CHAPTER 11

304 12 0
                                    

*pov Lynn*

'Lynn?' Vraagt Magnus voorzichtig terwijl hij een hand op mijn schouder legt. De demoon neemt al mijn controles over (dus vanaf nu is ik, de demoon), ik geef Magnus een harde duw zodat hij en zijn stoel omvallen. Ik sta op en mijn ogen zijn pikzwart, ik kijk wild om me heen. Ik wil de kamer uitlopen maar wordt tegengehouden door 2 sterke armen, ik kijk omhoog en zie Alec staan. 'Laat. Me. Los.' Zeg ik met een verbeten gezicht, en ik probeer me uit  zijn grip los te maken. Maar hij heeft me zo vast dat het niet lukt, wild begin ik te maaien met mijn benen richting zijn benen en maag. Een keertje schop ik raak en met een hand laat hij me los en grijpt naar zijn buik en buigt naar voren, wat me genoeg tijd geeft los te komen. 'Lynn alsjeblieft, je bent sterker dan die demoon.' Zegt Magnus nog, ik draai me naar hem toe en dan ren ik de zaal uit. 'HOU HAAR TEGEN, ZE IS GEVAARLIJK!' Hoor ik hem nog schreeuwen, maar als verdoofd ren ik door. Alles wat op mijn pad komt duw ik opzij en sla iemand een bloedneus. Ik struikel over iets wat ik niet kan zien en mijn hoofd klapt zo hard op de grond dat het zwart wordt. Ik heb alleen nog het gevoel dat ik moet stikken en dan schakelen al mijn zintuigen zich uit.

Ik wordt langzaam wakker, stemmen vullen mijn hoofd. 'Ze heeft gelukkig niemand ernstig verwond, het kon veel erger aflopen.' Zegt een stem, die me ergens bekend lijkt voor te komen maar ik kan niet zeggen wie. Ik wil mijn ogen open doen of te bewegen, maar het lukt gewoon niet. Machteloos lig ik te luisteren naar de stemmen, maar ik kan ze geen plekje geven. Na een halfuur blijken ze allemaal weg te lopen, want de stemmen sterven weg. Opeens zakt mijn bed in bij mijn heup, ik hoor een stem fluisteren. 'Lynn, ik weet dat je me hoort. Ik heb je nodig.' Heet ik zo?Ik peins en denk maar ik kan verder niet weten of ik anders heet. Hoe diegene dat zei, dat klonk zo verdrietig dat ik er bijna zelf van moet huilen, iets pakt mijn hand vast en ik probeer uit alle macht mijn vinger te bewegen of in de hand te knijpen. Dan opeens schiet mijn vinger een paar milimeter omhoog, maar genoeg om op te merken. 'Lynn?' Fluistert de verdrietige stem, alleen heeft het bewegen me zoveel kracht gekost dat ik niets meer kan doen. En langzaam zak ik in slaap.

Na een lange tijd wordt ik wakker, het duurt even voordat ik me kan beseffen wat er allemaal is gebeurd.
Ik doe mijn ogen open (wat gelukkig nu wel lukt) en ik probeer ook te bewegen, en langzaam maar zeker kan ik mijn hand bewegen. Ik probeer te zitten en na 5 minuten lang ben ik overeind gekrabbeld, mijn keel voelt droog aan en het witte felle licht schijnt vervelend in mijn ogen. Ik kijk langzaam om me heen maar in de rest van de zaal is er niemand, ik laat me zuchtend weer onderuit zakken. Wie ben ik? Waar ben ik? En waarom lig ik hier?

Ik begin net weer een beetje in slaap te vallen als ik voetstappen hoor, ik krabbel overeind voor hoever ik het kan. Ik hoor meerdere voetstappen waaruit ik haal dat het 2 mensen zijn, en opgewekt dat ik niet meer alleen zal zijn kijk ik op. Een redelijk lange man met oogschaduw en zwart haar en een lijkbleke jongen die iets kleiner is dan de ander met ook zeart haar, lopen naar binnen. Als ze zien dat ik ze aankijk, kijken ze heel erg blij en verrast en lopen ze heel snel naar me toe. 'Lynn! Je bent weer wakker.' Zegt de lange man, 'Sorry, maar heet ik dus Lynn? En wie zijn jullie?' Vragend kijk ik de mannen een voor een aan. 'Ik ben Magnus en... Dat is Raphael.' Zegt hij twijfelend, hij lijkt wel te denken dat ik hem in de maling neem. 'Weet je eigenlijk wel iets?' Zegt de ander, dus Raphael. Langzaam schudt ik mijn hoofd, weer klinken er voetstappen. Er komt een vrouw binnen in witte kleding, waarschijnlijk de zuster. Ze doet zonder wat te zeggen testjes en zucht, 'Op een gegeven moment zal je je alles weer herinderen, maar dat kan nog jaren duren.' Mijn maag keert om en hulpeloos zak ik onderuit, ik voel mijn ogen nat worden en langzaam vloeien er tranen over mijn wangen. Raphael komt naast mijn bed staan en trekt me tegen zich aan en het voelt voor een of andere reden vertrouwt aan, Magnus kijkt bezorgd toe en wrijft over zijn hoofd. 'Heeft ze nog meer dingen?' Zegt hij. 'Ze kan ook moeite hebben met lopen voor een lange periode, daarvoor hebben we een rolstoel en krukken hier. En ze rolt een zwarte rolstoel waar krukken op liggen naar voren, ik knik kort. De mevrouw loopt weg en langzaam sterft het geluid van haar klikkende hakken weg, 'Zouden jullie wat meer over me kunnen vertellen?' Vraag ik voorzichtig.
'Je heet Lynn, je bent een vampier, ik ben je vader sinds je 6e want je ouders wilde je niet meer, je bent nu 121 jaar oud en je ligt nu in het instituut, een plek waar Shadowhunters trainen en verblijven. Shadowhunters beschermen mensen en doden demonen.' Mijn mond staat een beetje open door verbazing, 'Ik ben een vampier?' Mijn ogen worden groot en snel voel ik aan mijn hoektanden; vlijmscherp. Magnus knikt en loopt weg, 'Lynn?' Ik kijk Raphael aan, 'Wij 2 hadden een soortvan relatie.' Zegt hij, terwijl hij en beetje verlegen met zijn vingers speelt. Niet wetende hoe ik moet reageren daarop geef ik hem een knuffel, 'Daar gaan we later wel achter aan, nu eerst leren lopen.'

~~~

Beetje kort, maar wilde graag uploaden😂

~~~

986 woorden ~ 25-02-17

Problems ~ Shadowhunters Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu