Hoofdstuk 31

46 0 0
                                    

De volgende dag word ik pas rond een uur in de middag wakker gemaakt door mijn moeder. Het is zaterdag, we hebben maandag pas weer school. Om tien uur s' ochtends wordt Yara dan herdacht. De hele school moet dan naar de aula komen, en dan gaan wat mensen een woordje doen en dan kun je een kaarsje, bloemetje of kaartje achterlaten.

Als ik beneden kom, heeft mijn vader al een gebakken ei met kaas voor me gemaakt.

'Dankjewel,' zeg ik en geef hem een kus. Ik heb het ei al snel op: ik had honger. Ik loop naar boven, en doe een kort broekje met een T-shirt aan. Ik besluit dat ik mijn koffer uit ga pakken. Ik gooi de vuile kleding in de was, en stuit dan op de tekening van mij en Sam. Ik tuf erop, scheur hem doormidden en leg hem op mijn bureau.

'Zullen we even een stukje gaan lopen? We moeten even praten,' zegt mijn moeder. Ik knik en we lopen samen naar buiten.

'Het is echt heel erg, twee bekenden die overlijden in zo'n korte tijd. Als je het even niet meer ziet zitten of mijn hulp nodig hebt, moet je het altijd zeggen!' zegt ze.

'Ik hou van je,' zeg ik.

Jill?

Ik kijk verbaasd op. Mijn moeder lijkt niks door te hebben, ze kijkt nog precies hetzelfde.

'Hoorde je dat niet?' vraag ik.

Ze kijkt op, en schudt haar hoofd. 'Wat hoorde je dan?' vraagt ze.

'Iemand fluisterde mijn naam.'

Jill, ik ben nu dood door jou!

Het is Laura's stem, en ik kijk met grote ogen naar links. Daar staat ze. Ze glimlacht intimiderend en gilt net zo als toen de vrachtwagen haar raakte. Ik druk mijn handen op mijn oren en knijp mijn ogen dicht, in de hoop dat ik het niet meer zie en hoor. Het helpt niet.

'Jill? Hallo, wat is er?' schreeuwt mijn moeder. Ze trekt mijn handen van mijn oren af en kijkt me vragend aan. 'Z-zag jij het niet?' vraag ik trillend. Ze staat op, en komt naast me zitten in plaats van tegenover me.

'Wat zou ik moeten hebben gezien dan?' vraagt ze. 'Laura,' piep ik. Ze staat er nog steeds. Ze heeft een grote, gemene grijns. Ik begin te huilen, ook al wil ik het niet.

'Daar, daar. Kijk dan!' gil ik terwijl ik naar haar wijs. Laura's grijns verandert in een woedende blik.

Jill, dat had je niet mogen doen, sist ze.

Ik kijk haar met grote ogen aan. Ze ritst haar jas open, en pakt iets uit de binnenzak. Het is een mes!

'Ze heeft een mes, we moeten hier weg!' zeg ik huilend. Mijn moeder geeft me sussend een knuffel.

'Kom, we gaan naar huis,' zegt ze terwijl ze me een kusje op mijn hoofd geeft. We lopen weg, richting ons huis. Ik kijk nog een keer achterom, maar Laura is weg.

'Ik kan het niet meer,' zeg ik huilend. Mijn ouders zitten naast me op de bank. 'Ik zie haar steeds vaker, maar ze is dood. Ik kan haar niet zien. En ze praat tegen me,' hakkel ik terwijl de tranen over mijn wangen stromen. Mijn ouders kijken elkaar aan. Dan gaat de huistelefoon. 'Wacht hier,' zegt mijn vader.

'Dat is goed nieuws!' hoor ik hem na een tijdje zeggen. 'Oké, bedankt. Tot ziens!' zegt hij. Hij komt terug.

'Dat was de politie. Ze hebben de dader gevonden van de moord op Yara. Je bent dus onschuldig verklaard.

Dat wisten we natuurlijk al, maar dit is toch wel erg fijn,' zegt hij.

Ik pers een klein glimlachje op mijn mond.

'Een of andere stalker heeft het gedaan. Ze hebben hem gevonden via haar social media accounts. Hij reageerde op elke foto, en hij had haar nummer. Hij stuurde zelfs berichtjes met haar adres, foto's van haar huis en hij zei dat hij haar ging achtervolgen naar Parijs. Toen ze eenmaal in Parijs was, stuurde hij na een tijdje een bericht met allerlei scheldwoorden. De politie vermoedde dat hij Yara met Sam heeft zien zoenen, en toen heel boos is geworden. Hij heeft bekend,' vertelt mijn vader.

'Wat zou je zelf graag willen dat we eraan doen?' vraagt mijn moeder, terugkomend op mijn gevoelens.

'Hm, ik weet het niet. Ik denk dat het wel over gaat. Ik bedoel, je kunt vast niet voor eeuwig je dode vriendin blijven zien, toch?' vraag ik.

Ik denk elke dag aan Laura. Ik droom over haar. Ik zie haar overdag. Ik praat met haar. Af en toe is het net alsof ze gewoon nog leeft. Maar ik word er gek van. Al die nachtmerries, waarin ze telkens weer vertelt dat het mijn schuld is. Ik weet dat het mijn schuld is!


StilteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu