Hoofdstuk 9

62 0 0
                                    

Als ik mijn ogen open, zit ik onderuitgezakt op een stoel. Er staan wat mensen om me heen: Ryan, Quinn, Cloë, Hailey, Sam en Mevrouw La Jeune.

'Gaat het weer een beetje?' vraagt ze na een tijdje. 'Jawel,' mompel ik en sta voorzichtig op.

Jouw schuld, hoor ik in mijn hoofd en dan komt alles terug.

'Jij moet naar huis, we hebben je moeder al gebeld. Ze is er al bijna. Heel veel sterkte, we praten nog wel,' zegt Mevrouw La Jeune. Quinn en Ryan omhelzen me en fluisteren 'dag.'

Eenmaal thuis is mijn moeder erg onrustig.

'Luister, een tijdje geleden heb ik een psycholoog gebeld. Vandaag had ze tijd. Het gaat niet goed met je. Ik kan dit niet langer aanzien,' ratelt ze.

'Wát heb je gedaan? Ik heb toch gezegd dat ik verdomme niet met zo'n gekkendokter wil praten!'

'Ja, dat heb je inderdaad gezegd. Maar dit gaat niet langer zo.'

Ik kijk haar woedend aan. Snijd jezelf, zegt een stem in mijn hoofd ineens. Hij klinkt krachtig en dwingend. Dan gaat de deurbel.

Mijn moeder loopt naar de deur en trekt hem open. Er staat een blonde, jonge vrouw voor de deur. 'Hallo,' zegt ze en loopt naar mij toe.

'Hoi, ik ben Sarah van Dam.' Ik staar haar aan.

'Ik ben Jill,' zeg ik.

'Zullen we hier gaan zitten?' vraagt ze en wijst naar de bank. Ik knik. We gaan zitten.

'Luister, ik vind het heel erg voor je wat er is gebeurd. En jij ook. Dat snap ik heel goed en dat is heel normaal, maar het zal je zeker goed doen om erover te praten. Vertel eens wat er is gebeurd?' vraagt ze.

'Ik vind het gewoon erg,' mompel ik.

Dan word ik boos. 'Ik wil dit niet. Ik zeg nu gewoon aardig en rustig dat ik niet wil praten,' zeg ik en loop naar boven. Ik hoor mijn moeder haar excuses aanbieden en Sarah bedanken.

Als ik na een tijdje de deur dicht hoor gaan, stamp ik naar beneden. 'Ik heb gezegd dat ik niet wilde. Het gaat wel weer over, ik zit gewoon in een rouwproces en ik ben extra gevoelig. Dat is het en ik heb geen psycholoog nodig om daar van te herstellen,' zeg ik.

'Oké, sorry. Maar ik dacht echt dat ik je ermee kon helpen. Maar de boodschap is duidelijk, geen psycholoog voor jou,' zegt mijn moeder. 'Maar ik vind dat je al heel snel weer naar school gaat. Weet je zeker dat je niet een tijdje in alle rust wilt rouwen?' vraagt ze.

Ik schud mijn hoofd. 'Nee, ik heb meer aan afleiding. Op school denk ik er niet zo veel aan,' lieg ik.

Die avond slaap ik weer slecht. Het ongeluk herspeelt zich in mijn hoofd, en het eindigt dit keer met Laura die onder de truck vandaan komt en huilend schreeuwt dat het mijn schuld is.


StilteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu