zodat ik door blijf lopen en mijn tempo niet afzwakt. Ik kon het kamp al zien liggen, iets wat mijn zenuwen als een gek liet gieren. Toch wist ik rustig te blijven en door te lopen, tot we bij het kamp waren. "Halt!" roept een bewaker. "Wie gaan daar?" Amber nam het woord namens ons allen. "Een groep soldaten die de prinses gevangen hebben genomen." De bewaker grinnikt. "Prinses Silferina? Die laat zich niet zomaar te pakken nemen hoor. Dat hebben we al meegemaakt." "Toch is dit prinses Silferina." Amber legt haar hand op Ruby's schouder. "Hm." bromt de bewaker. "Loop maar mee dan. Onze baas zal wel zeggen wat hij ervan vindt." Hij draait zich om en loopt door het tentenkamp heen naar de middelste tent toe. Wij achtervolgen hem. Onderweg kijk ik goed om me heen. Hier en daar zijn er een paar mannen bezig met wapens slijpen en kratten verplaatsen, op andere plekken drinken ze zich dronken en een paar mensen sliepen of waren bezig met huislijke dingen als de was, eten koken en schoonmaken. Waarom je een tentenkamp schoon zou maken weet ik ook niet, maar blijkbaar wil Marijn dat ze dat doen. Het zal wel. De middelste tent was iets groter dan de andere tenten, wat me eerlijk gezegd ook niet verbaasde. Wat me wel verbaasde was dat Marijn in zijn eentje in de tent zat, met zijn been in het verband en op een kruk voor zijn stoel. Die been verbaasde me niet, maar wel dat hij in zijn eentje was. Je zou verwachten dat er op zijn minst een bewaker voor de tent stond of zoiets dergelijks, maar zelfs die was er niet. Hij voelde zich dus veilig genoeg om alleen te zijn. Of hij wilde gewoon even nadenken en vertrouwde erop dat niemand het kamp aan zou vallen. "Stala, wat is dit?" vraagt Marijn boos. "Deze soldaten hier hebben prinses Silferina gevangen genomen baas." antwoordt Stala. Ruby wordt ruw naar voren geduwd door de groep in zwarte mantel gehulde soldaten. Marijn grijnst. "Je kan gaan Stala, ik handel dit wel even af." Stala loopt de tent weer uit. "Dus." begint Marijn. "Jullie hebben prinses Silferina gevangen genomen." "Ja meneer." Amber was niet blij met dat deel, omdat ze neerbuigend moest zijn tegenover iemand anders dan haar baas. Ik heb haar gezegd dat het plan zonder die neerbuigendheid anders sowieso in de soep loopt. "En hoe weet ik dat zeker?" Marijn pakt een glas water op van een tafel die naast zijn stoel staat. "Omdat wij het zeggen en ze een grijs-met-groen-gevlekte mantel draagt." Ergens verwachtte ik dat Ruby nu in actie zou komen, maar dat deed ze niet. Nog niet. "Je kan elk meisje een grijs-met-groen-gevlekte mantel aandoen om te doen alsof ze de prinses is, daar is geen kunst aan. Hoe weet ik met zekerheid dat dit de prinses is?" Amber twijfelt. Dit is het punt waarin duidelijk zou worden dat mijn plan zou falen, vooral als Ruby duidelijk maakte dat ze mij niet was. En dat deed ze ook. "Dat weet je niet Marijn." zegt ze, en ze doet de kap af. Marijn schrok, maar herstelde zich snel en richtte zich op Amber. "Dacht je me zomaar even te pakken te nemen?" roept hij. Ruby zucht. "Marijn, nu niet. Je bent te pakken genomen, al was je erg slim bezig met je vragen. De echte prinses is een van de in zwart gehulde mantels, ze dacht namelijk slim te zijn door van plek te verwisselen." Amber hapt naar adem. "Verraadster." sist ze zacht, zodat alleen ik het opgevangen had. Ik maak me ondertussen klaar voor laag drie en sluip zo zacht als ik kan de schaduwen in. Er is een reden dat ik voor zwarte mantels heb gekozen. Zo val ik minder op in de schaduwen. "Maar goed, waar ze niet op gerekend had was dat ik wél de verrader was, al was ik niet de enige. De soldaten die hier op dit moment mee zijn genomen en twee andere bedienden zijn ook spionnen. Die jullie kappen maar af." En dat deden de soldaten, met een grote grijns op hun gezicht. Ruby leek even verward, maar toen zuchtte ze en rolde ze met haar ogen. "Ah, je bent slimmer dan ik dacht Silferina. Blijkbaar vertrouwde je me toch niet goed genoeg." "Ze is er toch wel?" vraagt Marijn, bijna gretig. Hunkerend naar wraak, die Marijn. Ik zal hem toch moeten teleurstellen. "Jahaa." zegt Ruby geïrriteerd. Ze scant de gezichten van de soldaten. Amber grijpt naast zich, waarschijnlijk om me beschermend achter haar op te stellen, maar ze greep in de lucht. Verbaasd kijkt ze naast zich. Ruby merkte Ambers beweging en keek naar de lege plek naast Amber, die ondertussen een beetje in paniek raakte. Misschien liet ze het niet zien, zo zijn Emaraanse soldaten nou eenmaal getraind, maar ik zag haar lichaam verstrakken en de tent observeren, op zoek naar mij. Als Amber me niet kan zien betekent het dat ik goed verstopt ben en Ruby en Marijn me hopelijk ook niet zien. Ik hoop het zo. Het is cruciaal voor de rest van het plan.

POV Tony
Ik staar naar de lakens. Al de hele tijd is er niks gezegd. Dian staarde naar de deur en ik staar naar de lakens. Slapen kan ik niet, al helemaal niet met de gedachte dat Silferina haar leven op het spel zet om dit alles recht te trekken. Om de bende van de Opaal te stoppen. Er komt een kleine, sarcastische glimlach op mijn gezicht tevoorschijn. Als de bende tenminste stopt met dingen doen als hun leider dood is.

De Grijze Jaagster, deel 4, VerraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu