Ik hoor mijn wekker afgaan. Ik zet het af en blijf slapen. Ik heb geen zin meer in al die shit. Ik wil niet meer. Ik kan niet meer. Ik ga niet meer. Ik blijf liggen en sluit mijn ogen weer.
Mijn telefoon gaat af en ik kijk erop. Het is Soufiane. Ook heb ik een paar gemiste oproepen van mijn moeder en vader. Ik laat gaan en zet mijn mobiel uit. Ik sluit mijn ogen weer.
'Ze is hier!' Roept iemand. Ik open moeizaam mijn ogen. Het is mijn moeder. 'Wat doe je hier? Je moet naar school? Ze hebben ons gebeld en we waren zo bang!' Zegt ze met tranen. 'Ik was gewoon hier.' Zeg ik moe. 'Hup naar school.' Zegt mijn vader. 'Ik voel me niet goed.' Zeg ik en blijf liggen. 'Niet zo liegen. Ik weet precies wanneer je ziek bent Intisar. Kom opstaan.' Zegt mijn moeder. 'Ik ga niet! Ik voel me niet goed.' Zeg ik weer. 'Intisar! Als je nu niet opstaat heb je een groot probleem!' Zegt mijn vader hard. Ik laat mijn tranen lopen en blijf liggen. Ze zeggen wat tegen elkaar en lopen dan de kamer uit.
'Schatje? Eh. Word eens wakker. Hallo?' Zegt Soufiane. Ik open mijn ogen langzaam. 'Wat is er allemaal aan de hand? Jij houdt van school.' Zegt hij. Hij zit op de rand van mijn bed. 'Wat heb je me niet verteld? En nu even eerlijk.' Zegt hij. Ik reageer niet en blijf liggen. 'Ben zo terug.' Zegt hij en vertrekt.
Pov Soufiane
Ik loop naar beneden. Mijn meisje wordt gepest. Ik weet het zeker. 'Ik los het op. Ben zo terug.' Zeg ik en storm weg. Ik rij naar haar school en loop naar de conciërge. Ik vraag hem waar ze nu les heeft en loop erheen. Ik open het lokaal en vreemde blikken zijn op mij gericht. 'Wie the fuck Intisar nog één keer pest of verkeerd aanspreekt heeft met mij te maken! ik zal je levend villen! Als je ballen hebt zeg je het nu alvast. Ik zal je pakken vriend. En hard ook.' Zeg ik vol woede. 'Meneer u mag hier niet zijn. Meneer.' Zegt de docente. 'Ik heb jullie gewaarschuwd.' Zeg ik en vertrek.Ik klop aan. Intisars pa opent de deur. 'Ze wordt gepest. Al een tijdje blijkbaar. Ze zei me gister dat er een meisje gepest werd. Ik zag niet in dat ze over zichzelf praatte.' Zeg ik. 'Gepest? Door wie gepest? Wat gepest? Ik maak hun af!' Roept haar vader. 'Adam nee! Adam doe normaal!' Zegt zijn vrouw en trekt hem terug. 'Ik heb al met ze gepraat net en ze gewaarschuwd. Ik weet niet wie ze zijn, maar zal dit oplossen.' Zeg ik vastbesloten. 'Blijf jij bij mijn meisje, dan vertrekken wij naar die school. Nu.' Zegt Intisars vader.
Ik loop naar haar kamer en ga naast haar liggen. Ik kijk naar het plafond terwijl ik haar hoor snikken. 'Waarom zei je me niets?' Vraag ik. Ze reageert niet. 'Is het sinds ik weg ben al bezig? Of langer?' Vraag ik. Geen reactie. 'Hebben ze je pijn gedaan? Intisar? Hebben ze je pijn gedaan?' Vraag ik. Ze reageert weer niet. Ik zucht diep. 'Ik ben er nu. Het spijt me dat ik het niet eerder zag. Mijn vrolijke meisje was plotseling snel boos en verdrietig. Ik had het moeten zien. Maar nu ben ik er.' Zeg ik. 'Nu ben ik er altijd voor je. Ik beloof het. Ik hou van je prinses.' Vervolg ik langzaam mijn zin. Ze draait zich naar me om en veegt haar tranen weg. Dat heeft weinig nut aangezien ze weer begint met huilen. Ik neem haar in mijn armen en laat haar uithuilen. Mijn meisje.
Ik open langzaam mijn ogen door een felle licht die in mijn gezicht schijnt. Ik zie dat Intisar weg is. Ik ga recht zitten en wrijf door mijn ogen. Ik sta op en zie dat de badkamerlicht aan is. Ik open de deur. Intisar staat er zonder shirt met haar bh. Haar buik is helemaal paars en opgezwollen. Haar armen zitten vol met blauwe plekken. Ze schrikt en doet snel een handdoek over zich heen. Woede raast door me heen. Maar ik kan nu niks doen. Ik moet me inhouden voor haar. Ik moet er voor haar zijn.
Ik hou me in en neem haar voorzichtig in mijn armen. 'Het komt goed. Dat beloof ik je. Dit zal nooit meer gebeuren.' Fluister ik zacht. Ze zullen boeten. Ik ben een aardig type en hou niet zo van geweld. Maar mijn meisje zo toetakelen? Daar komt niemand mee weg.'Ik wil niet dat je wat doet.' Zegt ze zacht. Ik kijk op. 'Wat?' Vraag ik. 'Bemoei je er niet mee. Ik los het zelf op.' Zegt ze wat harder. 'Laat me niet lachen. Vind je het leuk om geslagen te worden?' Vraag ik meteen. 'Doe niet zo flauw. Ik wil gewoon niet dat jullie het oplossen. Ik kan het zelf prima aan.' Zegt ze. 'Schatje dat snap ik wel, maar eerlijk is eerlijk. Ze raken mijn meisje aan, niemand raakt jou aan zonder gevolgen.' Zeg ik. 'Ik wil het niet Souf! Luister eens een keer naar wat ik wil!' Zegt ze pissig. 'Liefje.' Zeg ik kalm. 'Flikker op! Ga gewoon weg! Ik wil alleen zijn!' Zegt ze hard. Ik zucht en sta op. Ik verlaat de kamer. Ik loop naar beneden. 'Ze wilt niet dat er wat gedaan wordt.' Zeg ik. 'We moeten gewoon met de pesters en de ouder aan tafel gaan zitten.' Zegt Romaissa. 'Aan tafel gaan zitten? Heb je wel gezien wat ze gedaan hebben?' Vraagt Adam hard. 'Ik ben het eens met die balzak, ik breek hun tanden.' Zegt Safouane boos. 'Kalm aan. Het zijn kinderen.' Zegt Romaissa hard. 'Kinderen? Ze zijn oud genoeg om haar te slaan dan zijn ze ook oud genoeg om de klappen te incasseren!' Zegt Adam hard. 'Ik neuk hun moeders.' Zegt Safouane. 'Kappen! Doe normaal!' Zegt Romaissa hard. 'We geven ze gewoon een koekje van eigen deeg.' Zeg ik. 'Ik vil ze levend.' Zegt Adam. 'Ze komen niet levend weg, dat zeg ik je alvast. Niemand raakt mijn zusje aan.' Zegt Safouane woedend. Er stormt iemand de trap af. Waarschijnlijk Intisar. 'Wat willen jullie doen? Ze vermoorden? Het is maar pesten!' Schreeuwt ze hard. 'Maar pesten? Ze slaan je helemaal kapot!' Zegt Safouane boos. 'Laat het Safe. Laat het.' Zegt Intisar. 'Liefje dit is te ver gegaan. Slaan is te ver.' Zeg ik. 'Ze moesten je niet eens aanraken. Ze gaan eraan. Wie zijn het?' Vraagt Safouane. 'Intisar hou je mond!' Zegt Romaissa snel. 'Zeg het! Ik maak ze dood!' Zegt Safouane hard. 'Laat het gaan! Het houdt vanzelf wel op!' Schreeuwt Intisar hard. 'Namen!' Schreeuwt Safouane. 'Val toch dood! Doe wat je wilt. Dood ze. Kanker moordenaars. Rot in de hel.' Zegt Intisar hard. 'En als jij iets doet dan is het meteen uit! Dan hoef je me naam niet eens meer uit te spreken Kies zelf maar wat je wilt!' Zegt ze boos en gaat naar buiten. Ik ren achter haar aan. Het regent hard. Ik heb geen schoenen aan of jas. Ze rent weg, maar ik ben sneller. Ik hou haar tegen. 'Wat is er aan de hand? Wat vertel je me niet?' Vraag ik en hou haar vast. 'Die jongens Souf.' Zegt ze huilend. 'Wat? Wat is daarmee?' Vraag ik. 'Ze zijn gevaarlijk.' Zegt ze trillend. 'Wat bedoel je? Hoe gevaarlijk?' Vraag ik. De tranen glijden over haar wangen. 'Ze verkrachten en vermoorden kinderen. Ik heb het gezien Souf. Ze wouden me verkrachten.' Zegt ze huilend.

JE LEEST
Romaissa&Adam Deel 2
RomanceHet vervolg van Romaissa&Adam. Ze hebben een groot gezin met ieder z'n eigen problemen. Adam heeft misschien wel het grootste probleem, drank en drugs.