22.

1K 54 9
                                    

'Ontmoeting.' 'Wat?' Vraag ik onbegrijpelijk. 'Je moet met hen afspreken. Ik verwittig mijn collega's en dan gaan we met je mee. We verstoppen ons en houden jullie in de gaten. Als ze je proberen te ontvoeren, vallen wij aan.' 'Jonas ik had je verteld dat je je mond moest houden! Je collega's mogen hier niets van weten.' Hij zucht en wrijft radeloos door zijn haren. 'Ik weet het maar... We kunnen niet veel anders doen.' 'Misschien moeten we gewoon afwachten?' 'Afwachten? Maar straks is het te laat!' 'We verzinnen wel iets. Maar ik ben nu echt verschrikkelijk moe en wil slapen.' 'Natuurlijk, slaapwel Bossie.'

~De volgende ochtend~

'Robin, Eline, wakker worden!' Roep ik. Jonas zit al reeds te ontbijten aan de tafel naast de kleine Noah. 'Straks komen jullie nog te laat voor school!' 'Ik wil niet naar school!' Gromt Robin. 'Het moet.' Antwoord ik kort. Eline en Robin komen slaapdronken de keuken in. 'Ik heb voor jullie pannenkoeken gemaakt! Maar haast jullie wel want het is al redelijk laat.' Ze nemen plaats aan tafel en beginnen met eten. Ik voel me een beetje als hun moeder. Drie kinderen is echt vermoeiend en ik kan wel begrijpen dat mijn tante en nonkel daarom zo graag even weg wouden. Maar ik zie die kleine monsters zeer graag en bovendien hoef ik ze alleen maar naar school te brengen en dan ben ik voor de rest van de dag alleen met Jonas. Ik hoef me dus geen zorgen te maken.

Wanneer we de kinderen naar school hebben gebracht, besluiten Jonas en ik om een korte wandeling in de stad te maken. Het weer ziet er slecht uit, alsof het ieder moment kan beginnen regenen, maar daar trekken we ons niets van aan.

Het is vrij leeg in de straten van Antwerpen, soms wandelen er enkele mensen voorbij die hun paraplu bij de hand hebben, voor het geval dat het zou gaan beginnen regenen. 'Heb je het koud?' Vraagt Jonas die ziet dat ik mijn handen over elkaar heen sla en tegen mijn lijf aandruk. 'Een beetje, er is gewoon zo'n frisse wind.' 'Tja,het is winter. "Het koude seizoen".' Ik zucht. 'Ik hoop dat de lente er snel zal zijn. Appels die aan de bomen groeien, het gras dat weer helder boven de grond komt te staan. Vogels die al fluitend in het rond vliegen...' Ik droom even weg in mijn gedachten. 'Er is niets zo mooier als het verlangen naar iets wat je niet hebt. Als je het eenmaal hebt, ben je niet zo gelukkig als het moment waarop je ernaar verlangde.' 'Wat wil je daar nou mee zeggen? Dat je me wou voordat we elkaar kenden en nu we elkaar goed kennen je plots niet meer zo gelukkig bent als toen?' 'Wat?! Nee! Dat wil ik niet zeggen! Ik bedoel alleen maar... Het zijn de dromen waarvoor we leven.' Ik leg mijn hoofd op zijn schouder. 'Daar ben ik het mee eens.'

We wandelen hand in hand verder door de lege winkelstraten. Het is intussen al beginnen regenen. 'Ik heb een hekel aan regen.' Grom ik en werp de lucht een boze blik toe. 'Ik niet.' Lacht hij. 'Hoezo? Noem mij één voordeel van regen!' 'Plassen...' Antwoordt hij en stampt met zijn voet in een grote plas. Al het water spat op mijn kleren. Ik kijk hem boos aan en hij lacht me uit. Ik duw hem in de plas en lach op mijn beurt hem uit. Nu is hij helemaal doorweekt, maar dit pikte hij niet. Hij klimt overeind. Er ontstaat een hilarisch watergevecht tussen ons beiden. Het resultaat: We hoeven niet meer te douchen vandaag. 'Pas maar op, een verkoudheid heb je snel als je zo doorgaat.' Geschrokken draaien we ons om. Pieter, Luca en mijn vader. Jonas gaat beschermend voor me staan. Ik grijp me bang vast aan zijn arm. 'Laat ons met rust.' Sist hij. 'Rustig... We doen toch niets fout?' Lacht Pieter. 'Wacht maar-' Jonas wil naar hen toestappen, maar ik grijp hem nog snel vast en trek hem terug. 'Evelien? Wat doe je nu?' Vraagt hij verward. 'We gaan naar huis.' Zeg ik stil. 'Maar-' 'We gaan naar huis!' Protesteer ik luider. 'Evelien, wacht even...' Zucht Pieter rustig. Eigenlijk kan het me niet schelen wat hij te zeggen heeft, maar ergens wil ik wel aandachtig luisteren. 'We willen het goedmaken.' 'Goed geprobeerd! Luca heeft me al verteld van jullie plannetje!' Snauw ik. 'We hebben ons bedacht.' 'Zo ineens?' 'Ja.' Bevestigd hij met een serieuze blik. 'Dus... Jullie laten ons voortaan met rust?' 'We willen even enkele dingetjes met je bespreken.' Hij wrijft door zijn handen alsof hij toch iets van plan is. 'Ik weet niet waarover je het wil hebben.' 'Gewoon... Wat bijpraten en overeenkomen met bepaalde zaken.' Ik kijk naar Jonas, die schud zijn hoofd. 'Ik vertrouw jullie niet.' Zeg ik vastbesloten. 'Evelien, ik mis je! Je bent mijn dochter en ik hou zielsveel van jou!' Zegt mijn vader snel en grijpt mijn handen vast. Hij duwt een kus tegen mijn handen aan en kijkt me dan aan met ogen waarin ik kan lezen dat hij me echt mist. 'Je houdt zielsveel van haar? Als dat waar zou zijn, dan zou je je eigen dochter toch niet aan die criminelen schenken?' Zegt Jonas die zich ermee gaat moeien. 'Ik deed het niet zomaar... Het was een belofte.' 'Een belofte?' Herhaal ik. 'Ik moet echt met je praten, ik wil niet dat je me aanziet als een vader die niet om je gaf.' 'Kom mee. Thuis kunnen we praten.' 'Evelien?!' Sist Jonas. 'Ik zit nog met zoveel vragen. Ze maken me kapot en ik wil antwoorden.' Zeg ik tegen hem en wrijf over zijn wang. 'Dit word je dood.' Fluistert hij met tranen in zijn ogen. 'Dat weet je niet.' 'Het is te riskant.' 'Ik heb jou toch? Je hebt steeds een revolver op zak en bent getraind.' 'Vooruit dan, maar je zal zien: dit loopt ongetwijfeld fout af!'

Locked by you 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu