H16

266 55 7
                                    

Een irritand geluid maakt me wakker. Een geluid dat ik uit duizenden herken, namenlijk mijn welgeliefde wekker. Vermoeid draai ik me om. Waarom?! Waarom moet school zo vroeg beginnen? Geërgerd sta ik dan toch maar op. Owja, dat is waar ook in ben in de boomhut. Langzaam en nog half slaap dronken loop ik naar het kastje. Boven het kastje hangt een spiegel. Je weet hoeveel ik spiegels haat... Jacob wou per se die spiegel er in. En jongens maar zeggen dat ze geen uren voor de spiegel staan, nou geloof me dat haar gaat niet vanzelf goed zitten.  Altijd als hij wakker werd leek het wel alsof er een bom was ontploft op zijn hoofd. Of er was een cavia gestorven op zijn haar, dat had het ook kunnen zijn. In mezelf lachend pak ik mijn mascara en borstel mijn haren. Zoals gewoonlijk doe ik het in een staart. Ugh, ik ben echt te lelijk gewoon om te leven. Ik heb gewoon medelijden met alle mensen die mij vandaag moeten zien. Okee Anne, genoeg depressieve gedachten voor vandaag. Laten we weer leuk en vrolijk denken. Hmmm, wat moet ik aan? Ik kan moeilijk in een trainingspak naar school gaan. Naja, het is niet dat ik een keuze heb. Eten heb ik ook niet bij dus dat is dan maar pech. Ik heb hier volgensmij wel nog wat geld liggen om Tom terug te betalen. Ik hoef pas over een half uur richting school te gaan. Dat betekend dat ik dus gewoon nog in bed had kunnen liggen nu. 

Voorzichtig ga ik op een mooie tak zitten en luister muziek, zoals ik altijd doe eigenlijk. Uit verveling haal ik stukjes schors van de tak af en gooi ze in het water. Na zo'n vijf minuten drijven er overal stukjes schors in het water. Ineens valt mijn oog op een jongen onderaan onze oude boomhut, David's boomhut. De jongen is niet alleen, hij sleept nog een jongen mee. Zou die andere jongen gewond zijn? Wat het ook is er is iets goed mis met die andere jongen. Misschien kan ik helpen? Als ik dat durf...  Ik twijfel even maar ga dan toch maar kijken. Met mijn krukken in mijn hand sta ik verscholen achter een bosje om een beter zicht te krijgen. Het is David! Hij sleept de andere jongen met zich mee. De andere jongen is zijn broer Jamie! Jamie was de allerbeste vriend van Jacob, ze waren onafscheidelijk. David heeft tranen in zijn ogen, en probeerd Jamie naar boven te krijgen. Snel stompel ik er naar toe om te gaan helpen. David kijkt me aan met een blik vol angst. Snel draait hij zijn hoofd van me weg. Hij probeerd te verbergen dat hij aan het huilen is, of naja bijna huilen dan. Ik negeer het en help hem met Jamie naar boven te brengen. 

'Wat is er gebeurd?!' Vraag ik zodra we boven gekomen zijn. David veegt vlug een traan van zijn wang. 'Laat maar, ik denk dat ik het al snap.' Zeg ik zodra ik Jamie's kaak langzaam blauw zie kleuren. Die zal wel knock-out zijn geslagen aangezien ik geen andere verwondingen kan zien. Hij is nog steeds buiten bewustzijn maar dat zal niet heel lang meer duren. Ik heb net een kussentje onder zijn hoofd gelegd als hij ineens overeind schiet. 'Mam!!!' Schreeuwd hij. Zijn blik staat boos en iets wat angstig. 'Het is al goed Jamie, mama is veilig.' Ik pak het flesje water van de kast af en geef het aan Jamie. 'Hier, drink even wat.' Jamie lijkt even geschrokken van mijn aanwezigheid, maar dan veranderd zijn gezicht weer in emotieloos. Hij pakt het ruw aan. 'En wat doet dát hier?' David lijkt niet van die manier waarop hij me aanspreekt te houden want zijn wenkbrouwen beginnen wat boziger te kijken. Ook zijn houding word dominanter. 'Dát daar heeft een naam, Anne.' Het lijkt wel alsof David op het punt stond om te gaan grommen. 'Dat weet ik, maar wat doet ze hier?' Jamie probeerd niet naar me te kijken. Alsof hij bang is om naar me te kijken. 'Ze heeft je geholpen, dus wees maar dankbaar.' Ik zoek oogcontact met hem en even lijkt het alsof hij wat emotie toont. Zijn ogen gaan glimmen en langzaam komt er een traan. Woest stormt hij weg. 'Ik wil geen hulp!!!' BAF! Hij slaat de deur dicht en verdwijnt. 'Jamie!!' Roept David hem nog achterna. Ligt geschrokken verwerk ik wat ik zonet allemaal heb meegemaakt. David trekt me in een knuffel. 'Het is niet jouw schuld, Jamie kropt nou eenmaal zijn gevoel op en hij jankt nooit en... en nu... nu dacht hij aan Jacob denk ik en dat net met pa, hij haat het als iemand anders voor hem moet zorgen en...' Ik onderbreek hem. 'David, het is al goed, ik snap het.' Ik pak zijn hoofd zachtjes beet tussen mijn handen. 'Ik snap het.' Fluister ik. Er staan tranen in David's ogen die hij duidelijk probeerd tegen te houden. Ik trek hem in een knuffel wat voor David te veel werd en hij begint zachjes te huilen. Hij verstopt zich in mijn nek en ik ga voorzichtig met mijn ene hand over zijn rug en mijn andere hand door zijn haar. Dit lijkt hem te kalmeren.

We staan daar een poosje tot hij uitgehuild is. Hij laat me los en fluisterd dankje in mijn oor. Ik kijk hem lief aan, en probeer hem een blik te geven waardoor hij weet dat het goed is. 'Ej, uhm.' Zeg ik dan maar om het onderwerp te veranderen. Ik wijs op mijn broek. Toen Jamie zo boos wegstormde heeft hij het flesje water omgestoot. En je raad het natuurlijk al, het kwam op mijn broek. Dus nu is heel mijn broek nat, en mijn shirt maar dat komt door David. David heeft het door en wrijft ongemakkelijk over zijn nek. 'Je mag wel wat kleding van mij lenen.' Ik knik ja en David verdwijnt gelijk al om het te gaan zoeken. Hij komt terug met een spijkerbroek en een veel te groote trui. 'Hier, ik draai me wel om.' Haha, wat denkt hij, dat ga ik echt niet doen. 'Dankje, maar ik kleed me wel even in mijn hut om.' Knipoog ik. Rond zijn mond verschijnt een ondeugend lachje. 

Ik lach mezelf haast dood wanneer ik in de spiegel kijk. Het ziet er niet uit!! Naja, de broek ging wel makkelijk over het gips heen met die broekspijpen van een kilometer. Met mijn tas in mijn armen strompel ik de boomhut uit. Onderaan de boom staat David op me te wachten. 'Spring maar!' Roept hij met zijn armen uitgestrekt. 'Serieus?!' Hij knikt ja. Even ben ik verbaast over het feit dat ik serieus zonder na te denken wou springen. Waarom vertrouw ik hem nu al zo veel? Normaal vertrouw ik niemand, zeker hem niet. 'Doe maar gewoon, je weegt toch niks, zelfs niet met dat gips!!' Ik lach en laat me dan toch vallen. David vangt me op. Als ik weer op de grond sta draai ik een rondje. 'En hoe zie ik eruit?' Ik begin te lachen. 'Zech maar niks ik weet dat het er idioot uitziet!' David kijkt me droomerig aan. 'Idioot? Nee joh, ik vind het je juist heel schattig staan.' Ik geef hem een stompje in zijn harde buik. Ik weet gewoon van mezelf dat ik bloos ookal was ik helemaal niet blij met dat complimentje. 'Hey! Doe je dat bij iedereen waarvan je een complimentje krijgt?' Ik glimlach ontdeugend. 'Het is niet dat je er wat van voelde ofzo!' Hij grijnst. 'Kom we moeten naar school, wil je achterop?' Ik knik hevig ja.  'Heb je hier een fiets dan?' Ik kan me naamlijk niet meer herinneren of hij nou op de fiets aankwam met zijn broer of niet. Nu is het zijn beurt om ja te knikken. Haha, best wel grappig als iemand ja knikt. Dat is natuurlijk ook echt iets wat mij weer opvalt. Oké focus Anne.

Stay StrongWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu