H7

378 57 3
                                    

Langzaam word ik een beetje wakker. Alleen nog niet wakker genoeg om te beseffen wat er aan de hand is. Op de achtergrond hoor ik vaag gebrabbel. Ik weet dat er woorden zijn alleen ik kan er geen zinnen van maken.  Uiteindelijk weet ik mijn naam te onderscheiden. 'Anne? Anne? Hallo? Anne?'   Een rilling schiet over mijn rug en mijn nekharen staan strak overeind. Het is David!  Ineens ben ik klaar wakker. Met een ruk ga ik recht op zitten. Dit zorgt ervoor dat er een pijnlijke steek door mijn hoofd heen schiet. Ik heb nu even geen tijd voor pijn, ik moet mezelf zien te redden. Waarschijnlijk is hij me weer in elkaar aan het slaan en ben ik knock-out gegaan ofzo.   'Laat me met rust David, doe me alsjeblieft niet nog meer zeer...'   David kijkt me verward aan. Dan realiseert hij het zich en staart hij verlegen naar de grond. Dat is... vreemd. Ineens herrinner ik het me weer. David had me geholpen, naja nadat hij me nog een keer in elkaar had geslagen, maar toch.    'Sorry ik dacht...'   Hij onderbreekt me voorzichtig.    'Anne, je hoeft geen sorry te zeggen, het is mijn schuld.'   Hij staat op en loopt verslagen weg. Zal ik hem achterna lopen? Waarom ook niet dan weet ik ook gelijk waar ik ben. Ik zet mijn voeten op de grond en meteen schiet er een koude rilling door me heen. Als ik ga staan lijkt het alsof ik... alsof ik zweef ofzo. Uit het niets voel ik de koude grond tegen mijn gezicht. Ai, die zag ik niet aankomen. Ik weet trouwens niet wat voor vloer dit is maar deze is niet normaal koud gewoon. Net alsof ik op het ijs lig.  

Wie is hier nou de sukkel Anne? Je valt omdat je niet sterk genoeg bent om te lopen. Juist ja, de irritante stem heeft een keer gelijk

'Nou en alsof jij altijd even slim bent?'  Sis ik terug.  'Zei je wat?' Vraagt David. Shit, had ik dat hardop gezecht?! David loopt de kamer binnen en ik zie zijn gezichts uitdrukking meteen veranderen in bezorgt.    'Anne! Gaat het?!' In slechts een paar stappen staat hij naast me en tilt hij me van de grond af.  'Afgezien van het feit dat ik niet kan lopen, het ijskoud heb én het overal zeer doet gaat het prima.'   Woww, dat kwam er arrogant uit zeg. Meteen daarna bied ik dan ook gauw mijn excuses aan. Kijk als mensen aardig tegen mij doen doe ik aardig terug. Maar alsnog dat ik sorry zeg tegen David voelt wel een beetje vreemd. Ik ben dan ook wel héél veel bloed verloren, dus dat is misschien de verklaring. David krijgt een gek grijnsje rond zijn lippen en doet zijn trui uit. Damn, laten we het netjes zeggen. Hij ziet er zeker niet verkeerd uit.

Haal dat meteen uit je hoofd Anne! Hoe kun je?! 

En alweer heeft mijn hoofdstem gelijk dus wend ik snel mijn blik af.  'Ik ben lekker hè?' Even lijkt het net alsof ik stik. Daar is zijn ego weer hoor. Zucht, ik begon haast te geloven dat hij aardig was. 'Geen flauw idee, nog nooit geproeft.' Hij begint te lachen. 'Je mag wel proeven als je wilt.' Knipoogt hij.  'Mijn god. Stop.'  Weer lacht hij.  'Je bent het eerste meisje dat me niet leuk vind. Je bent een uitzondering, Anne.' Ik kijk hem raar aan. 'Het zal wel meneertje ego.'  Brrr,  nog één zo'n koude rilling en ik verander in een ijsklontje.  'Hier trek aan, je hebt overal kippenvel.'  Dat is waar ook, mijn vest ligt nog bij mijn vader...   Mijn spieren zijn slap en koud. Zodra David mij ziet worstelen besluit hij me te helpen.  Hij tilt me op en we lopen naar buiten. Éénmaal buiten zet hij mij op zijn schoot neer. Waar mijn lichaam het zijne aanraakt word het meteen warm. Is dit wat ze bedoelen met verlieft zijn? Zou David mij leuk vinden? Iel nee, waarom denk ik hier uberhaubt aan. David zijn stem haalt me uit mijn gedachten.   'Hey, uhm ik weet niet hoelaat je thuis moet zijn maar het is best wel laat.'  

Zie wel Anne, hij wilt je weghebben. Stel je zou verlieft op hem willen worden gaat dat nooit goed komen want hij vind jou niet leuk. Haha niemand vind jou leuk.  

Daar kan ik je geen ongelijk in geven...  'Niet dat ik je weg wil hebben hoor, maar straks word em je vader boos ofzo...'    Hij slaat zijn ogen neer. Zelf heb ik het niet echt door want van binnen ben ik helemaal blij. Ik had gelijk en niet dat stomme stemmetje! 

Maar dat bewijst nog niet dat je niet lelijk ben en dat  niemand je leuk zal vinden.

 Alsof David mijn gedachten kan lezen pakt hij mij bij mijn kin vast en draait hij mijn hoofd naar zich toe.   'Kijk me aan Anne.'   Langzaam zoeken mijn ogen zijn licht bruine ogen. Ik verdrink haast in zijn ogen. Damn wat zijn zijn ogen eigenlijk mooi. Persoonlijk vind ik ogen de mooiste delen van een lichaam. Het is eigenlijk een soort raam waardoor je naar binnen kan kijken. Naar de persoon zelf in plaats van wat diegene iedereen voorhoud. Dat is dan ook gelijk de reden waarom ik nooit iemand naar mijn ogen laat kijken. Ik weet niet of je het inmiddels al door had maar ik ben niet zo goed in liegen.  'Anne, je bent echt een heel mooi en leuk meisje, je hoeft echt niet zo onzeker te zijn. Geloof me nou maar.'  Weer kijk ik naar beneden. Hij voelt zich gewoon schuldig. Waarom zou hij dit menen? 'Okay, Anne?'   Nee...  Maar om van dit onderwerp af te komen zeg ik maar ja. Het kwam er heel zwakjes en totaal niet geloofwaardig uit. Ik ga met mijn veel te zware hoofd tegen zijn borst aan liggen.  Het valt me nu pas op dat we op een dikke tak liggen. De geur komt me al zo bekend voor. Met moeitje weet ik naar beneden te kijken. O MIJN GOD! Dit is het zelfde meertje waar de oude en de nieuwe boomhutten  van Jacob en mij staan! Een herinnering schiet me te binnen. Het was nog in de oude boomhut... deze dus. Later heeft hij hem aan zijn beste vriend Dexter gegeven omdat hun een plek nodig hadden waar ze veilig waren.

Ik was elf en Jacob en zijn vriend Dexter staan bij het meertje, ineens komt er een jongen van ongeveer mijn leeftijd aan rennen. Hij was helemaal overstuur, de tranen rolden over zijn wangen. Dexter rent naar hem toe en roept nog iets naar mijn broer. Helaas kon ik het niet verstaan. Mijn broer keek verdrietig. Zodra ik die blik zag brak ik. Toen kwam ik in actie. Ik holde naar beneden ging verhaal halen bij mijn broer. Het enige wat hij zei was dat ik blij moest zijn dat onze vader aardig is en geen stomme dingen doet. Ik had hem raar aangekeken en weer terug naar binnen gehold. Nu weet ik wat hij bedoelde...  Gelukkig kan Jacob niet zien wat papa allemaal doet. Hij zou er kapot aan gegaan zijn. Tranen rollen nu ook over mijn wangen. Ik kan er niks tegen doen en begin harder te huilen.   'Hey, rustig maar. Alles is goed.'   Ook bij David rolt er een klein verdwaald traantje naar beneden.   'Heet jouw broer Dexter..?'  Vraag ik nog half snikkend.   'Ja...  Ik wist wel dat je erachter zou komen. Het spijt me zo Anne, voor alles wat ik heb gedaan.'   Zijn stem slaat over van emotie. Kijk ons nou. We zitten samen op een tak te huilen. David en Anne, wie had dat nou gedacht. De tak waar we op zitten begint hard te kraken. Een adrenaline schok maakt me ineens klaar wakker en ik veer overeind. 

Stay StrongWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu