11.0

1.3K 86 15
                                    

Ik open mijn ogen. Ik blijf eventjes liggen, voor ik opsta. Ik doe de gordijnen open en zet het raam wijd open. Heerlijk weertje. Ik ben wel zenuwachtig voor straks met Adam. Ik negeer mijn zenuwen en loop naar de badkamer. Ik neem een snelle douche en doe dan mijn nike trainingspak aan. Ik loop naar beneden en zie nog niemand zitten. Ik kijk op de klok. 7 uur. Ik ben vroeg wakker. Ik kijk in de kasten. Ik zie eieren, melk, meel en veel vers fruit. Laat ik maar pannenkoeken gaan maken. Ik loop eerst even naar boven. Ik wek Dounia, Damir en Yassir. Ze houden ervan om pannenkoeken met me te maken, dus dit is het wel waard. We lopen met ze alle naar beneden.

Ik kijk hoe Damir roert en moet glimlachen. Met z'n drietjes staan ze samen te spelen en koken. Ze vinden het echt fantastisch. 'Oke nu ga ik het maken. Zetten jullie maar dit allemaal netjes op tafel.' Zeg ik. Ze doen wat ik zeg en dekken de tafel. Ik begin met het maken van pannenkoeken.

'Mama dat is klaar wat nu?' Vraagt Dounia. 'Kunnen jullie iedereen wakkermaken? Rustig en zeg maar dat het ontbijt bijna klaar is. Aankloppen!' Roep ik erbij. Ze rennen met z'n alle naar boven en al gauw hoor ik geschreeuw en gelach. Ik glimlach en ga door met de pannenkoeken.

Khalid seint naar mij dat het tijd is. We vertrekken en nerveus friemel ik aan mijn vest. We rijden een heel stuk. 'Het komt wel goed, wees sterk.' Zegt hij en stopt de auto. Ik reageer niet en kijk bloedserieus voor me. Ongeveer vijf minuten later racet er een auto richting ons. De auto stopt en Adam stapt uit. Hij draagt zwarte kleren met een capuchon op en een zwarte pet. Zijn gezicht is amper te zien. 'Ga maar.' Zegt Khalid. Ik wacht heel even en stap dan uit. Ik ga een paar stappen van Adam verwijderd staan. Ik slik en kijk Adam aan. 'Hoe is het?' Vraagt hij op een rustige manier. Ik reageer niet en blijf hem aankijken. Hij slikt. Hij moet hoesten en zijn hoofd gaat omhoog. Ik zie zijn ogen. Beide blauw-paars. Hij is geslagen. 'Hoe kom je daaraan?' Vraag ik. Hij zegt even niets. 'Adam wat is er aan de hand?' Vraag ik. Hij kijkt me lang aan.  'Zeg het dan. Wat heb je gedaan?' Zeg ik. 'Ik niet. Je vader.' Zegt hij en kijkt me aan. 'Laten we zeggen dat hij iemand die heel speciaal is vermoord. Omdat hij nu onder mij werkt pakken ze mij terug via jou en de kids.' 'Hoe bedoel je?' Vraag ik langzaam. 'Hij wou zo'n guy doodmaken, het blijkt dus dat zijn vrouw er tussen sprong en nu is zij dood in plaats van hem. Hij is woedend.' Zegt hij serieus. 'Oke dat verklaard dat, maar wat verklaard dit? Wat is er gebeurd tussen ons? Waar komt dat door?' Vraag ik. Hij zucht. 'Nee! Zeg het dan. Heb je een ander?' Zeg ik en sla hem. 'Ik haal jullie hier weg, oké? Geef me een paar dagen. Ik los alles op.' Zegt hij onrustig. 'Ben je bang?' Vraagt hij en pakt mijn hand. 'Niet banger dan ik al was.' Zeg ik en duw zijn hand weg. Ik ben wel dergelijk bang, maar niet bang voor dit. Ik ben er achtergekomen dat ik zwanger ben. Ik ben bang, ik moet het kind alleen opvoeden. 'Het spijt me. Ik laat jullie niks overkomen.' Zegt hij. 'Dat weet ik. Was dit alles?' Vraag ik bot. 'Ik hou van je.' Zegt hij en zoent me. Ik duw hem weg en geef hem een harde platte hand recht in zijn gezicht. 'Je kan me geen valse hoop meer geven. Je hebt me al laten zien wie je werkelijk ben. Het enige waar jij van houdt is dit zieke spel. En oja, ik ben wel zwanger. Dit wordt dus het eerste kind die jou nooit zal zien. Wat zal dit kind een geluk hebben. Geen verdriet en valse hoop.' Zeg ik en loop woedend weg. Hij kan dit niet telkens doen. Zeggen dat hij niet van me houdt en me dat opeens weer hoop geven om me vervolgens weer alleen te laten. Ik stap in Khalids auto. 'Rijd weg.' Zeg ik streng. Hij aarzelt niet en rijdt hard weg. Minuten later scheurt er een auto voor ons. Het is Adam. Khalid stopt meteen en ik zucht diep. 'Wissel van auto. Over twee minuten stop je en wisselen we weer.' Zegt Adam en opent Khalids deur. Khalid doet wat hij zegt. 'Wat doe je nou weer?' Vraag ik en zucht diep. Hij scheurt weg. 'Luister goed. Dit kan ik maar één keer zeggen en ik heb jou hierin nodig. Ik hou van je. Ik word zeer streng in de gaten gehouden. Over een maandje ben ik er weer en is alles normaal. Als ze doorhebben dat ik nep doe maken ze iedereen die ze hebben dood. Doe alsof je me haat. Zeg niks tegen niemand. Niemand. Ik hou van je en zal dat altijd doen. Beloof me dat je hier nooit meer over spreekt en zal doen alsof je me haat.' Zegt hij snel. Ik zeg niks en kijk hem bang aan. Hij pakt mijn hand en stopt de auto. 'Beloof het.' Herhaalt hij. 'Ik beloof het.' Zeg ik zacht. 'Ik hou van je.' Zegt hij en drukt een kus op mijn lippen. 'Doe voorzichtig.' Fluistert hij en stapt uit. Hij wisselt met Khalid en scheurt de andere kant op.

In stilte staar ik voor me. Ik snap het niet. Ik snap het wel. Ik geloof het nog niet. Hoezo wordt onze liefde als een fout beschouwd? En waarom ben ik in gevaar? Ik heb niks misdaan. Waarom vertelde Adam dat niet gewoon meteen. Hij weet dat hij me kan vertrouwen. Waarom heeft hij geen signaal gestuurd. Gewoon iets zodat ik wist dat hij nog van me hield. Het doet me pijn dat hij me niet heeft vertrouwd. Hij heeft me heel erg pijn gedaan en hij wist het. Hij kon het gewoon zeggen. Dan zou alles veel beter zijn.

'Mam wat is er ? Je bent zo stil.' Vraagt Safouane serieus. Ik glimlach en knik. 'Kom.' Zegt hij en pakt mijn hand. Ik loop met hem mee naar de keuken. 'En nu eerlijk mam.' Zegt hij. Ik zucht. Ik wacht lang met wat zeggen. 'Mam.' Zegt hij ongeduldig. 'Ik ben zwanger.' Zeg ik dan. Ik moest het gewoon zeggen. Ik kan het niet meer voor me houden. Hij kijkt me met open mond aan. Hij kijkt me nadenkend aan en daarna met een grote glimlach. 'We doen het zonder hem. Ik help je met alles. Als je wil kan ik een tussenjaar nemen en gewoon gaan werken om geld te gaan verdienen. De baby is in goede handen bij jou je bent een geweldige moeder.' Zegt hij en knuffelt me. Met tranen hou ik hem vast. Hij is zo lief. 'Het komt misschien nog goed tussen je vader en ik. En je gaat gewoon naar school.' Zeg ik en moet lachen. Hij lacht. 'Ik hou van je lieverd.' Zeg ik en druk een kus op mijn zoons wang. Hij is al een stuk langer dan mij. Ik hou van hem en omhels hem.

Romaissa&Adam Deel 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu