Hoofdstuk 11

93 9 2
                                    

POV Tony
Eigenlijk moeten we slapen, om morgen weer vroeg op pad te kunnen. Jenny was 'wakker geworden' en er werd geconstateerd dat we verder konden, aangezien Jenny niets meer dan flinke hoofdpijn had. Jenny was om die reden al snel in slaap gevallen, tegen Goldur aan, die daarna in slaap viel. Algauw was het hele kamp in slaap, op de soldaten die wacht hielden na. Silferina lag tegen me aan, diep in slaap. Ze ademde heel rustig en maakte soms wat smakgeluiden, maar dat maakte niet zo heel veel uit. Ik kon niet in slaap komen, omdat ik me zorgen maakte. Het was die bende bijna gelukt Sil, Jenny en mij te vermoorden, op een slinkse manier nog wel. Dat kan nooit iets goeds betekenen. Ik vermoed dat ze die aanval gepland hadden, en dat het enkel aan het geluk dat met ons was dat die aanval mislukte. Ze zullen nog een keer toeslaan, dat weet ik zeker. Silferina kreunt en draait zich om in haar slaap. Haar gezicht leek pijn te vertonen, alsof ze een nachtmerrie had. Ik aai haar over haar hoofd, maar dat leek niet te helpen. Een paar minuten later schoot ze happend naar adem overeind. "Gaat het?" vroeg ik. Silferina knippert een paar keer. "Jawel." zegt ze zachtjes, waarna ze weer tegen me aan gaat liggen. "Weet je het zeker? Het zag er niet zo uit." "Ik weet het zeker. Maar je maar geen zorgen. Ik had alleen maar een nare droom." Silferina begraaft haar gezicht in mijn shirt, en ik aai haar weer, over haar rug dit keer. "Waar ging hij over?" vraag ik zachtjes. Sil antwoordde niet. Ik druk een kus op haar hoofd, in de hoop haar een beetje te troosten. "Misschien kan ik je helpen van de schrik af te komen." Silferina zwijgt. "Ik droomde dat iedereen van wie ik hou recht voor mijn ogen vermoord werden door mannen zonder gezicht. Net voor ik wakker werd hadden ze jou vermoord, en richtten ze hun pikzwarte pijlen op mij." fluistert ze dan. Ik schrok van haar verhaal. Het bleef even stil. "Gelukkig was het maar een droom, niet?" vraag ik dan. "Ja." Silferina zwijgt weer even. "Maar het leek zo echt..." Ik omhels haar. "Dromen lijken altijd echt, vooral nachtmerries. Je weet pas dat het een nachtmerrie is als je wakker wordt, in de werkelijkheid." zeg ik zacht, in de hoop geruststellend te klinken. "Maar ze zijn niet echt, hoe echt ze ook lijken. Je moet je er gewoon niet zo heel veel van aantrekken." Silferina knikt zachtjes, en nestelt zich dan tegen mijn borst aan. "Dankje." fluistert ze. Ik glimlach. "Graag gedaan." Silferina's ademhaling werd weer rustig, en algauw lag ze weer te slapen. Misschien moet ik dat ook maar gaan doen. Ik tuur in de verte, terwijl ik mijn hoofd leeg probeer te maken. De soldaten wisselden wacht, wat gepaard ging met wat geklets. Ik ben nog steeds geen kei in Emaraans, maar ik snapte dat ze het over het feit dat ze bijna thuis waren hadden. Of anders iets in die richting. Met dat in mijn achterhoofd vielen mijn ogen dicht en viel ik in slaap.

POV Silferina
De volgende ochtend word ik wakker in de beschermende armen van Tony, die nog sliep. Ik glimlach en leg mijn hoofd tegen hem aan. Hij heeft me wel weten op te beuren na die nachtmerrie, die erger was dan ik het liet klinken. Ze vermoordden niet alleen, ze lieten mijn vrienden, familie en Tony eerst heel wreed martelen, voor ze een einde aan hun lijden maakten en een pijl door hun hart heen joegen. Het was niet leuk om naar hun geschreeuw te luisteren, en ik had zelf ook neigingen te gaan gillen. Gelukkig was het maar een nachtmerrie, en geen realiteit. Iemand tikte me op mijn schouder. "Silferina?" vraagt de stem van Jenny. Ik draai me om, om recht in de groene ogen van Jenny te kijken. "Goedemorgen." mompel ik. "Jij ook. Ik heb een vraagje." Ik wring me uit Tony's omhelzing en ga overeind zitten. "Brand los." "Hield Goldur me al de hele tijd vast?" Jenny vraagt het heel zachtjes, zodat ik moeite moet doen om haar goed te verstaan. Ik grijns. "Wat denk je?" Jenny glimlacht verlegen. "Ja." fluistert ze. Het blijft even stil. "Ik hou van hem, weet je." zegt Jenny dan. Ik rol met mijn ogen. "Dat was erg duidelijk ja. En hij houdt ook van jou." Jenny bloost en kijkt naar de grond, met een gelukzalige glimlach op haar gezicht. Jenny is mijn beste vriendin, en ik zou superblij zijn als ze mijn schoonzus werd, als je dat zo noemt. Ik hoop dat Goldur en Jenny gaan trouwen, net zoals ik hoop dat ik en Toto ooit een keer gaan trouwen. Laat ik het daar maar op houden. "Goedemorgen." Goldur gaapt een keer. "Lekker geslapen?" Ik en Jenny knikken. "Mooi." mompelt Goldur slaperig. Hij rekt zich even goed uit en gaat dan in een kleermakerszit zitten. "Ik ook." "Dat merken we. Volgens mij slaap je nog steeds." zeg ik grijnzend. Meteen daarna werd ik bedolven onder Goldurs deken, die hij naar me gegooid had. Jenny begint te lachen. Ik grijns en werp het deken van me af, om me bij Jenny te voegen met het lachen. Goldur keek me grijnzend aan. "Had je me maar niet moeten plagen." Het blijft een tijdje stil. "Gaat het weer met je hoofd Jenny?" vraagt Goldur dan. Jenny voelt even aan het verband en knikt. "Ja hoor." "Mooi." zeggen ik en Goldur in koor. We wisselen even van blik, waarna we grijnzen. "Daar moet ik nog steeds aan wennen hè." mompelt Jenny. "Jullie zeggen wel eens dingen tegelijk." "Klopt!" roepen ik en Goldur in koor. "Dat gebeurt gewoon, net zoals..." begint Goldur. "Dat we elkaars zinnen afmaken!" roep ik er vrolijk achteraan. Achter me hoorde ik iemand kreunen. "Mag een mens niet even slapen?" hoor ik Tony mompelen. Ik draai me naar hem om. "Jij ook goedemorgen meneertje mopperkont. Goed geslapen?" "Wat denk je." moppert Tony, terwijl hij overeind gaat zitten. "Ik zat de hele tijd met die bende in mijn kop." Ik rol met mijn ogen en geef hem een kus. "Laat het toch lekker los. Ik denk niet dat ze nog iets kunnen doen, aangezien ze aan de andere kant van de brug waren, die ze zelf doorsneden." Tony gromt. Voor hij zijn mond open kon doen, drukte ik mijn lippen op de zijne. "En onthoudt." zeg ik als ik weer loslaat. "We hebben driehonderd soldaten, een heleboel ervaring en kennis van de vijand, ongeveer dan. Dat lijkt me meer dan genoeg." Ik grijns. "Oh wee als je er iets tegenin probeert te brengen!"

De Grijze Jaagster, deel 4, VerraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu