Er was een getrouwd stel dat in een landelijk gebied van Spanje woonde. Hun huis was een bescheiden klein huisje, gelegen aan de rand van een drukke hoofdweg. Ze hadden twee dochters die beide tweelingmeisjes waren.
Naarmate ze ouder werden, gedroegen de tweeling zich heel goed. Ze hebben nooit gevochten of ruzie gemaakt. Ze leefden gelukkig samen en haatten het om gescheiden te zijn.
Op een dag moest de moeder naar de winkel gaan om wat melk en brood te kopen. Ze wilde de meisjes niet alleen laten, dus bracht ze ze mee. Ze greep beide meisjes bij de hand en leidde hen over de drukke weg.
Helaas was de moeder vergeten beide kanten te uitkijken voordat ze de straat overstak. Net toen ze de andere kant naderden, hoorde ze een luid gejank en toen een vreselijk knerpend geluid toen de kleine handen van haar dochters uit haar greep werden gerukt.
Toen de moeder ronddraaide om te kijken, schreeuwde ze vol afgrijzen naar wat ze zag en zakte neer op de stoep. De tweelingmeisjes waren overreden door een enorme vrachtwagen. De bloederige overblijfselen van de tweeling waren over de weg geploeterd.
De moeder begon hysterisch te huilen en snikken. Hoe ze ook probeerde, ze kon haar ogen niet losrukken van de twee grote rode strepen die de weg bevlekten.
Bij de begrafenis probeerde de vader zijn vrouw te troosten, maar ze was ontroostbaar. Keer op keer schreeuwde ze: "Dit is allemaal mijn schuld! Dit is allemaal mijn schuld! "
Vier jaar later woonden de vader en moeder nog steeds in hetzelfde huis naast de weg waar hun dochters waren omgekomen. De vrouw werd opnieuw zwanger. Het paar was verrast toen de dokters hem vertelden dat ze weer een tweeling zouden krijgen.
De ouders verheugden zich toen hun twee kleine meisjes werden geboren. Deze gelukkige gebeurtenis zorgde ervoor dat de moeder de tragedie van het verleden vergat. Toen de tweeling meisjes opgroeiden, waakten hun moeder en vader om nooit de vorige kinderen te noemen. Ze gedroegen zich alsof de overleden meisjes nooit hadden bestaan.
Op een dag speelden de twee kleine tweelingmeisjes in de tuin. Hun moeder kwam naar buiten en zei dat ze met haar naar de winkel moesten komen. Terwijl ze aan de rand van de weg stonden, greep de moeder de handen van de twee meisjes vast en hield ze stevig vast.
Plotseling, toen de moeder over de weg begon te lopen, begonnen de meisjes te worstelen en probeerden ze uit de greep van hun moeder te glippen.
"Nee, mama! Houd ons niet vast! "Riepen de tweeling samen. "We willen niet nog een keer sterven!"