H2

672 71 5
                                    

Wat een vies weer. Het is redelijk koud en het is ook nog eens aan het stortregenen vandaag. De plassen op de grond zijn zo groot dat ze in elkaar overlopen. Die arme putjes houden de neerslag niet meer bij. Wat een kut dag is dit zeg. In de verte zie ik jammer genoeg de school al opdoemen. De leerlingen op het plein rennen rond om beschutting te zoeken. Ik niet, ik fiets gewoon door. Wat heb ik te verliezen? Alleen mijn mascara van een tientje zal ik je vertellen.

Ik voel een ruk aan mijn schouder en voor ik de tijd krijg om te beseffen wat er gebeurd is lig ik al weer op de grond. De klap van de grond wordt gevolgt door stekende pijnscheut door mijn voet. Hard gelach laat mij opkijken. Het zijn David en zijn vrienden, Ralf en Luke. En dan mag ik nog niet klagen, gelukkig is Martin er niet bij. Een diepe zucht ontsnapt uit mijn mond. Gaan we weer. Ik probeer steun te vinden op mijn benen maar helaas is poging één om op te staan mislukt.  Het regenwater trekt steeds dieper mijn broek in. Natuurlijk ben ik in een plas gevallen. Beter krijg je het niet.  'Lukt het opstaan? Zal ik even helpen?' David steekt zijn hand uit. Ik wil hem eigenlijk niet aannemen aangezien ik hem niet vertrouw, maar betere opties kan ik zo gauw niet bedenken. Ik besluit toch zijn hand te pakken en hij trekt me omhoog. Net voordat ik zelfstandig sta laat hij los en ik beland weer terug in dezelfde plas. 'Hoe voorspelbaar.' mompel ik.  'Wat? Had je nog wat te zeggen?' Vraagt David met een gemene grijns op zijn gezicht. Ik walg gewoon van zijn ego. Gelukkig fietsen ze weg nadat ik mijn lippen op elkaar hield. Ik kruip naar mijn fiets toe en trek me omhoog. Doorweekt en vol pijn strompel ik verder naar school.

'Ha, daar heb je haar weer!' Roept Fenna als ik dichterbij nader.

Fenna, een bijzonder type. Ik heb met Fenna op de basisschool gezeten. Beste vriendinnen waren we, niet te scheiden. Tenminste dat is wat ik dacht. Ze was aardig en we hadden een leuke klik. Dat was dan totdat de jongen die zij leuk vond, mij leuk vond. Ik was toen nog geen eens geinteresseerd in jongens en ben verder ook niks met hem begonnen. Ze kon het echter niet hebben dat hij mij leuker vond, dus toen begon ze me maar te haatten. Even voor de duidelijkheid, dat was op de basisschool. Daar heb je geen eens officieele relaties, alleen verkering shit. Wie is daar nu nog boos om? Ze draagt een overdosis make-up, evenals al haar vriendinnen trouwens. Wat ook echt niet kan ontbreken bij haar beschrijving is dat ze zichzelf heel wat vind. Jammer genoeg overdrijf ik dan niet. 

Ik wil verder lopen maar Fenna en haar groepje houden me tegen. 'Gefeliciteerd he!' Zegt ze nep vrolijk. Ze weet gewoon dat ik dat haat. 'Laat me er langs!' Sis ik langzaam. Ik heb moeite om mijzelf te beheersen. 'Waarom zo boos, ik heb toch niks verkeerds gezegd zeker?'   Ze weet hartstike goed waarom. Ik krijg de sterke urgentie om met mijn ogen te rollen.  'Laat me er gewoon langs!' Grom ik nu. 'Doe eens rustig joh. Pff, beest. Nou dan nogmaals, gefeliciteerd... Op deze bijzondere dag.'    Nouja zeg, ik snap niet wat daar grappig aan is. Hoe ziek in je hoofd ben je als je over dit soort onderwerpen gaat lachen. Maar ja, daar denken zij blijkbaar anders over want ze gieren het uit van het lachen. Nu begin ik echt over te koken. Mijn vuisten knijp ik zo hard samen dat het zeer doet aan mijn handen. Mijn afkeer voor geweld blijft gelukkig hoger dan mijn wil om haar gezicht te verbouwen. 'Dit is de laatste keer dat ik het zeg. Laat me er langs.' De met moeite ingehouden woede is goed te horen aan mijn stem. Waarom kan ze nooit eens gewoon luisteren?!  'O, en nu wil je dat ik naar jou luister?' Sneert ze. Ze praat tegen me alsof ik een stuk vuilnis ben. Volgensmij denkt ze ook echt dat ik een stuk vuilnis ben... Dit is de druppel. Ik duw mijn fiets hardhandig voorruit. Dan maar op deze manier. Snel springen ze opzij. Het geluid van gillende speenvarkens galmt nog door over het schoolplein. Ja ik vergeleek hun gegil zojuist met gillende speenvarkens. Menselijk klinkt het in iedergeval niet. 'Dankje.' Zeg ik vol sarcasme. Als blikken konden doden lag ik nu diep onder de grond in een houten kistje. 'Lelijk tyf*s kind! Geloof me hier ga je voor boeten.' Snel strompel ik verder. Gewoon negeren die handel. Na mijn fiets in het fietsenhok te zetten loop ik geërgerd naar binnen richting me kluisje. Ik ben er nu al helemaal klaar mee en de dag is nog geen eens begonnen. 

Als ik bij de kluisjes aan kom hoor ik het gegiechel van onze opper-slet Fenna al van ver. Het valt gewoon niet te missen. Ze heeft ook echt een topje aan dat net onder haar borsten komt met super veel inkijk en een hartstikke kort broekje waar haar billen uit vallen. Vandaar de naam dus. Volgensmij is ze te dom om het nut van kleren te begrijpen. Ze staat tegen David aan geplakt met haar tieten nog net niet in zijn gezicht. Zelf krijg ik rugpijn als ik haar geforceerde houding bekijk. Na mijn dagelijkse walging begint het mij pas door te dringen. Ze staan potverdikkeme tegen mijn kluisje. Alweer.

'Zou ik er bij mogen?' Probeer ik eerst aardig. 'Uhh, nee.' zegt Luke. Blijkbaar mocht dat niet want hij krijgt gelijk een stomp van David. 'Tegen wie praat je?'  Vraagt Fenna schijnheilig. 'O fijn, jullie negeren mij.'  Even serieus, hoe oud zijn ze nou? Dit ga je toch niet menen?

Hier heb ik dus echt geen zin in. Dit is niet mijn eerste rodeo en ik weet dat mijn spullen ophangen niet gaat werken. David en zijn sletjes kunnen hun handjes niet zo goed thuis houden. Vooral niet bij mijn spullen. Dan kan ik ze even later kapot terug vinden, als ik ze nog terug vind dan. Hmm heb ik nog twee euro? Ja! Gelukkig, er is hoop mensen. Dan zeg ik namelijk gewoon dat ik mijn kluissleutel weer eens zogenaamd vergeten ben. Ik weet nou niet of ze mijn kluisje als chill plek hebben gekozen om mij te irriteren of omdat ze gewoon geen leven hebben. Ik loop naar de balie waar de vrouw al gelijk haar kassa opend. 'Goede morgen ben je daar weer? We moeten jouw sleutel aan je vast plakken.' Ik ga hier niet eens meer op in, een lieve glimlach voldoet. 

Iedereen stapt geschrokken achteruit. Je moet die hoofden zien, die dachten natuurlijk dat ze op hun kop kregen. 'Verrader.' Sist Fenna als de vrouw weg loopt. 'Oh, je praat weer tegen me. Hè wat jammer nou, het was net zo lekker rustig.'   Ze slaat een zuchtje en kijkt me met samengeknepen ogen aan. Met arrogante bewegingen loopt ze weg en haar slaafjes lopen haar als een kip zonder kop achterna.

Ik smijt mijn boeken letterlijk in mijn kluisje en doe mijn nat geregende jas er ook maar bij. Dat zal lekker gaan ruiken straks. Met moeite sluit ik mijn kluisje. David heeft er ooit, voor één of andere gare reden, tegenaan geslagen en nu sluit mijn kluisje dus niet goed meer. Het woord zucht is een onderwaardering. Ook mijn broek is natuurlijk helemaal nat. Niet dat het heel erg opvalt want door de regen is iedereen hun kleding nat. Ik zal me anders wel eventjes opfrissen in de toiletten. Het is echt erg, ik kan mijn kleding gewoon uitwringen! Gelukkig is mijn witte bloesje niet vies geworden. Als die kapot is zou mijn hart breken. Ik draag zijn lievelingsbloesje altijd op deze dag.

Het feit dat mijn jas in mijn kluisje ligt weg te rotten blijft aan mij knagen. Maarja, als ik hem ophang krijg ik hem kapot of bekladderd terug. Begrijp me niet verkeerd hoor, ik hou van regen. De geur, het geluid, het overal gevoel dat het met zich mee brengt. Het boeit me niet of mijn haar dan gaat pluizen, of dat mijn outfit verpest raakt. Alleen met David en Fenna word het gewoon veel lastiger om te overleven. Even heb ik een realisatie momentje. Alles valt tegen. Het niet alleen mentale maar ook fysieke pesten, mijn ouders en hun vechtscheiding, mijn ouders uberhaubt, het elke dag missen van Jacob... Het weegt allemaal ineens heel zwaar op mijn schouders op dit moment. 

Ach ga toch lekker zelfmoord plegen met je zielige gedoe.

Zelfmoord plegen? Opgeven? Ik ga echt niet mijn toekomst opgeven voor die mongolen. Wat denk je nou zelf. Dat plezier gun ik ze niet. Nee ik zou geen zelfmoord plegen. Zo erg is het nou ook weer niet. Dat zou ik ook echt nooit doen. 

De schoolbel haalt me uit mijn gedachten. Lekker wiskunde voor twee uur achter elkaar. Ik haat dat vak. Ik kan mijn aandacht echt nooit bij de les houden en ga dan nadenken over dingen. In dit geval is dat natuurlijk over Jacob... Ik maak aanstalten om naar de les te lopen maar wordt hierbij met een verschrikkelijke pijnscheut door mijn enkel herinnerd aan mijn val van vanochtend. Fuck, fuck, fuck, ook dat nog inderdaad. Geen zin om hier aandacht aan te besteden, tanden op elkaar en doorzetten maar.

Stay StrongWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu