Voor de deur stappen we de taxi uit en gaan we ons huis binnen. 'Ik snap het niet, waarom wilde je nou meteen de moed opgeven?' vraagt mijn moeder.
'Je hebt het toch gehoord? Ik word niet meer beter en dat weet jij ook. Dus wat heeft het in godsnaam voor zin om door te gaan?' antwoord ik pissig.
'Het is de enige manier om je zo lang mogelijk in leven te houden'
'Maar doet het er ook nog toe wat ik wil? Die chemo's maken me ziek. Ik wil het laatste stukje van mijn leven niet doorbrengen als een kasplantje'
'Maar ik wil je nog niet kwijt'
'Maar het is mijn leven en dit is wat ik wil! Of maakt dat tegenwoordig ook niet meer uit?! Ik ben verdomme geen klein kind meer!' roep ik boos, waarna ik de trap op loop naar mijn kamer. Ik gooi de deur achter me dicht en doe hem op slot zodat niemand erin kan. Op mijn speaker zet ik keiharde rockmuziek aan om vervolgens op mijn bed neer te vallen. 'Kiki! Mag die muziek wat zachter?!' roept mijn moeder terwijl ze de trap op komt lopen. Door de muziek hoor ik haar niet en ineens word er op mijn kamerdeur gebonkt. 'Wat?!' roep ik boos.
'Kan die muziek wat zachter?'
'Nee, rot op!'
'Kiki ik ben er nu een beetje klaar mee!' roept mijn moeder boos terwijl ze de deur open wil duwen, maar die zit op slot.
'Ga weg!' roep ik en mijn moeder loopt verslagen de trap af. Terwijl de harde muziek doorspeelt, pak ik een fles wodka onder mijn bed vandaan en begin ik te drinken. Als ik inmiddels de halve fles heb leeg gezopen, pak ik uit het laatje van mijn nachtkastje een blowtje dat ik ooit gekocht heb en ik steek hem op. Van de drugs en alcohol word ik langzaamaan rustig en lam. Uiteindelijk is de fles wodka leeg en het blowtje op en druk ik hem uit op mijn enkel. Ik ga rustig op mijn rug liggen, de muziek is uit, starend naar het plafond waar ik me kalmer en kalmer voel worden. Een vlaag van misselijkheid overvalt me en ik ren mijn kamer uit, direct de badkamer in. Ik doe de deur weer op slot en braak mijn hele maag leeg. Ik hoor hoe mijn moeder de trap op komt rennen. 'Lieverd, gaat het wel?' vraagt ze bezorgd.
'Ik leef nog' antwoord ik waarna ik weer over m'n nek ga.
'Kan ik iets voor je doen?'
'Nee, laat me maar even,' zeg ik terwijl ik naast het toilet ga zitten, 'ik red me wel denk ik'
'Kom anders even hier'
'Mam, ik heb geen zin in dat overbezorgde gedoe'
'Ik wil je gewoon even in m'n armen nemen, ik wil je helpen' zegt mijn moeder en ik sta op. Ik spoel het toilet door en was mijn gezicht en handen. Ik open de badkamerdeur en loop rechtstreeks mijn moeders armen in. Ik begin te huilen en mijn moeder probeert me te troosten. 'Ik heb er zo'n fucking klere zooi van gemaakt' zeg ik.
'Daar kan jij niets aan doen lieverd'
'Ik heb koppijn'
'Laten we naar beneden gaan, dan pak ik een paracetamol voor je en dan kunnen we even rustig op de bank zitten samen'
'Is Tessa nog niet thuis?'
'Ze logeert een nachtje bij je tante, ga je mee?' vraagt ze en samen lopen we de trap af. Ik loop rechtstreeks naar de bank terwijl mijn moeder even later met een glas water en een paracetamol naast me komt zitten. Ik neem de pijnstiller in en langzaam maar zeker verminderd de pijn. 'Je bent moe hè?' vraagt mijn moeder als ze ziet dat ik bijna in slaap val.
'Ik ben volgens mij nog nooit zo moe geweest als nu'
'Misschien moet jij morgen toch maar naar die behandeling gaan'
'Als ik jou daarmee gerust stel...'
'Ik zou het zeer op prijs stellen...'
'Oké dan, misschien heb je wel gelijk. Maar dan ga ik wel alleen'
'Prima, ik ben al lang blij dat je weer helder na kan denken'
'Kunnen we dan nu naar bed gaan? Ik kan niet meer'
'Ik ben ook kapot hoor lieverd, ga jij maar alvast, ik kom zo' zegt mijn moeder en ik loop de trap op naar boven. Mijn moeder sluit de gordijnen, dooft het ligt en komt vervolgens naast me in haar tweepersoonsbed liggen.
JE LEEST
Stormkind.
Teen FictionZe heeft net haar studie psychologie afgerond en de achttienjarige Kiki stort zich op de zorg voor haar jongere zusje Tessa. Haar moeder werkt fulltime als psycholoog terwijl haar zusje extra hulp nodig heeft met haar autisme. Ze accepteert de hulp...