35.

834 45 45
                                    

'Wat doe jij hier?!' Roep ik meteen overstuur. 'Kalm, kalm...' Grijnst hij. 'Ik vroeg je wat, sukkel!' Hij wrijft door zijn haren en blijft me met z'n irritante grijns aankijken. 'Hoe vond je me?' Hij blijft zwijgen. 'Hoe vond je me?!' Ik verhef mijn stem en zet een stap naar voren. 'Het was niet moeilijk om je te vinden.' 'Dat was mijn vraag niet. ' 'Je stelt zo veel vragen, schatje.' Ik wil hem slaan, mijn woede op hem uitlaten, maar hij grijpt mijn armen vast en houdt ze stil. 'Ik wil niet vechten.' 'Laat me dan met rust.' 'Nee.' 'Wat is jouw probleem?!' Hij grijnst weer. Die grijns... Ik klop h'm zo nog van z'n gezicht. 'Werkte je samen met Pieter?' Vraag ik sissend. 'Zoveel vragen... Voor zo'n klein meisje...' 'Ik ben geen kind meer, idioot!' Hij grijpt me vast en duwt me tegen de muur aan. Zijn grijns wordt groter en zijn ogen hebben een soort van fonkeling die me uitdaagt. 'Herken je dit scenario?' Vraagt hij.

Ik wandel met Frances door de kleine straatjes die dwars door het landbouwlandschap van Mol gaan. Hier komt nooit iemand. Soms een tractor of een fietser, of zoals ons wandelaars, maar vaak is het hier stil zoals nu. Ik hou wel van die stilte. Ik woon graag in de stad, maar de plattelandsgeur waar mijn oma en opa me aan deden wennen, vind ik ook wel fijn. De paarden die in het weiland staan te grazen, de koeien die naar ons loeien wanneer we voorbij hen stappen. Heerlijk!

'Wat een prachtig beest!' Zeg ik verwonderd wanneer ik een bruin-kleurig paard zie die voor het hek staat. Ik ga naar h'm toe en laat hem aan mijn hand ruiken. Zijn oren gaan naar voren staan en nieuwsgierig steekt hij zijn neus naar voren. 'Frances, ik heb z'n aandacht!' Zeg ik blij. Ze haalt haar schouders op. Paarden interesseren haar niet. Door haar ogen zijn het maar een stel beesten die het weiland al grazend verkennen, maar voor mij zijn het de mooiste dieren die er bestaan. Het zijn de enige dieren die ik begrijp, ik kan hun lichaamstaal begrijpen. Ik pluk wat gras en hou het onder de neus van het reusachtige beest. Voorzichtig neemt het paard het plukje gras uit mijn handen en kauwt erop. 'Weet je Evelien, ik denk dat ik echt moet vertrekken nu.' Dringt Frances aan. 'Mijn ouders vertrekken zometeen.' Ik kijk haar aan. 'Oké, bye.' We geven elkaar nog snel een knuffel en dan gaat ze weg. Ik blijf bij het paard staan. Hij hinnikt zacht om mijn aandacht te trekken. Ik kijk in zijn bruine ogen. 'Je hebt nog honger,hé?' Lach ik. Hij briest in mijn gezicht. Ik duik naar beneden en trek nog wat gras uit de grond. Wanneer ik rechtkom en hem het gras wil geven, word ik plots weer op de grond geduwd. Het gras valt uit mijn handen en wordt meegevoerd met de wind. Het paard schrikt en springt achteruit.

Voorzichtig draai ik me om en klim overeind. 'Weer met die rotbeesten bezig, schatje?' Milan. Zijn grijns doet me beven. Hij staat met z'n handen in zijn zakken voor mijn neus. Hij heeft kauwgom in zijn mond en kauwt erop, zijn gesmak irriteert me. 'Wat wil je?' Vraag ik met een stil stemmetje. 'Jouw leven ruïneren!' Ik zet het op een lopen. Ik ren zo snel als ik kan. Hij rent achter me aan. Ik draai me om en kijk of hij me nog volgt, maar zie hem niet meer. Ik besluit even te rusten en stop met lopen. Mijn ademhaling gaat tekeer. Plots voel ik een hand op mijn schouder. Geschrokken draai ik me om. Milan slaat in mijn gezicht en duwt me tegen een muur aan. Ik kan niet uit zijn grip ontsnappen. Ik probeer hem terug te slaan, hem te schoppen, maar hij lacht me alleen maar uit. 'Doe je best kleintje, mij versla je toch niet!' Het bloed drupt uit mijn neus en vormt plekken op mijn kleren. Hij trekt aan mijn haren en duwt me vervolgens op de grond. 'Liggen jij! Het wordt tijd dat ik jou eens met de grond gelijkmaak!' Hij schopt me hard in mijn zij. Mijn ribben lijken gebroken. 'Aw!' Schreeuw ik en kijk hem met waterige ogen aan, ogen die smeken om te stoppen. 'Nu ben je bang, hé? Liefje?' Hij trekt nog harder aan mijn haren.

'Laat dat meisje met rust!' Roept een man en rent naar Milan toe. Hij trekt hem van me los. 'Ik bel de politie, klein ventje!' Roept de man, maar Milan rent weg. De man helpt me overeind. Hij haalt wat gras uit mijn haren en van mijn kleren en geeft me een zakdoek om het bloed weg te vegen. 'Rustig, meisje. Ken je die jongen?' 'Ja.' Snik ik. 'Zit hij bij jou op school?' Ik knik. 'Neem contact op met je leerlingenbegeleider, of ga naar de politie, maar zoiets mag niet blijven duren!'

Locked by you 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu