17.0

1.2K 92 9
                                    

Pov Romaissa
Er is een weekje voorbij. Ze hebben me medicatie gegeven die ik nu drie keer per dag moet nemen. Ook moet ik extra vitaminepillen nemen. Ik zucht als ik in de spiegel kijk. Het is nog vroeg, acht uur. Het is zaterdag en we zouden vandaag iets met het gezin doen. Om eerlijk te zijn heb ik er niet zo'n zin in. Ik voel me beroerd. Maarja, voor mijn kids doe ik het. Ik doe mijn koptelefoon op en zet mijn afspeelijst aan. Ik begin met opruimen. Alles tot in de puntjes schoonmaken helpt me stressvrij blijven. En om dit moment heb ik dat nogal nodig. Het enige waar ik aan kan denken is mijn baby'tje die het niet overleefd. Het doet me zoveel pijn. Ik ken het kindje natuurlijk nog niet, maar ben nu al bereid mezef op te offeren voor hem. Hij verdiend een mooi leven.

Ik kleed me aan. Ik kies voor een zwart jurkje. Het is nogal warm, dus heb ik er eentje gekozen met korte mouwen en open schouders. Ik breng mijn haren in model en laat het los hangen. Dan loop ik naar beneden. Ik heb iedereen daarnet al klaargemaakt, dus we kunnen meteen vertrekken. Safouane en Intisar gaan beide niet mee, dus dat wordt ik, Adam en de drie kleinsten.

'Is er wat liefje? Je bent afwezig

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

'Is er wat liefje? Je bent afwezig.' Vraagt Adam me. We zitten in een restaurant lekker te ontbijten. Ik kijk naar mijn eten en zeg even niks. Ik heb wat onderzoek gedaan en ben tot een conclusie gekomen. 'Ik vertel het je thuis wel.' Zeg ik met een glimlach. Hij knikt begrijpend en eet door. Ik luister gewoon naar het gesprek tussen mijn kinderen en probeer me daarop te focussen. Na het eten rijden we weer weg. We gaan naar een dierentuin, nog een half uurtje rijden.

We zijn aangekomen en gapend stap ik uit. 'Hup, op de stoep. Alle drie.' Zeg ik. Mijn kinderen luisteren en praten daar verder. Ik pak mijn tasje uit de auto en sluit de deur. Adam draagt de rugzak met wat eten en drinken op zijn rug. We lopen naar de ingang en kopen onze kaartjes. 'Waar zullen we eerst heen gaan?' Vraagt Adam en kijkt me schattig aan. 'Kiezen jullie maar.' Zeg ik met een glimlach. Ze kijken op de kaart van de dierentuin. 'Ik wil hierheen.' Zegt Dounia. 'Naar de vissen? Nee dat doen we als laatste.' Zegt Adam. 'We kunnen daarheen. Kijk een bordje met een flamingo!' Zegt Damir en loopt wat verder weg. 'Wie hem als eerst ziet!' Zegt Yassir en rent naar Damir toe. Dounia rent er ook heen en samen met Adam lopen we naar de eerste dieren.

'Mag ik wat water?' Vraagt Adam. Ik kijk hem aan en open de rugzak. Ik pak er een flesje water uit en een zakje snoep. Ik doe de tas weer dicht en geef het flesje aan hem. 'Dank je.' Zegt hij en drinkt een paar slokken. 'Jij ook wat liefje?' Vraagt hij aan mij. Ik neem het aan en neem er een slok uit. Ik kijk naar Dounia, Damir en Yassir. Ze klimmen in het klimrek en rennen achter elkaar aan. 'Is het echt oké?' Vraagt Adam. Ik kijk hem aan en knik. Ik open het zakje snoep en leun tegen Adam aan. ik ben er niet bij vandaag. Mijn gedachtes zitten ergens anders.

Na toch een gezellige dag te hebben gehad zit het er weer op. We hebben alles gezien en het erg naar onze zin gehad. We hebben gegeten en de kids liggen nu in hun bedjes te slapen. Ze zijn bekaf. Safouane is bij een vriend en Intisar zit in haar kamer. Met een kopje thee lig ik tegen Adam aan en kijk naar de actiefilm. Mijn hoofd is er niet bij, maar dat geeft niet.

De film is afgelopen en Adam gaat recht zitten. 'Waar ben je achter gekomen? Je bent de hele dag al somber.' Zegt hij. Ik kijk hem enkel aan. 'Schatje.' Zegt hij lief. Ik ben even stil. 'Er is een kans als de medicatie niet werkt om de baby te redden.' Zeg ik zacht. Adam kijkt me vol ongeloof aan. Ik zeg even niets. 'Ze kunnen een operatie doen.' Zeg ik. 'Wat voor?' Vraagt Adam een paar seconden later. Ik zeg niets en krijg tranen. 'Wat voor operatie Romaissa?' Vraagt hij weer. 'De baby kan leven. Hij kan leven.' Zeg ik dan met de tranen over mijn wangen. 'Wat voor operatie? Wat zijn de gevolgen?' Vraagt hij en kijkt me diep aan. Ik ben voor een lange tijd stil. 'Je kan een nieuwe vrouw vinden. Voor de kinderen zorgen. Nassim opvoeden.' Zeg ik huilend. 'Nieuwe vrouw? Wat? Waar heb je het over?' Vraagt hij geschrokken. Ik pak zijn handen. 'Ik kan niet wachten tot hij doodgaat Adam. Het doet me teveel pijn. Ik hoor hem te beschermen. Ik ben zijn moeder Adam. Ik wil dat je hem Nassim noemt en hem opvoedt zo goed als je kan.' Zeg ik huilend. 'En jij dan? Wat gebeurd er met jou?' Zegt hij hard. Hij trekt me bij zich en ik laat mijn tranen lopen. 'Ik hou van je. Ik ga je jezelf echt niet laten opofferen. Je bent gek!' Zegt hij tegen mijn haren aan. Ik kijk naar boven en ziet dat hij tranen in zijn ogen heeft. 'Ik kan niet anders Adam. Als moeder moet ik dit doen.' Zeg ik snikkend. 'Nee! Nee je bent gek! Nee! Nope! Gaat niet gebeuren! Dacht het niet!' Zegt hij hard en loopt van me weg. 'Adam. Adam.' Zeg ik zacht. 'Je gaat jezelf niet fucking opofferen! Ben je wel honderd? Ik kan niet zonder jou leven.' Zegt hij en gooit zichzelf op de grond. Hij houdt mijn voeten vast. 'Nee. Ik kan niet zonder jou. De kids kunnen niet zonder jou. Doe normaal. Ik smeek je, doe normaal.' Smeekt hij huilend. Ik reageer niet en blijf maar snikken. Ik moet het doen. Het is mijn kind. Ik kan hem niet dood laten gaan. Dat zal ik nooit doen. De deur zwaait open en ik zie Safouane verschijnen. Hij kijkt vreemd naar Adam en dan geschrokken naar mij. Adam merkt hem nog niet op. 'Ik doe alles. Ik betaal alles. Ik pleeg liever zelfmoord dan dat ik jou jezelf laat opofferen. Je bent me alles.' Zegt Adam huilend. 'Wat is er aan de hand?' Vraagt Safouane hard en loopt naar ons toe. Adam gaat recht staan en ik zie tranen op zijn wangen. 'Wat bedoeld hij met opofferen? Wat bedoeld hij?' Vraagt Safouane meteen. 'Doe rustig. Het is mijn keus. Mijn baby.' Zeg ik zacht. Het is een tijdje stil. 'Het is niet jou keus. Denk aan ons. Denk je dat deze kneus ons kan opvoeden?' Vraagt Safouane met tranen in zijn ogen. Hij schud huilend nee en houdt me dicht op hem.

Met opgedroogde tranen kijk ik Adam aan. Hij komt onze kamer binnen en sluit de deur. Hij gaat naast me liggen en legt zijn hoofd op mijn borst. Ik hou zijn hand vast en verman me. Na een tijdje komt hij met zijn gezicht dicht op de mijne. 'Gaat niet gebeuren. Ik hou van je, ja?' Zegt hij zacht. Hij drukt zijn lippen op de mijne en terwijl ik huil proef ik de tranen in mijn mond. Hij houdt me goed vast en ik sluit moeizaam mijn ogen. Ik leg mijn hoofd tegen hem aan en ga half op hem liggen. Ik probeer alleen aan zijn aanraking te denken. Alleen aan hem. Het lukt niet. Ik huil mezelf in slaap.

Romaissa&Adam Deel 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu