Hoofdstuk 33

56 1 0
                                    

Ik heb zoals gewoonlijk 's nachts nachtmerries over Laura. Ze ligt onder de truck, huilend en gillend. Ze scheldt me uit. Ik word wakker van de wekker en bedenk me dat we school hebben. Als ik ergens geen zin in heb, is het wel school.

'Joehoe, Jill? Ben je wakker?' vraagt mijn moeder van onderaan de trap.

Ik maak een bevestigend geluid en pak mijn tas in. Meestal doe ik het de avond van tevoren, maar gisteren had ik er geen zin in. Ik was aan het denken.

Alles is opgelost als ik zelfmoord pleeg. Het is makkelijk, en dan ben ik overal vanaf. Ik heb alleen een touw nodig... Ik heb geen zin meer in het leven.

Ik stommel de trap af, en mijn moeder heeft al een ontbijtje klaar staan. Yoghurt met vers fruit.

'Dankjewel,' zeg ik. Ik lepel het langzaam op. Ik heb helemaal geen honger, maar ik wil niet dat mijn moeder iets doorkrijgt. Als ik echt zelfmoord ga plegen, wil ik niet dat mijn ouders in de weg staan.

Even later zit ik op de fiets. Het regent, en ik heb de wind tegen. Dat begint al lekker. De lelijke regenkleding maakt het af.

'Goedemorgen!' zegt iemand achter me. Ryan komt naast me fietsen.

'Hoi,' zeg ik.

'Lekker geslapen?' vraagt hij.

Ik mompel iets negatiefs. Er volgt een lange stilte. 'Eindelijk,' zeg ik als onze school rechts van het fietspad verschijnt.

Ik prop mijn natte regenkleding in een plastic zak en stop die in mijn kluisje. Mijn beeld verschuift. Ik knipper met mijn ogen en grijp een paal vast.

'Gaat het wel?' vraagt Ryan bezorgd.

Ik knik snel, en knipper nog wat met mijn ogen. Mijn beeld wordt langzaam weer scherp en recht.

'We hebben Frans,' zeg ik. We lopen naar A43, het lokaal waar we meestal Frans hebben.

'Bonjour!' zegt mevrouw La Jeune. Ik forceer een glimlach en loop naar binnen. Ik ga naast Quinn zitten, die vooraan in de middelste rij zit.

'Bienvenue. Is dit jullie eerste les sinds, euh, de herdenking?' vraagt mevrouw La Jeune.

Iedereen knikt bevestigend.

'Oké. Hebben jullie er al veel over gepraat? En willen jullie er nog over praten?' vraagt ze vol medelijden.

'We hebben al mentoruur gehad,' mompelt iemand. Een paar mensen schudden hun hoofd, en de rest doet niks. 'Verder met de les, dus?' vraagt ze. We knikken.

'Oké. Pak jullie schrift maar, we gaan luisteren naar een paar geluidsfragmenten. Op het bord staan een paar vragen, probeer ze te beantwoorden,' zegt ze.

De dag kruipt voorbij, we hebben voornamelijk saaie vakken. Ik voel me echt kut vandaag. Als de laatste bel eindelijk gaat, zucht ik van opluchting.

'Dat werd tijd,' mompelt iemand achter me. Ik stop mijn boeken, agenda en etui in mijn rugzak en hijs hem op mijn rug.

'Vergeet niet je huiswerk te maken, opgave H-1 tot en met H-8,' zegt meneer van de Vlucht snel. Ik zucht overdreven. Ik haat wiskunde zo erg. We lopen het lokaal uit, slenteren de trap af en gaan naar de fietsenstalling. Ik haat school. Ik haat wiskunde. Ik haat zo ongeveer alle vakken. Ik haat mijn leven.

Ik haat mezelf. Waarom moest ik nou zo zeuren en Laura zo ongeveer verplichten om te komen? Als ze niet was gekomen, leefde ze nog. Ik wil dood.

Als ik mijn fiets in de schuur zet, zie ik dat de fietsen van mijn ouders weg zijn. Waar zijn ze heen? Dit betekent dat ik alleen thuis ben. Niemand die me tegenhoudt als ik er nu een einde aan maak, schiet door mijn hoofd.

Ik loop naar binnen, en doe de deur dicht. Ik trap mijn gympen uit en kijk in de koelkast. Er ligt en chocoladereep, die ik blokje voor blokje opeet. Daarna drink ik een groot glas cola. Ik haat mezelf. Wat zou iedereen ervan vinden als ik dood was? Als ik zelfmoord zou plegen? Waarschijnlijk zouden veel mensen me een aansteller vinden. In het begin zouden er wel mensen zijn die me missen, maar ik denk dat ze me al snel zullen vergeten. En als ze erachter komen dat ik Laura heb vermoord, zullen ze me haten.

Ik sta op, en loop naar de schuur. Ik vind een lang, stevig touw. Ik pak hem, en loop weer naar binnen.

De tranen stromen over mijn wangen. Ik loop naar mijn cavia's en konijnen, stap over het hekje en geef ze allemaal een kusje. Dan pak ik pen en papier.

Lieve mam en pap,

Het spijt me heel erg. Het is niet jullie schuld! Ik haat mezelf te erg. Het is namelijk mijn schuld dat Laura dood is. Ik heb gezeurd, en met tegenzin spijbelde ze. Voor mij. Ze kwam dus voor mij naar de plek waar het ongeluk is gebeurd. Toen kregen we ruzie, gingen we uit elkaar en ik hoorde de klap. Ik rende er naartoe, en daar lag ze. Ik ben er elke minuut kapot van. In Parijs zag ik haar ineens. Ze liep zo langs me op. Ik dacht dat ik het me verbeeld had, maar toen ging ik haar steeds vaker zien en horen. Ik kan er echt niet meer tegen.

Ze heeft me verteld dat ik dood moest. Ik ben het met haar eens. Toen gingen ze me ook nog verdenken voor de moord op Yara. Ik wil niet dat Laura dood is! Ik kan niet zonder haar en ik kan al helemaal niet leven met het feit dat ik, Jill, haar heb vermoord! Ik ben zo verdrietig, ik wil niet meer leven.

Lievelievelieve papa, mama, oma, opa, Quinn, Ryan, familie en nog een paar mensen: Het spijt me heel erg, maar ik kan echt niet anders. Ik denk zo vaak aan zelfmoord. Ik wil gewoon niet meer leven. Ik kan meer redenen verzinnen waarom ik dood zou willen, dan waarom ik zou willen blijven leven. Sorry. Ik hou heel erg veel van jullie. Voel je niet schuldig, want dat ben je niet. Ik heb zo de rust die ik wil.

Liefs,

Jill

Mijn wangen zijn nat van het huilen. Er rolt een traan over mijn hele gezicht, en valt op het papier. De inkt vlekt waar ''zelfmoord'' staat.

Ik zucht. Alles zit tegen. Zelfs een afscheidsbrief schrijven lukt niet eens normaal!

Ik adem diep in. Dan pak ik een stoel, en zet hem naast onze bokszak. Ik span al mijn spieren aan, til de bokszak omhoog en laat hem snel naast me vallen. Er is een grote, zwarte haak zichtbaar. Ik haal het touw erdoorheen, maak een beulsknoop en maak het resultaat stevig vast. Er ontstaat een grote lus, die kleiner wordt als je er kracht op uitoefent. Ik kijk nog een keer om me heen. Ik doe het touw om mijn nek, en haal diep adem. Ik trap de stoel onder mijn voeten weg, en probeer direct lucht te happen. Tranen komen als een waterval uit mijn traanbuizen.

Tot ziens, denk ik.

Mijn lucht begint op te raken, en het touw snijdt in mijn

nek. Kon mijn nek niet gewoon in een keer breken?

En dan is mijn lucht op. Mijn lichaam schreeuwt om zuurstof. Mijn longen lijken in de brand te staan, het voelt verschrikkelijk. Er ontstaan vlekken in mijn beeld. Mijn lichaam probeert met volle kracht lucht binnen te krijgen, maar het lukt niet. Het is onmogelijk.

Dat was het dan, denk ik. Mijn beeld wordt langzaam wit en mijn wereld vervaagt.


StilteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu