H13

278 56 8
                                    

Langzaam word ik wakker door het ochtendlicht. Ugh nee, ik wil nog slapen. Het is weekend, daar zijn weekenden voor gemaakt. Gauw trek ik de deken over mijn hoofd. Zodra ik mij terug omdraai om weer te gaan slapen bots ik tegen de koude muur aan. Auww, bijna vergeten dat deze muur hier ook leeft. AL ZO'N 17 JAAR. Waarom is mijn leven zo'n faal? Een rilling schiet over mijn rug. Veel te koud. Snel draai ik de andere kant op. Verbazingwekkend genoeg bots ik weer tegen een muur aan. Mmm, deze is lekker warm. Hier kan ik wel aan wennen. Ik kruip dichter tegen de muur aan. De muur slaat zijn arm rond me heen en ik schrik me haast dood. Ik begin wat wakkerder te raken en besef me dat muren geen armen horen te hebben. Vlug open ik mijn ogen en het licht verblind me. Dat betekend dat het geen ochtend licht meer is... OMG! Ik lig in de armen van David! Uit reflex schiet ik naar achteren waardoor ik mezelf hard tegen de koude muur aangooi. Auch. David opend zijn ogen en kijkt me duf aan. Beter heeft hij die domme actie niet gezien. Lichtelijk beschaamd buig ik mijn hoofd naar beneden. Oké Anne, niet zo flauw doen. Hij hoort hier niet. Zijn fout.  'Goedemorgen meneertje, waarom lig jij niet aan het voeteneind?' Hij rekt zich uit en kijkt me verward aan. 'Je...je zei zelf dat ik hier moest komen liggen.' Zegt hij met een verwarde ochtendstem. O damn hij klinkt aantrekkelijk. Wat is dat nou weer Anne? Aantrekkelijk klinken? David? Doe normaal. Beheers jezelf. 'Uhh, daar kan ik mij anders helemaal niks van herinneren.' Zeg ik ook verward maar toch kwaad. Pff dat hij gewoon denkt om naast me te komen liggen en dan zo'n smoesje gaan verzinnen. 'Wel je begon te schreeuwen en toen vroeg je of ik naast je kwam liggen. Nee echt! Je schreeuwde zoiets van "haal die kakatoe bij die paarse ooievaar vandaan!" Ofzoiets..'  Wel dat klinkt typisch mij...  Oeps. Misschien was het toch geen smoesje... David kijkt me heel gek aan. 'Wah? Kijk me niet zo raar aan. Ik was baby's aan het redden hoor.' Zeg ik alsof het de normaalste zaak is. Ik schaam me dood man. Heb ik weer. Ligt er een keer een jongen in mijn bed droom ik over een paarse ooievaar...  We kijken elkaar in de ogen aan en dan beginnen we keihard te lachen. Wat ben ik voor een wezen? 

Even later zitten we omgekleed en al aan de eettafel. Het is twee uur en David moet jammergenoeg om half drie weg. Hij is zo lief! Kijk hem daar staan dan, lekker een eitje op toost voor ons aan het klaarmaken. Mmmm, ik begin te watertanden zodra hij het eten onder mijn neus zet. 'Lekker, dankje.' Zeg ik met mijn mond halfvol. Ik kan gewoon niet meer wachten om het op te eten... 'Dankje.' Zegt David grinnikend. Uit het niets kijkt hij ineens heel serieus. Met moeite slik ik de hap door die ik zojuist in mijn mond had gedaan. Dit bevalt me niet. 'Ik kan mijn afspraak heus wel verzetten hoor, als je niet alleen wil blijven.' Tja natuurlijk wil ik niet alleen blijven, ik wil bij David zijn. Maar ja hij is niet van mij, en hij heeft ook zo zijn privé dingen. 'Nee ga maar naar die afspraak, ik red me wel.' Hij kijkt me doordringend aan, alsof hij me niet geloofd. 'Je aarzelde...Ik blijf.' Zegt hij vastbesloten. 'Nee, ga maar het komt echt wel goed.' Waarom maakt hij het nog moeilijker dan het al is? Ga gewoon, alsjeblieft. Niet dat ik hem weg wil hebben ofzo, maar je begrijpt me wel. 

Anne, je begrijpt jezelf niet eens. Hoe kun je nou verwachten dat een ander dat dan wel doet?

'Ik laat je niet alleen Anne, dat weet je.' Hoe krijg ik hem hier weg? Liegen? Ik wil niet tegen hem liegen, ik ben heel slecht in liegen. Maar ja, misschien moet het wel. Hij maakt zich veel te veel zorgen om mij. 'Ik app Tom wel even of hij langs komt. Dan laat ik hem gelijk mijn gips zien.' Even lijkt hij jaloers. Er valt een lange stilte. Hij denkt na. Zenuwachtig tik ik met mijn vingers op de tafel.  'Okay, ik app je vanavond. Als je dat goed vind dan natuurlijk?' Ik knik ja met mijn hoofd. Hij werpt een blik op de klok en zijn ogen kijken mij treurig aan. 'Ik moet gaan.' Ik loop met hem mee naar de deur. Verstijft ik blijf staan zodra mijn blik blijft hangen op zijn schoenen. Dat is waar ook, die waren niet meer zo schoon...  'Uhh, je mag wel schoenen van Jacob hebben. Hij heeft ze nooit aangehad, ze waren net nieuw.' Ratel ik aan één stuk door. Ik voel dat mijn wangen rood worden. Snel pak ik de schoenen en ren ik naar boven voor de nieuwe. Als ik de spiegel in de gang tegen kom zie ik dat ik inderdaad rood ben. Vlug loop ik door naar de deur. 'Hier, en sorry dat ik over je schoenen heb heen gekotst.' Ik staar naar de grond, te bang om hem aan te kijken. Hij pakt mijn hoofd beet tussen zijn handen. 'Geeft niet, had ik aan mezelf te danken. Ik ben de gene die sorry moet zeggen voor mijn laffe gedrag. Anne je bent echt een super chill meisje. Het spijt me dat ik dat niet eerder in zag. Je hebt dit allemaal nooit verdient.' Het is wel waar wat hij zegt over dat laf zijn. Zijn woorden laten me een beetje beter voelen. 'Doei.' Zeg ik vlug. Ik schaam me voor mezelf. Mijn gedrag. Mijn bestaan. Hij glimlacht. 'Doei.' Onverwachts drukt hij een kusje op mijn mond en laat mij stomverbaast achter wanneer hij non-chalant het tuinpad afloopt en zo langzaam mijn beeld uit verdwijnt. Ik ga met mijn handen over mijn lippen. Wow... 

Na een uur alleen maar over David te denken besluit ik dat ik afleiding nodig heb. Laat ik Tom maar eens echt een berichtje sturen. Ik heb het berichtje nog maar net verzonden of hij staat al hijgend op de stoep. Met moeite om zijn adem onder controle te krijgen loopt hij naar binnen. 'Wow..' Zegt hij als hij geschrokken naar mijn been kijkt. 'Ach gelukkig doet het niet zo veel zeer.' Zeg ik om hem minder ongerust te maken. Ik kijk hem glimlachend aan. 'Ik heb nog nooit wat gebroken, maar het ziet er in ieder geval pijnlijk uit.' Één van mijn krukken blijft haken en ik verlies mijn evenwicht. Gauw bereid ik me voor op de val. Een val die nooit zal komen aangezien Tom me al  heeft opgevangen. Dit is nu al de tweede keer. 'Doe je voorzichtig?' Zegt hij lachend. 'Haha ja, ik zal mijn best doen.' Zeg ik vriendelijk en een tikkeltje beschaamd. Waarom ben ik zo onhandig?  

'Wat zullen we gaan doen?' Vraagt hij om de stilte te verbreken. 'Naar het park?' Hij kijkt me bezorgt aan maar is te verlegen om er wat van te zeggen. Hij verschild zo veel van David. 'Weet je het zeker?' Vraagt hij uiteindelijk toch verzichtig. 'Ja, kom.' Als we in het park aangekomen zijn geniet ik. De geur van de bomen, het gefluit van de vogeltjes en de schattige eendjes die al kwakend de weg op waggelen. En dan hebben we het nog niet eens over die lieve kindjes die lachend rondrennen. Dat zijn dingen die me zo blij maken. Alles lijkt ineens zo vrolijk. We zitten samen op een bankje samen te genieten van het uitzicht op het meertje tot dat Fenna haar stem alles verziekt. Uhg, ook dat nog. Gewoon doen alsof je er niet bent Anne. Trouwens Tom is bij je. Niet dat die veel gaat doen tegen over Fenna als je ziet wat David al wel niet allemaal doet voor haar en die niet zo verlegen is... Nu hoor ik ook een jongen lachen. Ik ken die lach ergens van. Hmm, maar ik weet niet meer waarvan. Het ligt echt op het puntje van mijn tong. Oke, nu word ik nieuwsgierig. Ik draai me om en zie Fenna in de armen van een jongen springen. De jongen draait haar sierlijk rond in de lucht en daarna zoenen ze. IEL. Ik zou dus echt nooit met Fenna kunnen zoenen hè. Wow wow wow wow woooooowwww, wacht eens even. Ik weet waar ik die lach van herken. De jongen is David!!!!

Stay StrongWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu