15

3.2K 182 7
                                    

 15


Iris



In stilte drukte ik het watje doordrenkt met ontsmettingsmiddel – ik had geen idee waarom de ontvoerder dit spul hier had staan – op zijn gehavende pols. Af en toe zoog hij lucht tussen zijn tanden door naar binnen, ten teken van pijn. Al was het vast meer een prikkelend gevoel wat zijn arm teisterde. Stug bleef ik de wond schoon deppen. Ik had geen idee meer wat er door mijn gedachten heen gingen. De vraag waarom hij dit zichzelf had aangedaan, brandde op mijn tong. Maar ik wist dat ik deze vraag niet kon stellen. Ik wist dat het te diep lag bij hem. Ik had het gezien aan de tranen die over zijn wangen hadden gerold. Het ongeloof wat in zijn ogen dansten. Het feit dat hij wanhopig op de grond ging zitten, zichzelf heen en weer wiegend als een klein kind. Ik had daar maar gestaan, niet wetende wat ik moest doen, wat ik kón doen. En daarom schoot ik meteen naar de praktische kant, om hem maar niet te hoeven troosten. Te hoeven helpen. Want het was een feit dat ik dondersgoed wist dat deze man een knuffel nodig had. Iemand die hem vasthield, geen vragen stelde. Maar ik kon hem dat niet geven. Ik wist niet hoe. Ik wilde het niet. En daarom had ik wattenschijfjes uit de lade gepakt, samen met het ontsmettingsmiddel. Dat was nu ruim een kwartier geleden. En al die tijd bleef ik het tafereel herhalen. Beetje ontsmettingsmiddel op het watje, stevig tegen zijn wond aandrukken, en opnieuw. Keer op keer. Ik was de tel kwijt geraakt. Geen van ons tweeën zei iets.



En deze stilte, deze stilte bleef tussen ons in hangen. Zelfs toen we ons avond eten kregen, gaf ik geen commentaar op Mick, die zijn eten naar binnen slokte. Ik speelde met een erwtje op mijn bord. Mijn hongergevoel was plots verdwenen, en ik had geen idee waardoor. Mick had het wel opgemerkt, dat zag ik aan de blikken die hij mij schuin toewierp, maar zweeg. Zijn pols had ik in verband gewikkeld, kwam mijn EHBO diploma toch nog van pas. Het baadde mij echter zorgen als ik keek naar het karakter van de spullen die in de badkamer lagen. Met veel moeite at ik toch mijn hele bord leeg. En daar zaten we dan. Nog steeds in stilte. Beiden starend naar de smetteloze witte muur, waar ik mij plots mateloos aan ergerde. Ik haatte het als iets smetteloos was. Schoon was fijn, maar smetteloos was kil. Net als ik was, piepte er een stemmetje in mijn hoofd. Ik was behoorlijk kil geweest tegen Mick, en ik wist niet eens of hij het verdiende. Diep vanbinnen wist ik van niet, maar mijn verstand vertelde mij dat dit de beste manier was. Hij kuste jou. En jij vond het fijn. Dat mocht niet. Dat kon niet. En daarom was deze stilte ergens wel goed, als het niet al mijn zenuwen akelig bleef prikkelen. En net toen ik dacht dat ik deze stilte niet meer kon verdragen, ondanks al de waarschuwingen die mijn verstand mij probeerde wijs te maken, opende Mick zijn mond.



'Het spijt me voor wat je daarstraks zag.'


Naked AgainWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu