Deel 17.

81 3 0
                                    

Huilend zit ik op mijn fiets als ik diezelfde middag weer terug naar huis toe rijd. Driftig trappend kom ik even later bij het huis aan. Ik gooi mijn fiets voor het raam neer, loop naar de deur, steek de sleutel in het slot en gooi de voordeur open. Pissig loop ik het huis binnen en gooi ik de deur weer achter me dicht. 'Wat een kut zooi!' roep ik. Ik hang mijn jas op en gooi mijn tas onder de kapstok neer terwijl ik nog altijd met tranen in mijn ogen sta. 'Kom even zitten lieverd' zegt mijn moeder kalm waarna ik pissig tegenover haar aan de keukentafel ga zitten. 'Het komt wel goed, de eerste keer is altijd zwaar'.
'Hou toch op zeg! Het is één grote klote zooi!' Het blijft stil. Langzaamaan beginnen de tranen sneller te stromen. Ik leg mijn hoofd in mijn handen waardoor ik letterlijk met mijn handen in het haar zit. Mijn moeder staat op en neemt plaats op de lege stoel naast me. Ik voel hoe haar arm over mijn rug wrijft. 'Het is ook één grote klere zooi' zegt ze waarna ik haar aankijk.
'Misschien stop ik er wel mee' zeg ik kalm.
'Met de chemo?'
'Ja, ik bedoel, wat heeft het nou eigenlijk voor zin?'
'Lieverd, je begint net. Misschien valt het allemaal wel mee'
'Papa werd alleen maar zieker van die zooi en bij hem is het uiteindelijk ook allemaal voor niks geweest!'
'Maar dat hoeft voor jou niet zo te zijn, papa had gewoon...'
'Wat? Pech? Ongeluk? Zeg het maar hoor!'
'Als jij je nou eens niet zo druk maakt dan...'
'Dan wat?!'
'Laat me nou eens gewoon uitpraten'
'Ik heb helemaal geen zin in dat gezeik van jou!' roep ik waarna ik opsta.
'Kiek, kom nou gewoon even zitten, dan pak ik iets kalmerends voor je' zegt mijn moeder waarna ze naar de kast toe loopt en een pilletje uit een potje pakt.
'Ik hoef die zooi niet'
'Hier' zegt ze als ze me een glas water en een pil aanreikt.
'Ik hoef die klote zooi niet! Het helpt me toch geen ene meter verder! Laat me gewoon met rust!' zeg ik waarna ik de trap op storm. Ik loop mijn kamer binnen en sla de deur met een harde klap achter me dicht terwijl mijn moeder verslagen blijft staan.
Huilend ga ik aan mijn bureau zitten. Vol woede om het feit dat mij dit moet overkomen. Kwaad over het feit dat mijn moeder weer door een moeilijke en onzekere tijd heen moet gaan. Schuldig over het feit dat ik niet ben wat Tessa denkt dat ik ben, niet zo moedig en stoer als ik in haar ogen lijk. Ik sta op van mijn bureaustoel en zet hem aan de kant neer. Ik schuif mijn bureau van de muur af en gooi hem om waardoor alles op de grond valt. Ik loop naar mijn nachtkastje waar ik de fotolijstjes vanaf pak. Ik kijk met ogen vol tranen naar de foto's waar ik met mijn vader opsta. Uit woede en verdriet gooi ik ze op de grond, waardoor het glas breekt. Ik klim op mijn bed om het schilderij van de muur af te pakken en ook deze beland met een harde klap op de grond waardoor wederom het glas breekt. Ik ga weer van mijn bed af waarna ik naar mijn boekenkast toe loop. Ik gooi de fotoboeken van mij en mijn vader in één ruk op de grond waardoor verschillende foto's over de grond verspreid liggen. Verslagen ga ik op het tweepersoonsbed zitten waarna mijn moeder op mijn kamerdeur klopt. 'Laat me!' roep ik waarna de deur toch open gaat.
'Lieverd, je moet echt even kalmeren' zegt mijn moeder als ze met een glas water naast me komt zitten.
'Ik ben al kalm'
'Drink dit even op lieverd, je zal je er beter van gaan voelen'
'Ik voel me prima'
'Luister nou voor één keertje gewoon even naar je moeder'
'Oké dan' antwoord ik waarna ik het glas van haar aanpak. Ik drink het opgeloste kalmeringsmiddel op waarna ik me inderdaad rustiger voel. Terwijl ik de rust vindt, begint mijn moeder met het opruimen van de spullen. 'Het spijt me zo, dat was het domste wat ik kon doen' zeg ik als ze het grote schilderij vastheeft.
'Het geeft niet lieverd, we kopen wel een nieuwe lijst' zegt ze terwijl ze naar de laatste gezinsfoto met mijn vader kijkt.
'Jij mist hem ook hè?'
'Ja, en nu jij ook nog...'
'Ik weet het mam, ik weet het' zeg ik waarna we samen op het bed gaan zitten, huilend en kijkend naar de foto's van en met mijn vader.
'Hij was zo'n lieverd' antwoord ze na een tijdje.
'Ik wil niet eindigen zoals hij deed' zeg ik voorzichtig na een stilte.
'Wat bedoel je daarmee?'
'Beloof je me dat je niet boos word?'
'Wil je serieus die behandelingen stil gaan zetten?!'
'Niet helemaal, ik wil het proberen. Maar als ik zodanig achteruit ga door de chemo, dan wil ik ermee stoppen'
'Je weet niet wat je zegt,' mijn moeder staat op, 'je bent gewoon een beetje moe'
'Mam, ik meen het. Ik wil geen kasplantje worden,' het blijft stil en mijn moeder draait zich om zodat ze me aankijkt, 'ik leef dan liever wat minder lang, dan dat ik het ga rekken terwijl ik niks meer kan. En natuurlijk snap ik dat jij dat niet wil, maar wanneer het afscheid is maakt geen verschil'
'Je hebt nu al opgegeven' antwoord mijn moeder met tranen in haar ogen na een korte stilte.
Dat heb ik niet, ik wil niet dat het zover komt. Maar ik wil wel dat als het zover komt, dat je er dan op voorbereid bent'
'Misschien is het wel helemaal niet nodig, laten we het voorlopig maar gewoon even afwachten' zegt mijn moeder waarna ze naast me komt zitten en me omhelst.
'Waar is Tessa eigenlijk?' vraag ik na een tijdje.
'Die wordt zo thuisgebracht, ze kon even bij Aafke spelen,' mijn moeder staat op en loopt naar de deur, 'ga jij maar even slapen lieverd, dat heb je nodig.' Ze sluit de deur achter zich waarna ik in mijn bed ga liggen en al snel in slaap val.

Stormkind.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu