Hoofdstuk 19

65 1 0
                                    

Na een redelijk korte tijd in de metro springt Quinn op als we bij de halte ''Champs de Mars Tour Eiffel'' aankomen. 'Hier, hier! Snel, eruit!' zegt hij snel. We zijn net op tijd, het geluidje dat afgaat als de deuren dichtgaan gaat vlak nadat we eruit zijn gesprongen af. De metro raast weg, en we lopen richting de roltrappen. We stappen er samen op, en gaan naar boven. De Eiffeltoren verschijnt levensgroot. Ik begin spontaan te lachen. Hij is prachtig, en echt ontzettend groot.

'Kom!' zeg ik en trek ze mee. Er komt al meteen een verkoper op ons af. Hij heeft een grote ring vol Eiffeltoren sleutelhangers bij zich.

'Cinq pour un euro! Cinq pour un euro!' zegt hij terwijl hij er een paar in mijn hand stopt.

'Non, merci,' zeg ik en geef ze teug.

'Ah-non, ah-non. Tu les prends!' antwoordt hij.

Ik schud mijn hoofd. Nee, ik neem ze niet, dat beslis ik zelf wel. Ik koop ze mooi bij een ander. Ik stop de Eiffeltorentjes terug in zijn hand en we lopen verder. Ryan heeft de slappe lach, en ik grinnik.

Het is druk, heel druk, maar niet zo druk als ik had verwacht. Misschien omdat we hier gewoon tijdens een schoolweek zijn? Maar ja, wij komen uit Nederland. Er zijn vast ook mensen uit andere landen hier. Hoe dan ook, er staat een niet al te lange rij bij de Eiffeltoren!

'We gaan er wel op toch?' vraagt Quinn. Ik knik snel. 'Zeker, als het aan mij ligt wel,' vult Ryan aan.

Ik glimlach. We sluiten achteraan in de rij, die in een redelijk tempo opschuift.

'Het is echt mooi hier. Gelukkig is het mooi weer en niet zo heel druk,' zegt Ryan.

Ik knik. 'Dit is nu officieel mijn favoriete stad.'

Quinn knikt bevestigend.

Na een tijdje wachten staan we in de lift. Luiheid boven alles, ik ga echt niet op zo'n ellenlange trap lopen. Gelukkig waren Ryan en Quinn het met me eens. De lift wordt helemaal volgepropt met mensen, alsof het goederen zijn. Er klinkt een mengseltje van allerlei talen door de lift. Frans, Engels, Chinees, Nederlands en talen waarvan ik niet eens weet welke taal het is.

De liftdeuren schuiven open, en we zijn op de tweede verdieping.

'Wauw, dit is echt hoog,' zeg ik.

Quinn knikt. 'Gelukkig heb ik geen hoogtevrees.'

Ryan knikt. Gelukkig heb ik ook geen hoogtevrees, dit is belachelijk hoog. Ik loop naar de hekjes in het midden, en kijk er voorzichtig overheen. Dan zie ik een stukje verderop een vloer van glas. Ik loop er naartoe, en ga er voorzichtig op staan. Als je er doorheen kijkt, zie je een grond die heel ver weg van je voeten is. Best wel eng. Ik loop snel terug naar Quinn en Ryan, die makkelijk te vinden zijn.

'Kun je wat foto's van me maken?' vraag ik aan Quinn. Hij knikt, en pakt mijn mobiel aan. Ik poseer meerdere keren en pak mijn mobiel terug. 'Tijd voor wat selfies.'

Na een tijdje rondkijken en foto's maken, gaan we weer naar beneden.

'Dat was echt leuk,' zegt Ryan glimlachend.

'Wat gaan we nu doen?' vraag ik.

'Jill!' gilt iemand achter me. Ik draai me om, en zie Sam. 'Heee, leuk dat jij ook hier bent!' zeg ik blij. Zijn vrienden lopen naar Ryan en Quinn. 'Ik hou van jou,' fluistert hij.

'Ik ook van jou.' Hij kust me. Ik ben zo ongelofelijk gelukkig op dit moment.

'Zullen we anders met z'n allen wat gaan eten?' vraagt hij. Ik knik. 'Gezellig.'

Even later zitten we met z'n allen in een leuk, knus cafeetje. Het is rond drie uur 's middags, schat ik.

'Wat hebben jullie al gedaan?' vraag ik.

'We zijn bij de Notre Dame geweest, en we zijn ook op de Eiffeltoren geweest. Eerste verdieping. Jullie?' vraagt Daan.

'Wij zijn op de tweede verdieping van de Eiffeltoren geweest. En ons gast gezin heeft echt een niet normaal groot huis. We hebben een eigen badkamer, een kamer met twee hemelbedden en een bank. Ze hebben ook een hele grote tuin. Waar zitten jullie?' zeg ik lachend. 'Wij zitten ook bij best wel rijke mensen, denk ik dan. Ook een groot huis, grote tuin. We hebben alleen geen privébadkamer,' grinnikt Sam.

Na een tijdje wachten krijgen we ons eten. Ik heb een eclair met aardbeienroom ertussen en roze glazuur erop besteld. Misschien was het dom van ons om in een cafeetje dicht bij de Eiffeltoren te gaan zitten. Ik heb 6 euro voor één eclair betaald! Gelukkig is hij wel lekker. 'Hoe laat moeten jullie thuis zijn?' vraag ik als ik hem op heb.

'Half zes. We eten daar mee. Hopelijk mogen we daarna wel weer weg,' zegt Sam lichtelijk geïrriteerd.

Ik zoen hem, en zijn ogen twinkelen.

Even later hebben we afscheid genomen van de groep, en gaan wij weer verder.

'Laten we naar de Champs-Élysées!' zegt Ryan. Ik knik hebberig. Ik wil iets kopen. Ik weet niet waarom, maar ik moet van mezelf iets kopen uit Parijs. Het liefst op de Champs-Élysées. We besluiten om er lopend heen te gaan, het is volgens Quinn niet zo ver.

Na een –inderdaad- korte tijd lopen komen we aan bij het reuzenrad dat ergens op de Champs-Élysées staat. Dan valt mijn oog op een winkel.

'Zullen we please, please, please naar de Sephora?' vraag ik smekend terwijl ik naar de winkel wijs.

Ryan en Quinn kijken elkaar walgend aan, maar knikken. 'Jullie zijn schatten,' zeg ik terwijl we erheen lopen.

Sephora is een ware vrouwenhemel, het staat er vol met de duurste parfum, make-up en nagellak. Ik koop ''the System'' van Formula X: een pakje met nagellak die je er in een bepaalde volgorde op moet doen. Ik stop het in mijn handtas, en word meegetrokken door Quinn en Ryan. Ze hebben het helemaal gehad in die grote make-up- en parfumwinkel.

'Hoe laat is het eigenlijk?' vraag ik.

Ryan pakt zijn mobiel. 'Kwart over vier.'

Dan gaan de haartjes op mijn armen ineens rechtop staan. Een koude windvlaag maakt me aan het rillen. En dan zie ik haar.


StilteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu