Cry me a river

#19

Een felle licht schijnt in mijn ogen. Als ik aan het licht gewend ben kijk ik om me heen. Ik glimlach als ik Sam zie. Hij is zo schattig als hij slaapt. Ik ben echt helemaal verliefd hem. Hij is ook zo lief. Ik ga rustig overeind zitten om Sam niet wakker te maken. Als ik het bed uitstap word ik terug getrokken door Sam. 'Blijf nog even liggen.' Ik kan nu gewoon letterlijk weg smelten door zijn sexy ochtendstem. 'vijf minuten maar.' Eigenlijk vind ik het helemaal niet erg om er nog een paar minuten in te blijven liggen. Zo rustig mogelijk kruip ik in zijn armen. 'Ik moet zo wel echt naar huis anders krijg ik echt op mijn kop.' Nu ik erover nadenk dat ik zo naar huis moet sterf ik liever in Sam's armen. Wat gaat Henk mij wel aandoen. Hij geeft me een kus op mijn voorhoofd. 'Ik breng je wel na het ontbijt naar huis. Maar Lucy, wie is die Henk nou als hij niet jou vader is?' Wat moet ik nu weer zeggen. Ik kan nu niet vragen waar zijn auto staat. Ik kan nu niet zomaar het hele verhaal uiteggen. Hij weet niet eens dat ik een wees ben. Wacht hoe moet hij me nou naar huis brengen?! Ik moet echt wat bedenken. Ik doe uiteindelijk na het denken net alsof ik zijn vraag niet heb gehoord. Ik kijk hem aan. 'Kan ik hier snel een douche nemen en wat kleren lenen?' Ik zie dat hij niet zo blij is. Hij weet dat ik wat verberg en aan zijn gezichtsuitdrukking is hij er niet zo blij over. Hij loopt naar zijn kast en pakt een joggingbroek en een nike shirt en geeft ze aan me. 'De badkamer is hier om de hoek eerste deur links. Ik wil ook zo een douche nemen dus als je klaar bent moet je de kraan open laten staan. Het is anders wat te verdacht voor mijn ouders. Want wie doucht er nou twee keer achter elkaar.' Bij de laatste zin glimlacht hij met de lach die hij gister in de club had, en net als toen smelt ik weer helemaal weg. 'Okeey.' Ik maak een sprongentje en geef hem ene kusje op zijn wang en huppel naar de badkamer. Ik voel zijn ogen branden op mijn rug. Ik spring onder de douche en laat de warme stralen over me heen gaan.

'Waar moet de koningin heen?' Ik giechel. We zitten nu al bijna een halfuur in de auto en we zijn nu hele dichtbij het weeshuis. Hij weet nog steeds niet dat ik daar woon dus heb ik besloten dat ik een straat ervoor zeg dat we er zijn. Nu hopen dat hij me gelooft.

'Bedankt voor alles.' Ik pak mijn tas, hakken mijn jurkje in mijn handen. Ik druk mijn lippen op zijn wang en als ik me terug trek voel ik meteen zijn zachte lippen op de mijne. Ik voel mijn buik weer rondjes maken. Ik trek me weer terug. 'Ik moet nu snel naar huis. We moeten gauw weer eens afspreken.' Hij brengt zijn lippen naar mijn nek en geeft me twee kusjes. Dan gaat hij met zijn lippen naar mijn oor. 'Let goed op jezelf sweety.' Ik knik en stap uit en ga dan naar een huis die daar ergens in de straat staat. Als ik voor twee huizen sta twijfel ik. Welke huis zal ik voor de komende seconden van miij maken? Ik ga naar het huis aan de rechter kant en dan zie ik twee vrouwen die mij raar aankijken als ik hun tuintje in wil lopen. Ik draai me snel om en loop naar de andere. Sam staat er nog steeds. Hij weet nu dus zeker dat ik hier helemaal niet woon. Ik moet altijd weer slecht liegen. Ik zucht opgelucht als ik zie dat er niemand in het linker huis is. Sam rijdt weg en als hij de straat uit rijdt loop ik naar het weeshuis.

Ik pak de sleutels en wil de deur open maken. Ik vraag me af hoe Ashley en Tommy binnen zijn gekomen, want van Anna kreeg ik de sleutels gister en niet Tommy of Ashley. als ik de sleutels in de deur wil steken gaat de deur van zelf open. IK kiijk verbaast naar Liz die voor me staat. Ze heeft een blauwe oog en huilt. Haar handen trillen helemaal. Voor ik nog wat kan vragen word ik naar binnen getrokken door Liz. 'Wat is er aan de hand?' Je kan aan Liz zien dat ze heel bang is voor iets. 'Je m-moet je v-verst-toppen! snel!' Ze kijkt bang om zich heen en rent naar de keuken. Ze maakt nog snel een gebaar dat ik mee moet komen. Ik gooi mijn schoenen en jurkje op de grond met mijn tasje en ren achter haar aan. 'Ga snel onder de tafel!' nu komt het er meer fluisterend uit. Ik snap niet wat ze probeert te doen maar toch verstop ik me. Zou er iemand ingebroken hebben? Ik wil nog snel kijken naar Liz maar ik hoor een harde stem die Liz roept. En plotseling stormt Henk de keuken in. 'VIEZE SLET! KOM ONMIDDELLIJK HIER!' over Liz' wangen ontstaat een waterval en langzaam loopt ze op Henk af. Hij geeft haar een harde klap tegen haar hoofd en ze dan valt ze op de grond. Ik houd mijn adem in als ik zie dat ze valt. Dit kan echt niet meer zo! Ik kruip onder de tafel vandaan en Henk kijkt me eerst verbaasd aan en krijgt dan een gemene grijns op zijn gezicht. 'Oh kijk eens wie we hier hebben! Je zou maar elke avond uit gaan. Jij vieze hoer! Wie was die jongen met wie je gisteravond was?!' ''Ik ga niet elke avond uit zoals jij doet en ik rook niet. Ik ben geen alcohol verslaafde en al helemaal niet iemand die aan drugs doet! En het gaat je verder helamaal niks aan met wie ik uitga!'' de laatste zin komt er een beetje hard uit. Ik zie de woede bij hem opkomen. Hij geeft me een hele harde vuist onder mijn rechter oog. Ik leg snel mijn hand onder mijn oog en als ik het ervan af haal zie ik dat het bloed heeft afgelaten op mijn hand. Ik voel tranen branden maar ik mag niet huilen. Hij geeft me nog een harde stoot in mijn buik en ik val op de grond. Hij trapt me nog een keer in mijn maag. En alles begint pijn te doen. 'STA OP!' Ik hoor nauwlijks wat hij zegt. Ik word afgeleid door de pijn. Ik begin harder te huilen. en even lijkt het alsof mijn maag in brand staat. 'IK. ZEI. STA. op!' Nog steeds blijf ik liggen met mijn linker arm om mijn buik en mijn rechterhand onder mijn rechteroog. Ik voel ineens twee sterke om mijn bovenarmen. Henk tilt me op en ik raak nog net niet de grond. 'Waarom luister je gewoon niet als ik zeg dat je moet opstaan?!?!' dit keer komt het iets zachter uit zijn mond maar ik antwoord nog steeds niet. Hij heeft me teveel pijn gedaan dat ik nu nog moeilijk durf te praten tegen hem. Hij legt me ruw op de grond en gaat voor me staan. Ik voel een steek in mijn buik gaan en ga er snel met mijn armen omheen. Niet dat het helpt maar straks slaat hij me nog eens. Ik kan nu nergens heen. links staat mijn kledingkast en aan mijn rechterkant is mijn bureau. Ik zou over mijn bureau springen en dan wegrennen. Maar mijn maag doet veels te veel pijn dat ik moeilijk kan bewegen. Hij pakt iets uit zijn broekzak en ik schrik als ik een wapen zie in zijn hand. Wat doet hij nou met een pistool. Hij legt zijn pistool op mijn hoofd en ik begin helemaal te trillen. Vanbinnen hoop ik dat hij nu ineens verwdwijnt met zijn pistool en problemen. 'Maak me a-a-alsjeblieft n-niet d-d-dood.' Komt er nog piepend uit. Ik zie hem heel gemeen grijnzen. 'Oh maar natuurlijk niet kleine vieze hoertje van me. Maar laat dit een waarschuwing zijn.' Hij geeft me nog een laatste klap voor alles zwart wordt.