12.

1K 60 28
                                    

'Laat me los!' Schreeuw ik. Ik doe er alles aan om hem van me af te krijgen maar geloof me: Dat is verdomd moeilijk. Hij is veel groter dan mij en bovendien nog eens sterker. Ik ben ziek en slap, met al mijn krachten probeer ik hem van me af te duwen, maar het lukt niet. Hij blijft me hevig kussen, alsof hij me wil verslinden. Hij schuift de bandjes van mijn topje over mijn schouders. 'Nee! Nee! Stop! Nee!' Ik schreeuw de longen uit mijn lijf. Het zweet drupt over mijn voorhoofd. Hij drukt zijn hand tegen mijn mond aan en grijnst vol lust. Hij maakt de knoop van mijn zwarte jeans los en probeert deze uit te trekken, maar ik weet hem gelukkig net op tijd een trap te geven. Wanneer hij door de schop zijn grip verliest, weet ik uit zijn macht te komen. Ik spring uit het bed en ren naar de deur toe. Helemaal overstuur rammel ik aan de klink, maar die gek heeft de deur vastgedaan! 'Nee! Ga open! Verdomme! Nee!' Krijs ik. Mijn hart klopt als nooit tevoren, nog nooit was ik zo bang. Ik wil niet dat het weer gebeurt. Ik wil niet weer verkracht worden, niet weer pijn lijden!

Als ik besef dat ik de deur niet openkrijg, draai ik me om. Ik duw me strak tegen de deur aan. Pieter staat voor mijn neus. Hij kijkt me grijzend aan, zoals altijd. Maar deze keer ben ik banger van zijn grimas dan anders. Deze verklapt al wat hij van plan is en ik heb er absoluut geen zin in.

Hij grijpt mijn keel vast en duwt mijn hoofd tegen de deur aan. 'Je zal het moeten leren, of je het nou wilt of niet... Mensen betalen voor je Evelien, ze willen dat je iets in ruil doet. We zullen oefenen, iedere dag, totdat je het eindelijk begrijpt! Dus wees slim! Gehoorzaam ons! Doe wat we je bevelen! Daar ben je voor gemaakt!' 'Laat mij los!' Huil ik. 'Nee. Vergeet het. Ik laat je niet los. Want dat is wat je wilt, maar het gaat er niet om wat jij wilt, maar om wat ik wil! Dus wees een flinke meid!' Ik schud mijn hoofd. Hij knijpt harder in mijn keel. 'Aw!' Huil ik. 'Gedraag je!' Sist hij en knijpt als maar harder en harder... Die griep had mijn luchtwegen al aangetast, Pieters grip maakt alles alleen maar erger en pijnlijker. 'Ik  zal gehoorzaam!' Roep ik plots, zonder dat ik het zelf besef. 'Zweer het!' Tranen rollen over mijn wangen. 'Ik zweer het!' Hij laat me los en knikt tevreden. Ik zak door mijn knieën. Even denk ik dat het voorbij is. Er vloeit enkele seconden rust door mijn lichaam. Maar het was niet van lange duur. Pieter grijpt me weer vast en trekt me overeind. 'Verkracht me niet alsjeblieft!' Krijs ik weer. 'Heb je het nu nog niet door? Ik bepaal wat er gebeurt! Jij niet!' 'Alsjeblieft... Ik smeek je!' 'Je zal en moet het doen! En je zal het leuk vinden! Of denk je soms dat die gasten alleen maar komen om in je mooie ogen te kijken?!'

Hij gooit me weer op het bed. Een kleine gil wordt door de kamer gevormd. Hij gaat weer op me liggen en probeert me nogmaals om te kleden terwijl hij me kust in mijn nek. Ik roep en tier, maar dat brengt niets op en is compleet waardeloos. Die gozer drukt zijn lippen tegen de mijne aan, waardoor je mijn geschreeuw amper hoort en ook mijn keel is zo droog dat alles veel stiller is dan anders, het doet bovendien ook nog eens pijn en je verzwakt ervan.

'Stop met tegenwerken Evelien, je weet dat het je niet zal helpen...' Ik doe mijn uiterste best, maar het is onmogelijk. Ik geef me gewonnen. Ik stop met tegenwerken. 'Flinke meid.' Zegt hij en wrijft door mijn haren. Ik probeerde alles, alles om uit zijn grip te komen, maar ik ben te zwak. Ik geef op. Hij heeft me. Hij mag met me doen wat ie maar wil, al wil ik het niet maar hij zal het doen. Hij doet het...

'Evelien! Je komt nog te laat voor school!' Mijn vader roept me aan de onderste traptrede. Ik ben nog druk bezig met mijn haren te borstelen. 'Evelien!' Wat is hij toch ongeduldig! Steeds als mama er niet is, gedraagt hij zich zo kortaf tegenover mij. Alles wat ik doe is dan verkeerd en bovendien moet ik dan veel meer doen qua taakjes in het huis bijvoorbeeld. Hij heeft me humeurig gemaakt door zijn ongeduldigheid. Ik storm de trap af en laat duidelijk merken dat ik boos op hem ben, maar hij trekt zich er niets van aan. Katie staat al klaar. Ze heeft de riempjes van haar rugzak in haar handen en draagt de rugzak-die groter is als zichzelf- op haar rug. Meestal rijd ik met de fiets naar school, maar mijn fiets staat buiten 's nachts en door het koude weer bevroren mijn remmen waardoor ik van mama de straat niet op mag, daarom vervoerd papa ons.

Hij parkeert zijn wagen dicht bij de school, er wordt een kermis in de stad opgebouwd waardoor parkeren moeilijker wordt. Hij gaat met ons mee naar het schoolgebouw, omdat hij zeker wil weten dat we veilig aankomen. Katie en ik zitten op de zelfde school, alleen in een ander gebouw. Ook tijdens de pauze zien we elkaar niet of toch nauwelijks. Eerst neemt hij een kort afscheid van Katie, die vol enthousiasme naar haar vriendjes toerent. Daarna wandelen we samen naar mijn gebouw. De leeraren hebben een vergunning waardoor ze hun wagens aan de schoolpoort mogen parkeren en dat is ook wat Pieter deed. Hij stapt uit zijn wagen en merkt  ons dan op. Hij grijnst, zwaait en komt dan naar ons toe. Ik richt mijn blik meteen naar de grond. Ik schaam me. Mijn vader zal in contact komen met die gestoorde man. 'Dag meneer Bosmans.' Grijnst hij en steekt zijn hand uit, mijn vader drukt zijn hand tegen Pieters hand aan. 'Bent u haar leerkracht Engels?' Dat was een goede gok van mijn vader. Vreemd eigenlijk dat hij het meteen goed had. Kennen ze elkaar?

'Ja, dat klopt. U hoeft zich geen zorgen te maken, uw meisje is in veilige handen.' 'Mooi zo.' Mijn vader wrijft even door mijn haren, knuffelt me even en geeft me dan een kus op mijn voorhoofd. Ik zie vast rood van schaamte. 'Gedraag je vandaag, Evelien. Veel plezier op school!'

Over wat er gisteren is gebeurt, praat ik liever niet. Het was namelijk te erg voor woorden. En als je dacht dat dat het was, dan heb je het mis. Hij beval me ook nog eens om bij hem te slapen en ik gehoorzaamde. Ik had geen keuze. Ik voel me zo machteloos. Ik hou het niet lang meer vol. Misschien moet ik Raphael wel vertrouwen. Ik moet hier weg! Hoe ik het doe maakt niet uit, ik moet hier gewoon weg! Het is Pieter nog een keer gelukt maar ik wil niet bestempeld worden als slaaf, ik ga nog liever dood!

Ik lig in het enorme bed van Pieter. Hijzelf is al wakker, hij verliet de kamer een halfuurtje geleden. Hij maakte me wakker door in mijn oor te fluisteren. 'Het was leuk vannacht.' Nooit van mijn leven meer. Nooit raakt iemand mij nog aan. Vroeger wou ik steeds kinderen, maar zelfs al leefde ik in een groot huis met Jonas dan nog zou ik het nooit meer doen. Die droom over kinderen willen, die is nu helemaal verpest. Het beeld van gisteren krijg ik nooit meer uit mijn hoofd. Het doet mentaal pijn om er aan te denken. Die vuile hond heeft me weer een trauma bezorgd. De eerste keer was het al erg, maar toen kon ik het mij niet meer herinneren want ik was bewusteloos. Ze waren misschien wel met twee, ik heb het niet zien gebeuren. Nu zag ik alles en voelde ik alles en... Ik meen het als ik zeg dat ik het nu echt niet meer zie zitten. Ik wil dood.

Ik slenter uit het bed. Ik ben ziek en Pieter zorgde ook nog eens voor een mentale klap. Wanneer ik naar beneden ga, zie ik Pieter, Luca, mijn vader, Raphael en Kick. Ze zitten allemaal aan de tafel te eten. Maar van Zora is geen spoor. Ik denk dat ze in de keuken is, maar zeker ben ik niet. Luca is de eerste die me opmerkt. Hij begint even te lachen naar mij, het bewijs dat Pieter het hen vertelde.

Pieter zit met zijn rug naar mij gericht. Wanneer hij Luca ziet lachen, beseft hij dat ik er ben. Hij draait zich om. Een vreselijke grimas verschijnt op zijn gezicht. Met zijn tong gaat hij over zijn lippen alsof hij wat choco van zijn lippen af wil halen, maar geloof me: aan de choco lag het niet. Hij zet zich recht. Ik blijf staan. Ik tril op mijn benen en begin meteen te huilen. Ik denk terug... Ik ben kapot, alle hoop is verloren. Hij komt naar me toe. Hij legt zijn handen op mijn schouders. Ik wil roepen naar hem, maar ik durf hem zelfs niet aan te kijken. 'Niet huilen. Je huilt niet omdat ik je verkrachte. Je huilt omdat ik gewonnen heb. Ben je zo'n slechte verliezer?' 'Ze kan gewoon niet tegen haar verlies!' Lacht Luca op de achtergrond. 'Het is wel makkelijk winnen, zonder de spelregels uit te leggen.' Zeg ik stil. 'Je gaf op. Het bewijs dat ik je in mijn macht heb.' Hij lacht even duister. 'Vanavond mag je hetzelfde doen, maar dan met Luca.' Ik kijk bang naar Luca. Hij knipoogt. Help mij...

Heeeeey mensen! Het zou fijn zijn als jullie zouden stemmen😊 of reageren😄 ik lees namelijk graag jullie reacties!

Morgen heb ik les van Pieter en als je je zo focust op het beeld van je leerkracht in het boek, dan zijn zijn lessen geen gewone lessen meer😳... Ik vraag me eigenlijk wel eens af of jullie ook zulke vreemde leerkrachten hebben of personen kennen?

Locked by you 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu