Edris stampte ons bijna door het gat heen zoveel haast dat ze plots had. Maar ik begreep haar volkomen, ze kwamen er immers aan. Ben greep wee Fawna's hand vast en Edris begon al voor ons uit te lopen, ik rende achter haar aan en ook Ben en Fawna volgde. Ik had direct door dat ik toch iets sneller liep dan dat ik vroeger kon, bij de uitbraak bij het onderzoekscentra was het me niet gelukt omdat ik toen geen enkele spiermassa overhad maar nu die weer een beetje terug was merkte ik dat ik veel meer en grotere stappen kon zetten.
Ik haalde met gemak Edris in die al best wat meters voor ons uitliep. Ik ging naast haar lopen en stelde haar een vraag 'waar ren je naartoe!' Edris keek me woest aan 'zo snel mogelijk van die draad weg! We hebben geen tijd om nu ergens gericht naar toe lopen, ze zijn ons op het spoor mens!' Ik keek haar kwaad aan. Het wad maar gewoon een vraag, trouwens ik had nog niemand gezien die het op ons gemunt had.
Al na een paar minuten door het bos gerend te hebben merkte ik dat Ben en Fawna behoorlijk achter liepen, Fawna hield het niet bij. Tja ze had immers mijn genen nu en wat ik er van weet is dat ze traag zijn. Heeeeeel traag. Ik kon het haar echt niet kwalijk nemen, mijn traagheid werd ook altijd bestraft tijdens de lessen gym op school. Ik kon er echt niets aan doen!
'Edris wacht! Fawna en Ben houden het niet bij.' Riep ik haar toe. Ik hoorde Edris een geërgerd geluid maken en ze draaide zich bruusk om. Haar gezicht stond gespannen en ik wist dat er nu geen tegenslag mocht komen anders plofte ze uit elkaar. Ben en Fawna liepen snel blij 'dank je Nora.' Hijgde Fawna, ik knikte naar haar.
Edris draaide zich terug om en begon weer te lopen. 'Kunnen we niet een tandje trager.' Vroeg Fawna snel. 'Nee dat gaat niet meisje! Hup even op die tanden van je bijten.' Riep Edris haar na. Mij uitschelden en Fawna nog redelijk aardig benaderen, waarom heb ik het gevoel dat Fawna word voor getrokken? Stomme vraag, het is gewoon een feit.
Ik begon ook weer achter Edris aan te rennen en ik wist dat Ben en Fawna ook volgde. Na weet ik veel hoe lang gerend te hebben kwamen we eindelijk een grote weg tegen. Jeetje dit was voor mij goed nieuws, en volgens mij ook voor Fawna. Eindelijk vaste grond. Toen ik het gezicht van Edris zag, zag ik alleen afschuw.
'Wat is er dan?' Vroeg ik haar. Edris keek me aan emotieloos aan en mompelde 'een weg, zo vinden ze ons veel sneller. We moeten hier zo snel mogelijk weg.' Ik keek haar fronsend aan. Sorry? Maar ik zie nog steeds geen achtervolgers, volgens mij begon ze een beetje paranoïde te worden.
'Edris overdrijf je nu niet een beetje?' Mompelde ben achter ons. Edris draaide zich woest om 'neem jij dit niet serieus Benjamin? Dat had ik nu niet van je verwacht!' Berispte zij hem. Ben snoof alleen maar. Edris draaide zich naar mij toe 'en van jou hoef ik ook geen commentaar mensenkind! En nu volgen jullie me, we gaan door het land.' Ik gaapte gaar even aan. Het is en bleef niet erg prettig om steeds zo aangesproken te worden.
Edris zette weer haar stomme tred in en ik volgde zuchtend haar. Wat is toch haar probleem? Als ze ons al volgde hebben we ze toch al afgeschud.
Aan de horizon merkte ik op dat zon al lichtjes begon op te komen, het zou nog wel een paar uur duren maar je zag net zo'n gloed opkomen. Ik gokte dat het toch drie a vier uur in de nacht was. Ben en Fawna kwamen naast me lopen. Ik merkte dat Fawna nog steeds de hand van Ben vast had. En het was nu niet dat het hier op het land pikkedonker was, de maan scheen voldoende om te zien.
Het had zo zijn voor- en nadelen dat het bos was overgegaan naar landerijen. Maar ik voelde me nu wel ene beetje in de kijker, en ik merkte ook wel dat Edris steeds harder begon te lopen. 'Hee je gaat steeds sneller lopen!' Riep ik Edris toe. Ze draaide zich even om en bleef staan. Met wel de enige tegenzin merkte ik aan haar gezicht maar ze gaf er eens geen commentaar op.

JE LEEST
DNA twisted
FantasiEen derde wereld oorlog is uitgebroken, maar de reden daarvan had niemand zien aan komen. Het begon klein, zoals alle oorlogen. De ontdekking van de mythische wezens was de aanzet, de mensen zouden het nooit toegeven maar bedreigd voelde ze zich wel...