Deel 31.

58 2 0
                                    

Die middag, om drie uur, gaat de deurbel en staat Jaimy met haar huilende zoontje op de stoep. 'Hij wordt maar niet stil' zegt ze in paniek terwijl ze het huis binnenkomt als mijn moeder de voordeur geopend heeft.
'Geef maar hier' zeg ik als ik Timo van haar overneem. Jaimy trekt haar jas uit en gaat met mijn moeder op de bank zitten terwijl ik het jasje van het kindje uitdoe. 'Rustig maar jochie' zeg ik en na wat ijsberend door de kamer gelopen te hebben, is hij stil geworden.
'Zie je, bij haar word hij wel rustig' zegt Jaimy geïrriteerd.
'Het ligt niet aan jou' zegt mijn moeder waarna mijn zusje en ik met Timo aan de keukentafel gaan zitten.
'Hij blijft maar huilen, de hele dag door en ik krijg hem niet stil!'
'Hij wil gewoon aandacht, of hij heeft honger'
'Maar hij eet al zo veel'
'Hij moet nog groeien'
'Maar daarom hoeft hij me toch niet arm te eten?'
'Dat zal wel meevallen' zegt mijn moeder, waarna Timo weer begint te huilen.
'Ik denk dat hij honger heeft' zeg ik.
'Hij heeft een paar uur geleden nog gehad'
'Ik denk dat Kiki gelijk heeft' zegt mijn moeder.
'In de tas zit nog wel een flesje' zegt Jaimy waarna ik het flesje en de melk uit de tas haal. Ik verwarm de melk terwijl ik Timo op mijn armen heb. 'Ga jij even op de bank zitten' zeg ik tegen Tessa en ik leg Timo in haar armen. Ik maak het flesje klaar en Timo begint harder te huilen en bewegen. 'Kiki, kan jij hem overnemen?!' roept mijn zusje waarna ik met het verwarmde flesje de woonkamer binnenkom.
'Kan niemand anders hem dan even overnemen? Ik kan niet alles tegelijk hoor' zeg ik terwijl ik Timo van mijn zusje overneem. Ik controleer of de melk niet te heet is en begin hem te voeden. Zodra het flesje leeg is, laat ik hem boertjes laten en neem ik hem in mijn armen waar hij in slaap valt. Niet veel later leg ik hem in de kinderwagen waar hij rustig doorslaapt. 'Ik kan niet voor hem zorgen, ik ben geen goede moeder' zegt Jaimy als ik bij hen kom zitten.
'Dat is niet waar, je kan het best' antwoord mijn moeder terwijl ik zwijgend in mijn psychologieboek ga lezen.
'Ik kan het niet, ik kan het niet. Iedere keer als hij huilt ben ik bang dat ik hem iets aan ga doen. Ik durf hem niet in mijn armen te houden omdat ik bang ben dat hij valt'
'Daar hoef je niet bang voor te zijn, je hebt alles onder controle'
'Het lijkt wel alsof ik compleet verlam'
'Je moet gewoon doen wat je altijd doet. Ik wist ook nooit wat ik met Kiki aanmoest,' ik kijk op van mijn boek, 'ze was een huilbaby, ik kreeg haar nooit stil, was bang dat er iets met haar zou gebeuren, kon haar niet alleen laten en toch liep ik iedere keer weer bij haar weg. Ik verstijfde van angst. Maar mijn meisjes zijn ook groot geworden'
'Anita, je begrijpt het niet,' ik leg mijn boek weg, 'hij is een jongen'
'Hierbij speelt het geslacht geen rol' zegt mijn moeder waarna het stil word. Jaimy begint zwaar te ademen, lijkt niks meer te horen, lijkt even van de wereld te verdwijnen. 'Jaimy, hoor je mij?' vraagt mijn moeder als ze bij haar neerknielt en ik opsta, 'Jaimy, je moet rustig blijven. Hoor je me?' Ik loop naar de trap en vlak voor ik hem oploop, roept mijn moeder me. 'Kiki, pak jij eens zo'n kalmeringspil'
'Pak het zelf, ik ben je slaaf niet' antwoord ik en ik zet de eerste stap op de trap.
'Je ziet toch dat ik bezig ben, ik moet haar toch helpen. Doe niet zo vervelend'
'Ik wil gewoon even rust. Kiki dit, Kiki dat'
'Kiki, schiet nou op. Ze word niet rustig'
'Da's niet mijn probleem' zeg ik en ik ren de trap verder op, eenmaal boven aangekomen loop ik mijn kamer binnen en sla ik de deur met een klap achter me dicht.
'Kan ik helpen?' vraagt Tessa voorzichtig.
'Ja, kan je uit de bovenste la dat potje met het blauwe dekseltje pakken?' vraagt mijn moeder en Tessa pakt het potje.
'Glaasje water ook?'
'Doe maar lieverd,' mijn zusje komt niet veel later met het potje pillen en een glas water naar mijn moeder toe, 'Jaimy, neem dit maar even in.' Ze neemt een pil in en langzaam maar zeker kalmeert ze. Als ze even gezeten hebben, staat Jaimy op. 'Ik ga maar weer eens' zegt ze en ze loopt naar de kapstok waar ze haar jas aantrekt.
'Heb je vaker zo'n paniekaanval?' vraagt mijn moeder.
'Nee' antwoord ze waarna ze achter de kinderwagen het huis verlaat.
'Ik ga even bij Kiki kijken' zegt mijn moeder tegen Tessa als ze rustig zit te kleuren. Mijn moeder loopt de trap op en klopt op mijn kamerdeur. Het blijft stil. 'Kiki, mag ik even binnenkomen?' vraagt ze, maar weer blijft het stil. 'Het kan echt niet wat je deed, Jaimy had overduidelijk hulp nodig,' het blijft nog steeds stil en met een ruk gaat mijn kamerdeur open, 'hoor je wat ik zeg?!'
'Ja, ik hoor je best!' roep ik terwijl ik met mijn rug naar haar toe blijf liggen.
'Je had me gewoon die pillen moeten geven'
'Ik weet het nu wel'
'Huil je nou?' vraagt mijn moeder na een stilte als ze bij me op bed komt zitten.
'Nee, ik huil niet' antwoord ik.
'Is er iets dat je me moet vertellen?'
'Nee, ik wil gewoon alleen zijn'
'Je huilt toch niet voor niks'
'Ik huil niet'
'Je houd mij niet voor de gek, ik ben je moeder, ik voel jou aan'
'Nou, daar was net behoorlijk weinig van te merken'
'Wat is er nou?'
'Het is niks'
'Niks?'
'Ik trok het niet, die paniekaanval. Papa had ze ook altijd' zeg ik als ik rechtop kom zitten.
'Hoe weet jij dat? Jij was daar nooit bij'
'Nee, omdat jij me altijd naar m'n kamer stuurde. Maar denk je nou echt dat ik het niet doorhad? Hij was in paniek, jij was in paniek en ik zat nooit op mijn kamer. Ik zat altijd bovenaan de trap, ik hoorde precies wat er gebeurde. Ik heb daar veel meer van meegekregen dan jij altijd gedacht hebt. En ja, ja ik ben bang. Ik weet dat ik ze op een zeker moment ook zal krijgen, ook al hoop ik dat het zover niet hoeft te komen'
'Ik wilde je beschermen'
'Dat snap ik, maar ik was niet achterlijk. Ik had gewoon naar m'n kamer moeten gaan, dan had ik al die ellende niet hoeven meekrijgen'
'Dan was je nu misschien minder bang geweest'
'Maar ik hield van papa, ik wilde hem niet alleen laten. Ik voelde hem aan, als hij iets verborg, als hij pijn had. Ik wilde hem helpen, maar dat kon ik niet en daarom ben ik ook psychologie gaan studeren. Om mensen te helpen, om ze beter te begrijpen'
'Jij begreep de mensen om je heen altijd al beter dan wie dan ook'
'Maar er blijven altijd dingen die ik niet begrijp'
'Zoals?'
'Dat het verdriet nog steeds niet gesleten is. Dat het pas een jaar geleden lijkt, terwijl het er al zes zijn'
'Je huilt om papa'
'Ja, en nu ik diezelfde klote ziekte heb...'
'Hé, jij kan daar niks aan doen. Papa was slap op het eind, hij heeft opgegeven en dat ga jij niet doen,' het blijft stil en ze pakt me vast, 'je hoeft niet bang te zijn, het komt allemaal goed'
'Ik wil naar beneden' zeg ik waarna we opstaan en de trap aflopen.

Stormkind.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu