Hoofdstuk 7

52 2 0
                                    

Eenmaal thuis ga ik op de bank zitten en drink ik een glas water. Dan gaat de deurbel. Mijn moeder loopt naar de deur, en ik luister aandachtig.

'Hallo, wij komen voor Jill,' zegt een man met een zware stem. Ik kijk voorzichtig om het hoekje, en ik schrik me dood.

Het is de politie. Ze komen me ophalen. Ze zijn er achter gekomen dat ik het was. Dat het mijn schuld is. Ik ren snel de trap op naar mijn kamer, en laat mezelf huilend op mijn bed vallen.

Na voor mijn gevoel een paar uur slapen word ik wakker. Het is doodstil en ik vraag me af waarom ik mijn ouders niet hoor. Dan komt alles binnengewaaid. Ik hoor mijn moeder kloppen, en draai het slot van mijn kamerdeur terwijl ik snel mijn tranen wegveeg.

'Ze vroegen gewoon of je iemand hebt gezien, want ze hebben de persoon die haar heeft aangereden nog steeds niet gevonden,' zegt ze. Ze haalt diep adem en zegt dan: 'Ik denk dat het verstandig is dat je met een psycholoog gaat praten. Het gaat duidelijk niet goed met je.'

Ik kijk mijn moeder aan alsof ze een debiel grapje maakt.

'Wat? Dat meen je niet. Ik zit gewoon in het rouwproces: mijn beste vriendin is overleden,' ratel ik.

Ik ben verbaasd over hoe goed ik kan liegen.

'Ja, dat snap ik ook wel... maar ik heb je mentor gesproken. Ze heeft me alles verteld.'

Mijn mond valt open 'Wat heeft ze allemaal gezegd?' Mijn moeder zucht. 'Ze heeft verteld over het snijden, wat er tijdens gym gebeurde, die keer in de bus en nog meer.'

'Dat is onzin. Ik snijd mezelf niet! Echt niet! En ik ga verdomme al helemaal niet met een psycholoog praten, ik ben geen gestoorde gek!' schreeuw ik.

'Een psycholoog is er om je te helpen met je problemen, of om er over te praten. Als je naar een psycholoog gaat ben je niet per se gek!' zegt ze verontwaardigd.

'En toch ga ik niet,' zeg ik boos.

'Ook niet als...'

'Nee, nee, nee,' zeg ik standvast.

'Dan wil ik in ieder geval dat je wel meer over je gevoelens gaat praten. Met mij, met papa, met Mevrouw Stocks, met wie je wilt.'

'Over mijn gevoelens praten? Praat niet tegen me alsof ik een gestoord kind van 8 ben! Ik ben verdomme al 17! Ik beslis zelf tegen wie ik praat, als ik al praat!'

Er valt een stilte. Mijn moeders mobiel gaat. Ze neemt op.

'Nee, dat gaat verdomme niet gebeuren! Het gaat niet goed met haar, ze kan nu geen verklaring afleggen!' zegt ze boos en hangt op.

Die avond val ik na een hele lange tijd draaien in slaap.

'Best, ga dan. Ik wil niet eens meer met je naar de stad! Hoepel op, je bent een stom wijf!' 'Trut!' schreeuwt ze terwijl ze opstapt. 'Aansteller!' schreeuw ik terwijl ik opstap en ga de andere kant op. 'Egoïstisch kutwijf!' gilt ze fietsend. Wat denkt ze wel niet? Ik weet ook wel dat ik misschien een beetje bijdehand was, maar ze kan ook gewoon nee zeggen! En dan hoor ik een enorme klap en een doordingende gil.


StilteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu