9.0

1.2K 100 14
                                    

Het is een week later. Het is een moeizame week geweest. Ik hou me telkens groot en doe alsof het me niks doe. De kindjes hebben wel even gehuild, maar ze houden het vol. Ik heb een appartementje gevonden. Ook heb ik een baan. Het verdient niet veel, maar voor nu is het wel genoeg. Ik heb altijd nog mijn spaargeld. Mijn familie stond erop om te helpen, dus mijn moeder is regelmatig met de kids. Ze haalt ze op van school en helpt mij hier en daar. Ook Youssef en Tarik helpen me regelmatig. Ik maak me klaar (omslag) en breng de kinderen naar school. Ik ga naar mijn werk.

Het is na vijven en ik ben net klaar met werken. Ik doe boodschappen en berg alles op. Ik zie dat mijn moeder de was heeft gedaan, gestofzuigd heeft en zelfs gedweild heeft. Ik hoor mijn telefoon afgaan en neem op. Het is Intissar, die vraagt of Safouane thuis is. Na vijf minuten komt ze samen met haar vriend, Soufiane, binnen. Ik groet ze en ze gaan naar haar kamer. Er klinkt geklop op de deur en ik doe open. Ik zie Adam staan en slik. Hij ziet er verwaarloosd uit. 'Woon je nu hier? Was er wat mis met het oude huis?' Vraagt hij en loopt langs me naar binnen. Vragend loop ik achter hem aan en sluit de deur. Ik hoop dat Soufiane zich stil houdt. Adam kijkt rond en kijkt mij dan raar aan. Het is de eerste keer dat we elkaar weer zien. De scheidingspapieren zijn nog niet verstuurd. Ik heb er de lef niet voor gehad. 'Waarom ga je niet gewoon terug naar het oude huis? Het is inmiddels van jou. Daar is het ook veel veiliger.' Zegt hij alsof er geen problemen zijn. 'Wat kom je hier doen Adam?' Vraag ik en verman me. 'Ik heb wat rondgevraagd. Je werkt? Zit je in geldproblemen? Ik had je toch gezegd me te bellen.' Zegt hij en pakt een pak geld uit zijn zak. Hij legt het op tafel en kijkt me kort aan. 'Ga je nou doen alsof er niks gebeurd is? Alsof ik arm ben? Ik kan heus zonder jou leven. Ik en de kinderen hebben jou niet meer nodig.' Zeg ik met tranen. 'Je hebt me nodig, zeker nu.' Zegt hij rustig. 'Nee! Het is mijn tijd! Je doet telkens alsof ik een fucking arme sloeber ben. Ik kan het redden zonder jou. Ik heb je niet nodig. De kinderen hebben jou niet nodig. Leef je leven zoals je wilt. Neuk elke kanker hoer. Het boeit me niet meer.' Zeg ik zonder ook maar één traan te laten. Ik gooi het geld in zijn gezicht en duw hem weg. 'Flikker op! Ik hoef je niet te zien. En zoek al helemaal geen contact met de kinderen!' Schreeuw ik hard en begin hem op zijn borstkas te slaan. Hij pakt mijn handen en houdt me strak vast. 'Ik haat je! Ik haat je zo fucking erg! Weet je hoe erg je me pijn hebt gedaan? Geld lost dat niet op! Hoe bedoel je onze liefde is weg? Je kan niet zomaar stoppen met van me houden! Dat kan niet! Wat is er aan de hand? Wat is er gebeurd Adam? Je weet dat je het me kan zeggen.' De deur gaat open en ik hoor Safouanes stem. 'Ik heb me er niet mee bemoeid, maar als jij in ons huis mama ook pijn komt doen is het klaar. Je gaat dood!' Zegt hij en loopt naar Adam toe. 'Souf! Souf kom please! Safouane stop! Stop! Adam doe dan iets!' Schreeuw ik huilend als Safouane Adam bij zijn nek vastpakt. Adam beweegt niet en kijkt zijn zoon rustig aan. Ik probeer Safouane weg te trekken, maar hij is te sterk. Soufiane rent er naar toe en trekt Safouane ervan af. Adam hoest het uit en spuugt wat bloed op de grond. 'Ga weg, please Adam.' Smeek ik huilend en hou Safouane strak vast. Hij slikt en kijkt me lang aan. Hij loopt weg en gelukkig is Soufiane er. Safouane kalmeert langzaam. 'En wie mag jij dan wel niet wezen?' Vraagt hij na een tijdje. 'Ik kwam Intissars hand vragen.' Zegt Soufiane kalm. Gek genoeg blijft Safouane kalm. 'Wij praten later. Ik vertrek.' Zegt hij en staat in één beweging op. 'Waar ga je heen?' Vraag ik meteen. 'Even weg. Ben morgen terug.' Zegt hij en drukt een kus op mijn hoofd. 'Safe. Doe normaal.' Zeg ik en hou hem strak vast. 'Ik vermoord hem niet.' Zegt hij en verdwijnt. Ik neem Intissar in mijn armen. Na vijf minuten gaat de bel. Ik open de deur en zie Adam staan. 'Stap in.' Zegt hij op een rustige toon. 'Wat?' Vraag ik raar kijkend. 'Doe gewoon wat ik zeg, het is beter voor iedereen. Vertrouw me nog één laatste keer. Het is echt belangrijk. Dit gaat om levens.' Zegt hij kalm. Ik kijk Soufiane aan. 'Let op Intissar.' Zeg ik en sluit de deur. Ik stap in de auto en Adam rijdt weg. 'Waar neem je me naartoe?' Vraag ik een tikkeltje bang. 'Je weet dat ik je nooit pijn zou doen.' Zegt zijn stem. 'Adam?' Vraag ik snel. 'Heb je me ooit vertrouwd? Zo ja dan is dit het moment dat je me moet vertrouwen. Ik doe dit voor ons. Voor jullie.' Zegt hij. 'Wat is er? Je maakt me bang Adam. Adam?' Vraag ik met tranen. 'Je weet wat er gebeurd is met Basma toch?' Vraagt hij en slikt. Ik knik langzaam. 'Ze dreigen het te doen bij Intissar en jou. Het is een chaos. Vertrouw me. Ik weet wat het beste voor jullie is. Kan je dat?' Vraagt hij en stopt de auto. Ik knik snel. 'Blijf zitten. Ben over vijf minuten terug. Jullie vlucht vertrekt over twee uur. Bel je moeder met deze telefoon en zeg dat ze de kinderen klaar voor vertrek moet maken. Bel Khalid en zeg dat hij Safouane moet halen en bel Yessin om te zeggen dat hij voor de rest moet zorgen.' Zegt hij en duwt een telefoon in mijn hand. Ik doe wat hij zegt en bel zonder te aarzelen iedereen. Ik bel ook Intissar en zeg dat ze haar spullen moet pakken. Na tien minuten is Adam terug met een grote tas. Hij rijdt weg. 'Wat zit erin?' Vraag ik trillend. 'Mijn spullen, ik kom over precies een week naar jullie toe. Dan kunnen jullie weer naar huis als alles volgens plan verloopt.' Zegt hij en kijkt strak naar het wegdek. 'Is het waar?' Vraag ik na een lange stilte. 'Wat is waar?' Vraagt hij zonder me aan te kijken. 'Is onze liefde voorbij?' Vraag ik. Hij geeft geen antwoord. 'Ik vraag je wat!' Zeg ik hard. 'Ik weet het niet.' Zegt hij zacht. 'Hou je nog van me?' Vraag ik met tranen. Hij reageert niet en ik bijt op mijn lip. 'Dan weet ik dat ook weer.' Zeg ik en kijk uit het raam. De rest van de reis zijn we stil.

Na alle chaos zijn we eindelijk op het vliegveld. We vliegen naar Frankrijk, waar Adam het verder geregeld heeft. Khalid gaat mee voor de zekerheid. 'Ga maar mee met Khalid, ik kom zo.' Zeg ik en druk een kus op Intissars wang. 'Ga nou, please. Ik kom zo.' Zeg ik tegen Safouane. Hij loopt het vliegtuig in en ik loop naar Adam die verderop staat. 'Beloof me dat je het regelt. Beloof het me.' Smeek ik zowat. 'Er overkomt jou of de kinderen niks.' Zegt hij en slikt. 'Dan ga ik. Los het op.' Zeg ik en loop weg. Ik kijk achterom en zie dat Adam mij ook aankijkt. 'Ik hou van je.' Zeg ik zacht. Hij slikt. 'Je moet gaan.' Zegt hij en loopt weg. Ik verman me en loop het vliegtuig in. Ik ga tegen mijn kindjes aan zitten en sluit mijn ogen. Het is dus echt over.

Romaissa&Adam Deel 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu