H15

304 54 4
                                    


Ze komt heupwiegend naar ons toe gelopen. Wat een tuttebel is ze toch ook. Wie draagt er nou weer naaldhakken in een bosachtig park?!  Haar ene hand staat in haar zij en haar andere hand houd ze schuinvoor haar uit. Als een echte bitch dus. 'Ieuwl, waarom praat je met háár? En sinds wanneer is ze interesant voor ál deze mensen?' Zegt ze met een stemmetje vol afschuw. 'Was je bezig met haar de grond in te trappen?' Er staat een gemeen glimlachje op haar gezicht terwijl ze naar David kijkt. 'Waarom heb je niet op mij gewacht liefje? Ik wil hier ook van genieten.' David onderbreekt haar.  'Nou nee, ze viel uit dat ding.'  Fenna begint hard te lachen. 'Oh, dus je staat hier om haar uit te lachen.' Alle mensen om ons heen kijken verontwaardigd naar David en Fenna. David krijgt het door en trekt Fenna mee weg. 'Wat doe je?! Laat me eens los. Ik wil ook even lachen!!' Krijst ze. Fenna wil alweer terug lopen maar David is haar voor en tilt haar zonder pardon van de grond af. Een steek van jaloezie schiet door me heen. Gebroken kijk ik hem aan. Hij haalt alleen zijn schouders op en zwaait nog even net zo dat alleen ik het kan zien. Blijkbaar zag Fenna het toch want ze kijkt me vuil aan en begint hem te zoenen. En niet zomaar zoenen, nee het lijkt wel alsof ze elkaar op gaan eten. 'Slik elkaar niet in he?!' Snel sla ik mijn handen voor mijn mond. Zei ik dat nou echt? Dat was echt dom, dit maakt het allemaal natuurlijk alleen maar erger. Fenna kijkt me hatelijk aan. Ze springt uit David's armen en komt woedend mijn kant oplopen. Haar benen wankelen onstabiel terwijl de naaldhakken de grond doorboren. Oké, ik ben lichtlijk geïntimideerd. David kijkt me geërgerd aan. Hij gooit Fenna over zijn rug. Één seconde later en haar hand zat op mijn gezicht geplakt. Geweldig Anne, nu is David boos op mij... 

Tom komt dichterbij me staan. 'Hij is het niet waard om over na te denken Anne, hij is een harteloze klootzak.'  Ah nee hij is niet harteloos, hij heeft zelfs zijn emoties getoond.  'Hij pest je al jaren lang en nu denkt hij dat hij de baas over je kan spelen. Dat is niet goed hoor Anne. Je bent een heel leuk, mooi en lief meisje. Je verdiend veel beter dan dit, dan hem. Jij verdiend het om met respect behandeld te worden.' Aww, dat is zo lief. Met moeite probeer ik te vechten tegen de opkomende tranen. Tom ziet het en slaat zijn armen om me heen. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen, letterlijk.  'Het is goed Anne, ik ben er voor je. Huil het er maar uit.' Zijn armen voelen warm en veilig. Het is stil. We denken beide na over de situatie.  Om ons heen hoor je weer allemaal "ahhh's" en "oehh's", maar dit keer op een goede manier. 'Het komt allemaal goed Anne, en daar ga ik je bij helpen. Dat beloof ik je.' Fluisterd Tom in mijn oor vlak voordat hij me loslaat. Ik veeg mijn tranen weg en ga op het randje van de schommel zitten. Het lijkt alsof Tom precies weet hoe ik me nu voel want hij veranderd het onderwerp. 'Heb jij ook zo'n honger?' Hij kijkt me lief aan. 'Ja niet normaal meer, en dorst.' Ik zie hoe Tom in zijn zakken graait. 'Ik heb nog wat kleingeld, we kunnen wel wat frietjes kopen en een drankje?' Ik knik hevig. Mmmmmmmmm, ik hou van frietjes. 'Dan krijg je het morgen terug.' Hij geeft me een zacht klopje op mijn schouder.  'Nee joh gekkie, ik trakteer.'

 Als we het eten ophebben begint het al weer donker te worden en de wat kleinere kindjes zijn dan ook al lang weg. Alsof we automatisch naar het schommel ding worden getrokken lopen we er naar toe. Ik wil er net in springen als Tom me tegen houd. 'Doe je voorzichtig?'  Ik begin te lachen. 'Dat meen je niet, ben je bang voor David ofzo?!' Hij kijkt naar beneden. 'Laat hun je niet zo opfokken, iedereen doet altijd maar wat David zegt. Te bang om terug te vechten. Maar dat  begrijp ik echt niet. Waarom geven jullie hem die macht? Als je gewoon terug vecht  heb je tenminste bewezen dat je niet met hem mee doet, dat je niet als een hersenloze schijtzak achter hem aan wacheld en zijn orders op volgt. Vaak zijn die orders dat je iemand anders in elkaar moet slaan, alsof het niet erger kan. Als we nou een keer met zijn allen tegen hem in gaan, dan.. dan...' Ik hoor mijn stem harder en opgewekter gaan klinken. 'Ssst, je laat de vogels schrikken.' Ik zie dat ik inderdaad de vogels heb weggejaagd, oeps. 'Jij kan dat Tom, jij hebt vrienden. Je hoeft echt niet bang voor hem te zijn want samen sta je sterker.' Zeg ik nu wat zachter. 'Maar ik....... ik .. ik durf het niet, wat nou als ze zich tegen mij gaan keren...' Tom zijn blik staat angstig. Ik leg mijn hand op zijn schouder. 'Tom? Waarom ben je zo bang en verlegen?' Tom kijkt me met pijn in zijn ogen aan. Er vormt zich een brok in mijn keel, zo gebroken staat zijn blik. 'Naja vroeger...' Hij stopg even, twijfelend over of hij dit wel moet vertellen of niet. 'Het is okay, je kan het kwijt bij mij.'  Hij ontwijkt mijn oogcontact en begint zenuwachtig met zijn voet op de grond te tikken. 'Vroeger ben ik best wel heftig gepest... Ze dachten dat van school veranderen zou helpen maar drie scholen later gebeurde het nog steeds. Je bent jong dus je denkt dat het aan jouw ligt. Als je ouder word gaat dat wel een beetje over maar het zit er toch nog ergens diep van binnen. Die onzekerheid zegmaar. En het idee alleen al om weer gepest te worden laat me die angst van toen weer voelen...'  Tom slikt een paar keer heftig maar weet zich staande te houden. 'Wauw Tom wat erg, ik wist dit helemaal niet. Je hebt ook niks om gepest over te worden. Zo stom hoe mensen kunnen zijn... Je bent gewoon een hartstikke leuke normale jongen en die pesters zijn de gene die fout zitten hier.'  Ik moet mijn best doen om niet boos over te komen. Je krijgt me niet snel boos maar dit soort dingen triggeren me zo hard. Grrr. We praten er nog even over en dan moet Tom alweer naar huis. 'Zal ik je even thuis brengen?' Dat klinkt wel heel aantrekkelijk. 'Em ja is goed, als je wilt natuurlijk.' Hij knikt hevig ja.

'Doei.' Zegt hij super schattig. 'Doei.' Ik geef hem een knuffel. 'Je verhaal is veilig bij mij.' Fluister ik in zijn oor. 'Thanks.' Hij glimlacht even en loopt dan weg. 

Ik open de deur maar inplaats van naar binnen stappen knal ik er tegenop. Hij zit opslot, shit! Ik heb de sleutel ook niet mee genomen omdat mama had gezegt dat ze er zou zijn. Snel loop ik naar de achterdeur. Ook opslot.. Naar mijn vader dan maar? Vraag ik mezelf onzeker af.  

Als ik eindelijk bij me vader sta is deze deur ook al opslot. Sinds wanneer gaat mijn vader s'avonds weg? Sinds hij drinkt Anne, sinds hij drinkt...  Denk, denk, denk Anne. Waar moet ik nu slapen?  Op de terugweg loop ik langs het park. Dan maar in de boomhut. Zucht, waarom kan ik geen normale ouders hebben? 

Ik hoor een vreemd geluid. Het klinkt alsof iemand me achter volgt ofzo. Wat als iemand me nu de bosjes in trekt en verkracht. Al snel sta ik bij de boomhut met mijn hart nog steeds bonkend in mijn keel. In de boom staat gekerft : Jacob en Anne Only. Het laat me terug denken aan een goede tijd. 

Na veel moeite ben ik uiteindelijk boven.  Het valt niet mee met een gebroken been haha. Ik haal het touw binnen zodat er niemand meer naar boven kan. Als ik binnen kom doe ik meteen de deur opslot met ons oude hangslot. Er liggen overal lekkere zachte kussens op de bank die aan de zeikant van de boomhut staat. Ik klap de bank open en haal er een slaapzak uit. Het is jammer genoeg niet de eerste keer dat ik hier moet slapen. Als ik even later lekker warm op de bank lig krijg ik ineens een angstig gevoel. Wat als er iemand binnen komt... Anne doe normaal, je hebt er een slot op zitten en het touw er af gehaalt. Er komt sowieso niemand binnen. Voor de zekerheid kijk ik toch nog even of hij wel op slot zit. Als ik voel dat dat zo is kruip ik snel weer lekker terug in mijn warme slaapzak. Het ligt best chill. Al gauw veranderd piekeren in denken en denken in dromen. 

Stay StrongWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu