Hoofdstuk 13.

7.2K 275 2
                                    

Pov Hanna

Het is ongeveer enkele uren na middernacht. Ik ril van de kou en draai me om en nestel me meer in de armen van de persoon die naast me ligt, het is zo heerlijk warm.

Een zucht verlaat mijn mond, een zucht van iets dat deugd doet. Ik open mijn ogen even maar moet ze even laten wennen aan de donkerte.

Voorzichtig kijk ik rond. Het licht van de maan valt in het hutje door de kleine ruit. Door het licht dat amper schijnt vormen er zich dreigende schaduwen van de opgezette hoofden en geweren.

Mijn hart begint wat sneller te kloppen en ik slik de brok in mijn keel door. Ik sluit mijn ogen en probeer rustig adem te halen. Ik denk aan de leuke gebeurtenissen en langzaam val ik weer in slaap.

.

Ergens ver weg hoor ik een deur open knallen. Ik frons lichtjes en niet veel later hoor ik geschreeuw. De warmte naast me verdwijnt en nog slaperig open ik mijn ogen.

Maar als ik zie wat er voor me afspeelt springen mijn ogen wagenwijd open. 'Hanna, pak de rugzakken' schreeuwt Leroy en beukt in de man zijn zij.

Niet zomaar een man, maar de man van gisteren. Hij stond daar met een mes maar doordat hij op de grond is geduwd verliest hij de grip en het mes klettert op de grond.

'Ga' zegt Leroy en werpt me een waarschuwende blik. Ik gehoorzaam en pak haastig de twee rugzakken. 

'Jullie kop zal aan deze muren hangen, hoor je me' gilt de man hysterisch en wilt overeind grabbelen.

Leroy duwt me naar buiten en ik hoor het harde geluid van huid op huid. Ik ril even en loop dan al een eindje verder.

Ik draai me net om als ik iets in mijn rug voel prikken en als versteend blijf ik staan. Mijn ademhaling is wat houterig en ik voel de paniek oplaaien.

Ik heb het gevoel alsof ik de riemen van de rugzakken die ik in mijn hand vast heb helemaal fijn knijp.

Ik draai me een beetje om maar wat er in mijn rug prikt, prikt nu harder en ik blijf versteend staan.

'Laat die rugzakken nu maar zakken meissie' hoor ik een vrouwenstem zeggen, als ik het me goed herinner is het de stem van de vrouw die ons gisteren eten bracht.

Achter mij hoor ik veel gestommel en ik kan niet helder nadenken. Moet ik gehoorzamen of moet ik het risico wagen?

'Nu' zegt ze dreigend en er is niets meer van vriendelijkheid te horen. Ik buig langzaam door mijn knieën en leg de rugzakken neer. 

'Goed zo, draai nu rustig met dat mooie koppie van je naar mij toe' zegt ze haast spottend. Ik draai mijn lichaam traag om en mijn hart bonkt al in mijn keel.

'En nu in een weerwolf veranderen zodat ik je kop er kan afhakken' zegt ze dreigend en duwt het jachtgeweer in mijn buik.

'Nee' zeg ik, maar het kwam er zeer zwak uit met een piep. 'Zonde' zegt ze en haalt de ontgrendeling van de trekker weg.

'Hanna' het was Leroy die schreeuwde, zijn schreeuw klonk gesmoord. 'Nu' zegt ze en duwt het nog harder in mijn buik.

Ik schud mijn hoofd, ook al komt het niet zelfverzekerd over, ik wil niet zo eindigen. Ik had het allemaal helemaal anders verwacht.

Had ik maar naar Leroy geluisterd, naar zijn slecht voor gevoel. Dan konden we een andere plaats zoeken om te overnachten en moesten we nu niet vrezen voor ons leven.

'Meissie, ik heb je de kans gegeven' zegt ze zacht maar haar toon is hard en geen sprankje medeleven is te horen. Haar hand omklemt het jachtgeweer stevig.

Haar vinger komt gevaarlijk dicht bij de trekker. Als ze nu drukt zal ik bloeden, bloeden tot ik dood ben. Nog voor ik iets kan doen is het al te laat, ze haalt de trekker over.

Together Forever (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu